Gereedschap uit de gereedschapstabel oproepen
Voordat u begint met de bewerking, selecteert u het te gebruiken
gereedschap uit de gereedschapstabel. De 300S houdt dan rekening
met de opgeslagen gereedschapsgegevens wanneer u werkt met
gereedschapscorrectie.
Gereedschap oproepen
Druk op de softkey GEREEDS., als u een gereedschap wilt
oproepen.
Druk op de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG om binnen de selectie
van gereedschappen (1-99) te navigeren. Markeer het
gewenste gereedschap.
Controleer of het juiste gereedschap is opgeroepen en druk op de
toets GEREEDSCHAP, of op de C-toets om de functie te verlaten.
Softkey Nulpunt
Ingestelde nulpunten bepalen de relatie tussen de asposities en de
weergegeven waarden.
De nulpunten worden ingesteld met de tastfuncties van de 300S, met
een gereedschap of met een kantentaster.
Tastfuncties voor het instellen van nulpunten
Op de ingang voor de kantentaster kan een elektronische kantentaster
worden aangesloten. De 300S ondersteunt ook een
massageschakelde kantentaster die aan de achterzijde van de eenheid
wordt aangesloten via een 3,5 mm audiostekker. De kantentasters
van beide types werken op dezelfde wijze.
U hebt de volgende softkeyfuncties voor het tasten tot
uw beschikking:
Werkstukkant als nulpunt: softkey: KANT.
Middellijn tussen twee werkstukkanten: softkey MIDDELLIJN.
Middelpunt van een gat of cilinder: softkey CIRKELMIDDELPUNT.
Bij alle tastfuncties houdt de 300S rekening met de ingevoerde
puntdiameter van de huidige taster. Tijdens de tastfuncties, met een
elektronische of massageschakelde kantentaster, wordt de plaats van
de kant, de middellijn of het cirkelmiddelpunt op het display
"bevroren".
Druk op de C -toets om de actieve tastfunctie te onderbreken.
Om te kunnen tasten, moeten eerst de maten van de taster
worden ingevoerd bij Bewerking instellen. Zie "Parameters
voor Bewerking instellen" op pagina 28..
300S
43