Inhoudsopgave
Advertenties
VERWARMINGSOPTIE
CONTROLES VAN DE INJECTIEDRUK BIJ LAGE WARMTE
• schakel de regelaar naar lage warmte
• controleer de uitlaatdruk en stel deze waar nodig af
• controleer na de afstelling van de lage warmte nogmaals de hoge warmte, herpositioneer de stoppers en sluit
de drukpoorten
Tabel voor druk aanpassen voor elk type gas (mbar) - NIET-MODULERENDE ATMOSFERISCHE GASBRANDER
Categorie
G20
G25 (Groningen)
G31 (GPL)
Tabel voor druk aanpassen voor elk type gas (mbar) - NIET-MODULERENDE ATMOSFERISCHE GASBRANDER
Categorie
G20
G25 (Groningen)
G31 (GPL)
DOORMETEN AFSLUITER
Controleer deze waarden met een ohmmeter.
BALTIC-IOM-2023.01-NL
Toevoerdruk
Injectie bij lage warmte mini.
20,0 +/- 1
25,0 +/- 1,3
37,0 +/- 1,9
Toevoerdruk
Injectie bij lage warmte mini.
20,0 +/- 1
25,0 +/- 1,3
N.v.t.
Injectie bij hoge warmte
3,5 +/- 0,1
5,0 +/- 0,1
14,0 +/- 0,3
Injectie bij hoge warmte
1,5 +/- 0,1
2,25 +/- 0,1
N.v.t.
8,4+/- 0,2
12,3 +/- 0,2
31,4 +/- 0,6
8,4+/- 0,2
12,3 +/- 0,2
N.v.t.
2,90 kΩ
1,69 kΩ
73
Advertenties
Inhoudsopgave
