Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Overige
Symptoom
De camera werkt niet.
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
U kunt een indicatie op het
scherm niet herkennen.
De lens raakt beslagen.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
Bij weergave van een
bestand treedt er een
bestandsfout op.
NL
106
Oorzaak
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.)
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
—
• Er is condensvorming opgetreden.
• De accu is leeg.
• Er zit een fout in het beeldbestand.
• Het beeld is niet goed vastgelegd.
• De disc is vuil.
• Er zitten mogelijk krassen op de disc.
Oplossing
p Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 123).
p Laad de accu op (blz. 11).
p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
en op een stopcontact (blz. 14).
p Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut
weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u
met een puntig voorwerp op de RESET toets op de onderkant
van de camera en schakelt u de camera opnieuw in. (Hierdoor
worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
p Controleer de indicatie (blz. 126).
p Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur bij
kamertemperatuur om het vocht te laten verdampen alvorens u
de camera weer gaat gebruiken (blz. 120).
p Vervang deze door een opgeladen accu of gebruik de
netspanningsadapter (blz. 11 en 14).
—
—
p Reinig de disc (blz. 122).
p Vervang de disc.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
