[ Sleutelnaam]
Voer alfanumerieke tekens in om de sleutel een naam te geven. Stel een naam in die u later gemakkelijk in
een lijst kunt vinden.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het hash-algoritme dat u voor de handtekening wilt gebruiken. De beschikbare hash-algoritmes
zijn verschillend afhankelijk van de sleutellengte (
of meer kan hash-algoritmes SHA384 en SHA512 ondersteunen.
[Sleutelalgoritme]
Selecteer [RSA] of [ECDSA] als het algoritme voor het genereren van sleutels. Selecteer de sleutellengte als
u [RSA] hebt geselecteerd en het sleuteltype als u [ECDSA] hebt geselecteerd. In beide gevallen geldt dat
een hogere waarde meer beveiliging biedt, maar de communicatieverwerkingssnelheid verlaagt.
●
Wanneer [SHA384] of [SHA512] is geselecteerd voor [Handtekeningalgoritme], kan de sleutellengte niet
worden ingesteld op [512 bit] wanneer [RSA] is geselecteerd voor [Sleutelalgoritme].
[ Begindatum geldigheid (JJJJ/MM/DD)]/[Einddatum geldigheid (JJJJ/MM/DD)]
Voer de startdatum en einddatum van de geldigheidsperiode voor het certificaat in. [Einddatum
geldigheid (JJJJ/MM/DD)] kan niet worden ingesteld op een datum voor de datum in [Begindatum
geldigheid (JJJJ/MM/DD)].
[Land/Regio]
Klik op het [Selecteer land/regio] keuzerondje en selecteer het land/de regio in de vervolgkeuzelijst. U kunt
ook klikken op het keuzerondje [Voer internetlandcode in] en een landcode invoeren, zoals „US" voor de
Verenigde Staten.
[Staat]/[Woonplaats]
Voer zo nodig alfanumerieke tekens voor de locatie in.
[Organisatie]/[Organsatie-eenheid]
Voer zo nodig alfanumerieke tekens in voor de naam van de organisatie.
[Gemeenschappelijke naam]
Voer indien nodig alfanumerieke tekens in voor de algemene naam van het certificaat. „Algemene Naam"
wordt vaak afgekort als „CN."
7
Klik op [OK].
●
Het genereren van een sleutel en certificaat kan enige tijd duren.
●
Nadat de sleutel en het certificaat zijn gegenereerd, worden ze automatisch geregistreerd op de printer.
KOPPELINGEN
Een sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P. 251)
De sleutel en het certificaat voor TLS configureren(P. 242)
IPSec-instellingen configureren(P. 264)
De machine beheren
Beheerfuncties(P. 561) ). Een sleutellengte van 1024
247