Gatencirkel en gatenreeksen
In deze paragraaf worden de tabellen voor de gatencirkel en
gatenreeks beschreven en wat u ermee kunt doen. In de 300S
kunnen 10 door de gebruiker te definiëren gatencirkels en -reeksen
worden opgeslagen. Wanneer de patronen eenmaal zijn gedefinieerd,
gaan ze niet verloren wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. Ze
kunnen worden opgeroepen en vanaf de digitale uitlezing of vanuit
een programma worden uitgevoerd.
Met Grafische weergave bekijken kunt u het gatenpatroon
controleren, voordat u de bewerking start. Dit is ook handig voor het
direct selecteren van gaten, het afzonderlijk boren van gaten en het
overslaan van gaten.
Om de tabel Gatencirkel of Gatenreeks te openen, drukt u op de
softkey FUNCTIES. De softkeys GATENCIRKEL en GATENREEKS
worden getoond. Wanneer u op een van deze softkeys drukt, wordt
de bijbehorende gatenpatroontabel geopend.
Softkeyfuncties
De volgende softkeys zijn beschikbaar in de functie Gatencirkel en
Gatenreeks frezen.
Functie
Druk op de softkey FUNCTIES om de functie te
kunnen gebruiken.
Druk hierop om de gatencirkeltabel te openen.
Druk hierop om de gatenreekstabel te openen.
Druk hierop om een nieuwe gatencirkel of
gatenreeks te maken.
Druk hierop om een bestaand patroon
te bewerken.
Druk op CLEAR om een bestaand patroon
te wissen.
Druk op RUN om een patroon uit te voeren.
Druk op HELP voor meer informatie over
het patroon.
300S
Softkey
53