Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Spuiten - WAGNER SuperCoat 0556730W Gebruiksaanwijzing

Door lucht aangedreven
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

15. Activeer het pistool in de metalen afvalcontainer totdat het
oude oplosmiddel weg is en er nieuw oplosmiddel uit het
pistool komt.
16. Vergrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de vergrendelde positie te draaien.
Persoonlijk letsel door injectie
Raadpleeg de handleiding voor uw spuitpistool voor
informatie over het vergrendelingsmechanisme en
over hoe het spuitpistool vergrendeld moet worden.
17. Leg het pistool neer en verhoog de druk door de luchtregelaar
langzaam naar links te draaien, naar maximaal 6,9 bar (0,69
MPa).
Zorg ervoor dat de meternotering op de
luchtregelaar NIET hoger dan 6,9 bar (0,69 MPa)
gaat.
18. Controleer het gehele systeem op lekkage. Volg in geval
de installatie" in deze handleiding alvorens koppelingen of
slangen vast te draaien.
installatie" (Deel 4.6) in deze handleiding alvorens van
oplosmiddel over te gaan op verf.
Volg de procedure voor het drukloos maken van de
installatie wanneer u de spuitinstallatie uitschakelt
om een bepaalde reden, zoals ten behoeve van
een onderhoudsbeurt of het aanpassen van een
onderdeel van het spuitsysteem, het verwisselen of
schoonmaken van spuitmonden of klaarmaken om
te reinigen.
4.5

Spuiten

1. Hang de hevelslang in een container met verf.
2. Plaats de aftapslang in de metalen afvalcontainer.
3. Sluit de afsluitklep (afb. 11, pos. 1). De afbeelding toont de
handgreep in de gesloten positie.
4. Schakel de luchtcompressor in.
5. Draai de luchtregulator (2) volledig naar links naar de laagste
drukinstelling.
6. Opent de ontluchtingsklep (3) door het volledig in
tegenwijzerzin te draaien.
7. Open de afsluitklep (1). De handgreep moet nu in lijn met de
klep staan.
8. Draai de luchtregulator (2) naar rechts om de druk te
verhogen tot de sproeier uniforme cirkels maakt en het
spuitmateriaal vrij uit de ontluchtingsslang stroomt.
9. Schakel de spuitinstallatie uit.
a.
Draai de luchtregulator volledig naar links naar de laagste
drukinstelling.
b.
Sluit de afsluitklep.
10. Haal de aftapslang uit de afvalcontainer en plaats deze in de
container met verf.
11. Sluit u het ontluchtingsklep door deze volledig rechtsom te
draaien.
12. Open de afsluitklep. De handgreep moet nu in lijn met de
klep staan.
SuperCoat
NL
13. Draai de luchtregelaar naar links om de druk te verhogen
tot de sproeier uniforme cirkels maakt. De meter op de
luchtregelaar moet tussen 4 - 5,5 bar aangeven.
14. Ontgrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de ontgrendelde positie te draaien.
Om het pistool te aarden, houdt het bij het
doorspoelen tegen de rand van een metalen
container. Indien u dit niet doet, kan dit leiden tot
een ontlading van statische elektriciteit hetgeen
brand tot gevolg kan hebben.
15. Activeer het pistool in de metalen afvalcontainer totdat alle
lucht en vloeistof uit de spuitslang gelopen zijn en de verf
vrijelijk uit het pistool stroomt.
16. Vergrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de vergrendelde positie te draaien.
17. Sluit de afsluitklep (afb. 11, pos. 1). De afbeelding toont de
handgreep in de gesloten positie.
18. Bevestig de beschermkap van de spuitmond en de spuitmond
aan het pistool zoals aangegeven in de handleidingen van de
spuitmond of van de beschermkap van de spuitmond.
Persoonlijk letsel door injectie. Zorg dat tijdens het
spuiten de beschermkap van de spuitmond steeds
op zijn plaats blijft. Activeer het spuitpistool alleen
wanneer de spuitmond in de stand doorspuiten of
spuiten staat. Vergrendel altijd de trekker van het
pistool alvorens de spuitmond te verwijderen, deze
te vervangen of deze te reinigen.
19. Open de afsluitklep. De handgreep moet nu in lijn met de
klep staan.
20. Verhoog de druk door de luchtregelaar langzaam naar links
te draaien en test het spuitpatroon op een stuk karton. Pas
de regelaar aan tot de spuitnevel van het pistool volledig
geatomiseerd is. Controleer de druknotering op de
luchtmeter.
6,9 bar (0,69 MPa)-notering op manometer = 207 bar (20,7 MPa) bij
pompuitlaat
Zorg ervoor dat de meternotering op de
luchtregelaar NIET hoger dan 6,9 bar (0,69 MPa)
gaat.
21. Van zodra de correcte luchtdruk is ingesteld, vergrendelt u de
luchtregelaar door de knop in te drukken.
Het gebruik van een hogere druk dan vereist,
i
zal alleen zorgen voor slijtage van de uiteinden.
Gebruik de richtlijnen bij het bepalen van de laagste
druk voor een correcte atomisering.
Raadpleeg de fabrikant van de materialen voor
richtlijnen bij het bepalen van de correcte luchtdruk.
11
Functioneren

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave