OPMERKING Indien mogelijk toerentalgebieden vermijden die de natuurlijke resonantie van het systeem benaderen. Cycli
met resonantietoerentallen kunnen trillingen veroorzaken en een negatief effect hebben op de scheidingskwaliteit.
2. 6. 4. Bij continu bedrijf
1.
De Pijltoetsen indrukken tot de weergave op HOLD staat.
2.
Om te bevestigen de toets START bedienen of 4 seconden wachten, totdat de centrifuge de gekozen waarden
automatisch opslaat. Bij continue werking draait de centrifuge tot de cyclus handmatig wordt beëindigd.
2. 6. 5. De temperatuur kiezen
De temperatuur kan van -10 °C tot +40 °C worden ingesteld.
Om de temperatuur in te stellen, als volgt handelen:
De pijltoetsen onder TEMP indrukken. Zo is het met behulp van de pijltoetsen mogelijk om de gewenste temperatuur in
te stellen. De temperatuur kan in stappen van 1 °C worden aangepast.
2. 6. 6. Centrifuge vooraf op temperatuur brengen
Ervoor zorgen dat rotor, beker en accessoires correct en veilig zijn geplaatst. Om de waarde voor het voorverwarmen in te
stellen, als volgt handelen:
1.
De toets SNEEUWVLOK bedienen om in het temperatuurmenu te komen.
In het display verschijnt de weergave "Pre-Temp".
2.
De gewenste waarde door het indrukken van de pijltoetsen onder TEMP instellen, totdat de gewenste waarde wordt
weergegeven.
Toets Start indrukken.
3.
4.
De motor van de centrifuge loopt met een door de rotor vastgelegd toerental. Dat verbetert de luchtcirculatie in
de centrifugekamer en zorgt voor een betere temperatuurcontrole in centrifugekamer en rotor. Afhankelijk van de
voorgeschreven waarden wordt de lucht in de centrifugekamer tot de vooraf ingestelde temperatuur verhit of afgekoeld.
5.
Na het bereiken van de vooraf ingestelde temperatuur klinkt een akoestisch signaal en de temperatuur wordt vastgehouden.
De toets STOP bedienen om het op temperatuur brengen te beëindigen.
Op het display wordt de actuele temperatuur in de centrifugekamer weergegeven.
Bedrijf
22 / 83