16
Afb. Bedieningspaneel
13. Trillingsschakelaar
14. Toerentalregelaar
16. Parkeerrem
24. Gloeilamp
29. Noodstop
30. Startschakelaar
32. Vooruit-/achteruithendel
56
De motor starten
24
Om de wals te starten:
Om de wals te starten:
- Noodstop moet inactief zijn
- Noodstop moet inactief zijn
13
- Parkeerrem moet ingeschakeld zijn
- Parkeerrem moet ingeschakeld zijn
14
- Hendelstand vooruit/achteruit in vrijstand
- Hendelstand vooruit/achteruit in vrijstand
- Zitten om de stoelschakelaar te activeren
- Zitten om de stoelschakelaar te activeren
Zorg ervoor dat de noodstop (29) is uitgetrokken
en de parkeerrem (16) is geactiveerd.
Zet de vooruit/achteruit-hendel (32) in de neutrale
stand. De dieselmotor kan alleen worden gestart
als de hendel zich in de neutrale stand bevindt.
Zet de trillingsschakelaar (13)
29
in de Uit-stand (stand O).
30
Zet de toerentalregelaar (14)
32
in de stand stationair. Laag.
Voorverwarmen: Draai de contactsleutel naar stand II.
Wanneer de gasontladingslamp (24) uitgaat, draait u
de contactsleutel naar stand III.
Zodra de motor is gestart, laat u de contactsleutel los.
Laat de startmotor niet te lang draaien. Wacht
Laat de startmotor niet te lang draaien. Wacht
liever ongeveer een minuut als de dieselmotor
liever ongeveer een minuut als de dieselmotor
niet start. Doe daarna een nieuwe startpoging.
niet start. Doe daarna een nieuwe startpoging.
Laat de dieselmotor gedurende een paar minuten
stationair warmdraaien, iets langer als de
omgevingstemperatuur lager is dan +10 °C.
Bij temperaturen onder 0°C moeten de dieselmotor
en het hydraulische systeem ten minste
4812165014.pdf
Bediening
2023-06-29