VERWARMINGSOPTIE
GASAANSLUITING
De module is niet bestand tegen een druk hoger dan 50 mbar (0,05 bar), anders kunnen de membranen van de gasafsluiter
scheuren.
Bij aardgas: installeer altijd een stabilisator op de hoofdleiding.
Bij lpg (butaan-propaan): er moet een drukregelaar worden geïnstalleerd
Het is uitdrukkelijk verboden om het circuit te leveren met een druk hoger dan
40mbar.
Voorkom een drukwaarde hoger dan 40 mbar door ervoor te zorgen dat er een
minimumvolume aanwezig is tussen de regelaar (drukregelaar) en de inlaat van
de gasbrander; u vindt deze minimumwaarden in de tabel "PRODUCT
SPECIFICATIES. Hiervoor moet er een buffercilinder worden gemonteerd (niet
meegeleverd in de set).
Er moet een rechte lengte van minimaal 10 m zijn en er mag geen drukstabilisator tussen de drukregelaar en de brander zijn
geplaatst. Het gasfilter moet aanwezig zijn en het moet goed werken. Met betrekking tot de minimum- en maximumwaarden
voor het debiet raden wij u aan om slechts één regelaar per eenheid te monteren en deze zodanig te installeren dat deze tegen
weersinvloeden wordt beschermd.
Er moet altijd een drukmeter bovenstrooms en benedenstrooms van de hoofdgastoevoerleiding worden geïnstalleerd met een
bereik van [0 - 60] mbar (0,06 bar) om verschillen in de bovenstroomse en benedenstroomse druk, en dus het debiet van het
volledige netwerk waar te nemen.
Het is ook mogelijk om te controleren of het systeem en de gasafsluiters goed zijn vastgedraaid door de hoofdafsluiter te sluiten
en de module uit te schakelen en na enige tijd te controleren of de drukmeters een drukdaling aangeven.
Sluit de module altijd aan met een kogelafsluiter en een flexibele gaskoppeling met antitrileigenschappen.
Afstelling van de gastoevoerdruk: alle modules zijn in de fabriek getest en gekalibreerd met de druk waarvoor ze zijn
ontworpen.
Blokkeer de elektrische kast niet met de gasaansluiting (gebruik een flexibele buis of een vaste buis met bochten)
Moet door de installateur worden geleverd
POS.
1
Handmatige gasafsluiter (kogelafsluiter)
2 -8-11
Gasdrukinlaat
3
Gasfilter
4 -6
Manometer
5
Gasdrukregelaar met blokkeervoorziening bij
minimale en maximale druk (uitlaatdruk = 0,04
bar) - Voor inlaatdruk < 0,04 moet er een
stabilisator worden voorzien
7
Antitrilafdichting
BALTIC-IOM-2023.01-NL
BESCHRIJVING
Geleverd bij de module
9
Gasdrukregelaar op elektromagnetische klep
van apparaat
10
Elektromagnetische klep veiligheid
12
Brander
13
Kogelafsluiter met ontluchting
14
Schakelaar maximale gasdruk met handmatige
reset - optioneel
15
Schakelaar minimale gasdruk - optioneel
10 m
Max 60 mbar
Reduceerventiel
80