FLUXUS G809
16.3
Cut-off-flow
De cut-off-flow is een grenswaarde voor de stromingssnelheid. Alle gemeten stromingssnelheden die de grenswaarde on-
derschrijden en de afgeleide grootheiden ervan worden op nul gezet.
De cut-off-flow kan afhangen van de stroomrichting. De cut-off-flow wordt ingesteld in Spec.
inst.\Meten\Cut-off-flow.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Cut-off-flow
• Kies -/+ om een cut-off-flow vast te leggen in functie van de stroomrichting. Er wordt telkens een grenswaarde voor de
positieve en de negatieve stromingssnelheid vastgelegd.
• Kies absoluut om een cut-off-flow vast te leggen die onafhankelijk is van de stroomrichting. Er wordt een grenswaarde
vastgelegd voor de absolute waarde van de stromingssnelheid.
• Druk op ENTER.
• Kies fabriek om de vooraf ingestelde grenswaarde 2.5 cm/s (0.025 m/s) voor de cut-off-flow te gebruiken.
• Kies eigen om de cut-off-flow in te toetsen.
• Druk op ENTER.
Als u Cut-off-flow\-/+ en eigen gekozen heeft, moet u 2 waarden intoetsen:
Spec. functie\...\+Cut-off-flow
• Toets de cut-off-flow in.
• Druk op ENTER.
Alle positieve waarden van de stromingssnelheid die kleiner zijn dan deze grenswaarde, worden op nul gezet.
Spec. functie\...\-Cut-off-flow
• Toets de cut-off-flow in.
• Druk op ENTER.
Alle negatieve waarden van de stromingssnelheid die groter zijn dan deze grenswaarde, worden op nul gezet.
Als u Cut-off-flow\absoluut en eigen gekozen heeft, moet u maar één waarde intoetsen:
Spec. functie\...\Cut-off-flow
• Toets de cut-off-flow in.
• Druk op ENTER.
Alle absolute waarden van de stromingssnelheid die kleiner zijn dan deze grenswaarde, worden op nul gezet.
16.4
Profielcorrectie
Voor het berekenen van de stromingsmechanische calibratiefactor k
• off: profielcorrectie 1.0
• on: profilcorrectie 2.0 onder ideale inloopomstandigheden (voorinstelling)
• With disturbance: profilcorrectie 2.0 onder niet ideale inloopomstandigheden
Voor het instellen van de profielcorrectie moet u de volgende stappen uitvoeren:
• kiezen van de instelling van de profilcorrectie in de programmavertakking Spec. functie
• invoeren van de storingsafstand in de programmavertakking Parameter als u
With disturbance heet gekozen
Als u With disturbance kiest, de sensoren moeten in reflectieopstelling,
X-rangschikking of versprongen X-rangschikking worden gemonteerd om dwarsstromingseffecten te compenseren. Voor
de rangschikking in X moeten de dezelfde parameter op beide meetkanalen ingetoetst worden en een verrekeningskanaal
met gemiddeldeberekening voor beide meetkanalen moet worden geactiveerd.
UMFLUXUS_G809V2-2NL, 2020-06-25
de volgene instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Re
16 Uitgebreide functies
16.3 Cut-off-flow
functie\SYSTEEM
135