Advertenties
[AirPrint gebruiken]
Schakel het selectievakje in als u AirPrint wilt gebruiken. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te
schakelen.
[Fouten voor AirPrint weergeven]
Geef op of u een foutscherm wilt weergeven op het bedieningspaneel als het afdrukken niet kan worden
uitgevoerd zoals verwacht vanwege een probleem met de afdrukgegevens bij het afdrukken met AirPrint.
[Printernaam]
Geef de naam op van de machine. Als een mDNS-naam reeds is geregistreerd in [mDNS-instellingen]
([Netwerkinstellingen] in [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie)), dan wordt de geregistreerde naam
weergegeven.
[Locatie]
Geef de locatie op van de machine. Als er al een locatie is geregistreerd in [Instellingen
Apparaatinformatie] ([Apparaatbeheer] in [Beheerinstellingen] (Instellingen/Registratie)), wordt de
geregistreerde naam weergegeven.
[Breedtegraad]
Geef de breedtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
[Lengtegraad]
Geef de lengtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
5
Start de machine opnieuw op.
●
Schakel de machine uit, wacht minstens 10 seconden en schakel de machine weer in.
◼
Instellingen configureren via het bedieningspaneel
1
Selecteer <Inst.> op het <Home> scherm.
2
Selecteer <Voorkeuren>
●
De beheerderspincode moet worden ingevoerd om deze instelling te kunnen configureren.
Koppelen aan mobiele apparaten
Het scherm <Home>(P. 93)
<Netwerk>
<Gebruik AirPrint>.
165
Advertenties
