[Verificatie met:]
Selecteer het gebruikersverificatieapparaat.
●
Schakel het selectievakje voor [Lokaal apparaat] in als u de database op de machine gebruikt om
gebruikersgegevens te beheren.
●
Bij gebruik van een externe verificatieserver selecteert u [Server] en geeft u het type server op.
Gedetailleerde instellingen voor verificatiefuncties configureren
U kunt gedetailleerde instellingen voor persoonlijke-verificatiefuncties configureren.
[Verificatiemodus:]
Selecteer de verificatiemodus die u wilt gebruiken voor aanmelding bij de Remote UI (UI op afstand).
Wanneer [Gast-verificatiemodus] is geselecteerd, kunnen niet-geregistreerde gebruikers zich ook aanmelden
door op [Loginbestemming:] te klikken. Selecteer [Beheerder-verificatiemodus] om alleen gebruikers met
beheerdersbevoegdheden toe te staan om in te loggen.
[Verificatiemodus voor webservice:]
Selecteer de verificatiemethode voor het lokale apparaat die u wilt gebruiken voor communicatie met
webservicetoepassingen.
[Identieke hoofdletters/kleine letters voor gebruikersnaam]
Als deze functie is ingesteld, kunt u instellen of gebruikersnamen hoofdlettergevoelig zijn.
De machine beheren
213