FLUXUS G809
9.4.2
Omschakelen tussen de kanalen
Als er meer dan één meetkanaal aanwezig/geactiveerd is, dan werkt de transmitter met een ingebouwde multiplexer,
waarmee als het ware gelijktijdig meten op de verschillende meetkanalen mogelijk is.
De flow op een meetkanaal wordt ca. gedurende 1 s gemeten en daarna schakelt de multiplexer over naar het volgende
actieve meetkanaal.
De tijd die nodig is voor de meting, is afhankelijk van de meetomstandigheden. Als het meetsignaal bijv. niet meteen gere-
gistreerd wordt, kan de meting ook > 1 s zijn.
De uitgangen en de seriële interface worden continu bediend met de meetwaarde van het betreffende kanaal. De resulta-
ten verschijnen in beeld volgens de gekozen uitgangsopties. De vooraf ingestelde maateenheid van de volumestroom is
m³/h.
De weergave van de meetwaarde kan als volgt worden aangepast:
• AutoMux-mode
– alle kanalen
– alleen meetkanalen
– alleen rekenkanalen
• HumanMux-mode
Met de instructie →Mux:Auto/Human schakelt u heen en weer tussen de modi, zie paragraaf 9.5.
AutoMux-mode
• Alle kanalen
De meetwaarden van alle geactiveerde kanalen (meet- en rekenkanalen) achtereenvolgens worden getoond. De weer-
gave en het meetproces zijn gesynchroniseerd. Het kanaal waarop net gemeten wordt, staat links in de bovenste regel
aangegeven.
• Alleen meetkanalen
De meetwaarden van alle meetkanalen verschijnen in beeld. Na min. 1.5 s wordt er overgeschakeld naar het volgende
actieve meetkanaal.
• Alleen rekenkanalen
De meetwaarden van alle rekenkanalen verschijnen in beeld. Na min. 1.5 s wordt er overgeschakeld naar het volgende
actieve rekenkanaal.
De mode kan alleen geactiveerd worden, als min. 2 rekenkanalen actief zijn.
HumanMux-mode
In de HumanMux-mode worden de meetwaarden van een enkel kanaal in beeld gebracht. De meting op de andere kana-
len wordt voortgezet, maar niet in beeld gebracht.
Kies de instructie →Mux:Nextchan. om het volgende geactiveerde kanaal in beeld te brengen. De meetwaarden voor
het gekozen kanaal worden in beeld gebracht, zoals geconfigureerd in de programmavertakking Uitgangsopties, zie
paragraaf 9.2.1.
9.4.3
De weergave aanpassen
Tijdens de meting kan de weergave zodanig worden aangepast, dat er 2 meetwaarden tegelijkertijd in beeld worden ge-
bracht (één in elke regel van de weergave). Dit kan invloed hebben op de totalisatie, het opslaan van de meetwaarden, de
meetwaardeoverdracht enz.
In de bovenste regel kan de volgende informatie in beeld worden gebracht:
weergave
Massastroom
A: +8.879 m³
full
Mode
L
Transd.
Rx
In de onderste regel kunnen de meetwaarden worden weergeven van de meetgrootheden die in de programmavertakking
Uitgangsopties worden gekozen:
UMFLUXUS_G809V2-2NL, 2020-06-25
verklaring
benaming van de meetgrootheid
waarde van de hoeveelheidsteller, indien geactiveerd
de datum en het tijdstip waarop het meetwaardegeheugen vol zal zijn, indien geactiveerd
meetmode
sensorafstand
sensortemperatuur
alarmstatusweergave, indien geactiveerd en als er alarmuitgangen geactiveerd zijn
9 Meting
9.4 De meetwaarden tonen
105