I - 6 Een programma uitvoeren
Als u een programma wilt uitvoeren, selecteert u met de pijltoetsen
OMHOOG/OMLAAG of de numerieke toetsen de programmastap
vanaf waar het programma moet worden uitgevoerd. Druk op RUN.
De restweg wordt weergegeven en de softkeys WEERGAVE,
VORIGE STAP, VOLGENDE STAP en EINDE worden getoond.
Bovendien verschijnt het nummer van de stap die op dat moment
wordt uitgevoerd in de statusbalk.
Softkeys Run
Functie
Druk hierop om de grafische weergave te
bekijken van de gatencirkel of gatenreeks die
wordt uitgevoerd.
Druk hierop om naar de vorige stap in het
programma te gaan.
Druk hierop om naar de volgende stap in het
programma te gaan.
Druk hierop om naar het volgende gat in het
programma te gaan.
Druk hierop om naar het vorige gat in het
programma te gaan.
Druk op Einde om het programma te
beëindigen.
Stappen uitvoeren
Wanneer een stap GEREEDSCHAP wordt uitgevoerd, knippert het
gereedschapsnummer in de statusbalk. Dit geeft aan dat het
gereedschap moet worden gewijzigd in het gereedschap met het in
de statusbalk getoonde gereedschapsnummer.
300S
Softkey
89