5
Open de kap. De inktpatroonwagen schuift naar de rechterkant van de printer. Als dat niet
gebeurt, zet u de printer uit en schuift u de wagen naar rechts. Trek alle vastgelopen papier naar
u toe.
VOORZICHTIG
inktpatroonwagen is vastgelopen.
Nadat u de papierstoring hebt opgeheven, schakelt u de printer weer in (als u deze had
uitgeschakeld) en drukt u op de knop
volgende pagina. U moet de vastgelopen pagina's opnieuw naar de printer sturen.
Tips ter voorkoming van papierstoringen
■
Controleer of de papierbaan vrij is.
■
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld afdrukmateriaal. Wij raden u af om gegaufreerd
papier of papier met uitsparingen, perforaties of een ruwe textuur te gebruiken.
■
Om te verzekeren dat het afdrukmateriaal juist in de printer wordt ingevoerd, mag u slechts één
soort afdrukmateriaal tegelijk in de invoerlade of de handinvoeren gebruiken.
■
Controleer of het afdrukmateriaal juist is geladen. Zie
■
Laad afdrukmateriaal in de invoerlade of de handinvoer aan de voorkant, met de afdrukzijde naar
boven en met de rechterrand van het afdrukmateriaal tegen de rechterrand van de lade of de
invoersleuf. Zorg ervoor dat de papierbreedtegeleider en het ladeverlengstuk tegen de randen
van het afdrukmateriaal zijn geplaatst. Laad afdrukmateriaal in de handinvoer aan de achterkant,
met de afdrukzijde naar boven.
■
Laad maximaal 150 vellen papier of 15 enveloppen of een stapel afdrukmateriaal die niet hoger
is dan de papierbreedtegeleider, in de invoerlade. Laad niet meer 10 vellen papier in de
handinvoer aan de voorkant. Laad de vellen een voor een in de handinvoer aan de achterkant.
■
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties voor soort, formaat en gewicht
vermeld in
afdrukmateriaal.
Papierstoringen verhelpen
Steek uw handen niet in de printer als de printer aanstaat en de
Afdrukmateriaal
selecteren. Dit gedeelte bevat ook tips en richtlijnen over aanbevolen
D
. De printer hervat de afdruktaak met de
OORGAAN
Afdrukmateriaal in invoerlade
laden.
111