Alleen de gereedschappen waarvoor hetzelfde
referentievlak is ingesteld, kunnen worden worden
gewijzigd zonder dat het nulpunt opnieuw hoeft te worden
ingesteld.
Als de gereedschapstabel al gereedschappen bevat
waarvan de lengte is ingesteld, moet het referentievlak
eerst met behulp van een van deze gereedschappen
worden bepaald. Anders kunt u niet schakelen tussen de
nieuwe en bestaande gereedschappen zonder het nulpunt
opnieuw in te stellen. Voordat u de nieuwe
gereedschappen toevoegt, moet u een van de
gereedschappen uit de gereedschapstabel kiezen. Raak
met het gereedschap een referentievlak aan en stel het
nulpunt in op 0.
GEREEDSCHAPSMAATEENHEID
Voer de gereedschapsmaateenheid (inch/mm) in.
Ga met de cursor naar het veld Gereedschapstype.
GEREEDSCHAPSTYPE
Druk op de softkey GER.-TYPEN.
Druk op ENTER.
42
I