INBEDRIJFSTELLING
INBEDRIJFSTELLING
De componenten bevinden zich binnen in de units of in een aparte doos en moeten worden geïnstalleerd door
!
een gekwalificeerd monteur. Opmerking: Bij platenwarmtewisselaars is het verplicht om een filter bij de inlaat
van de wisselaar te monteren.
Deze filters moeten alle deeltjes met een diameter groter dan 1 mm verwijderen
BEDRIJFSLIMIETEN
Controleer voor elk gebruik de werkingslimieten van de unit. In deze tabellen vindt u alle gegevens over de toelaatbare
grenswaarden.
!
WAARSCHUWING: Het is zeer belangrijk dat de unit steeds binnen deze limieten blijft werken.
Luchtgekoelde Baltic
Werkingslimieten koelmodus
Max. buitentemp. bij binnen
27 °C DB / 19 °C WB
Max. buitentemperatuur bij
uitladen
Min. buitentemp. bij binnen
20 °C DB
Max. binnenstr.temp.
verdamp.batt. bij buiten 38 °C DB
Min. binnenstr.temp.
verdamp.batt. bij buiten 35 °C DB
Werkingslimieten
warmtepompmodus
Min. buitentemp. bij binnen
20 °C DB (8)
Min. binnentr.temp.
verdamp.batt. bij buiten 7 °C DB
Watergekoelde Baltic
Werkingslimieten koelmodus
Max. inlaatwatertemp. bij binnen 27 °C DB / 19 °C WB
Max. inlaatwatertemperatuur bij uitladen
Min. inlaatwatertemperatuur bij binnentemp. van 20°C DB
Max. inlaatwatertemperatuur 100% verse lucht bij buitentemp. 35 °C
Werkingslimieten warmtepompmodus
Min. inlaatglycolwatertemp. bij binnen 20 °C DB
Min. buitentemp. bij uitladen
Min. binnentr.temp. verdamp.batt. bij buiten 7 °C DB
BALTIC-IOM-2023.01-NL
Maat
25
30
40
°C
48
46
46
°C
geen
50
50
°C
°C
°C
°C
°C
42
45
55
57
45
48
46
46
50
geen
50
50
-5
35
18
-12
5
°C
°C
°C
°C
°C
°C
°C
65
75
85
95
46
48
48
48
50
50
50
50
45-55-57-65-75-85
46
48
25
38
45-55-57-65-75-85
-15
-17
7
115
125
48
48
50
50
44