2. Bedrijf
2. 1. Bedieningspaneel
Op het bedieningsveld bevinden zich de knoppen en displays van de centrifuge (alleen de netschakelaar bevindt zich aan de
rechterkant (gekoeld model) of aan de achterkant (luchtgekoeld model) van het apparaat).
13
Nr�
Beschrijving
1
Status
2
RPM/RCF-waarde
3
Looptijd
4
Temperatuur
5
Versnellings- /
remprofielen
6
Toets PULSE
7
Toets OPEN
8
Toets STOP
9
Toets START
10
Toets
SNEEUWVLOK
11
Pijltoetsen
12
Wisseltoets voor de
toerental- en
RCF-waarde
13
Programmatoetsen
Afbeelding 5: Overzicht bedieningsveld
Bedrijf
1
2
12
Beschrijving
Weergave van de centrifugestatus.
Weergave van het toerental (omw/min) of van de RCF-waarde (x g).
Hier wordt de looptijd weergegeven.
Hier wordt de temperatuur weergegeven.
OPMERKING Deze functie is uitsluitend beschikbaar bij gekoelde centrifuges.
De toets meermaals bedienen om door de beschikbare profielen te bladeren.
De toets Pulse bedienen om de centrifugeercyclus onmiddellijk te starten en tot op het maximaal
toegestane eindtoerental te versnellen (afhankelijk van de gebruikte rotor). Door de toets los te laten,
start een remproces volgens de ingestelde versnellings- en remcurve.
De toets OPEN bedienen om de automatische dekselontgrendeling te activeren (alleen bij
ingeschakeld apparaat en stilstaande rotor mogelijk). [à 2
De toets STOP bedienen om een centrifugeercyclus handmatig te beëindigen.
De toets START aantikken om een centrifugeercyclus te starten of de actuele instellingen te
bevestigen.
Deze toets bedienen om de centrifugekamer op de gewenste temperatuur te brengen.
OPMERKING Deze functie is uitsluitend beschikbaar bij gekoelde centrifuges.
Deze toetsen bedienen om de weergegeven waarden te wijzigen.
De wisseltoets bedienen om de weergavemodus te wijzigen. (RPM/RCF-waarde).
De programmaknoppen gebruiken om programma's op te slaan of te laden. [à 2
15 / 83
3
4
5
11
10
35]
6
7
9
8
23]