Voorbeeld: gegevens invoeren en een gatencirkel maken.
1e stap: gegevens invoeren
Druk op de softkey FUNCTIES.
Druk op de softkey GATENCIRKEL.
Druk op de toetsen OMHOOG/OMLAAG om patroon 1
te selecteren.
Druk op de toets ENTER.
Druk op de softkey VOLLEDIG/SEGMENT totdat VOLLEDIG
is geselecteerd.
Druk op de pijltoets OMLAAG om naar het volgende veld te gaan.
Voer 4 in voor het aantal gaten.
Voer X= 2,0", Y= 1,5" in voor de plaats van het middelpunt van
de gatencirkel.
Voer 5" in voor de radius van de gatencirkel.
Voer 25° in voor de starthoek.
De eindhoek is 295° en kan niet worden gewijzigd omdat er sprake
is van een volledig patroon.
Voer een diepte van -,25" in.
De diepte van het boorgat is optioneel; het veld mag leeg
gelaten worden.
Druk op ENTER
300S
57