6 Instelling
Parameterinstellingen worden in de onderste tekstrij weergegeven. U kunt een instelling wijzigen
met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. Let op: de cursor (7) moet eerst
worden verplaatst naar de parameter die u wilt bewerken.
R
7 Cursor (
)
Met de knipperende cursor wordt de parameter aangegeven die momenteel is geselecteerd
voor bewerken.
8 Bewerkingssymbool (
Dit symbool wordt weergegeven als de huidige performance is bewerkt maar nog niet is opgeslagen.
Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de performance, kunnen worden opgeslagen met de functie
Store Performance
(pagina
9 Meer-symbool
Dit symbool geeft aan dat het huidige bewerkingsscherm is gesplitst over meerdere deelvensters,
waarvan er één wordt weergegeven. In dit geval kunt u naar het volgende deelvenster gaan door
op de knop [d] te drukken.
Schermen en parameters van het Part Edit-gebied
01: Play Mode
Parameternaam
Omschrijving
Deze parameter kan worden gebruikt om het volume van de huidige part
volume
in te stellen. Zo kunt u de volumes van de parts van de performances
op elkaar afstemmen.
Instellingen: 0 tot 127
OPMERKING
Deze parameter kan worden gebruikt om de stereopanning van de huidige
Pan
part aan te passen.
Instellingen: L63 (uiterst links) tot C (midden) tot R63 (uiterst rechts)
Deze parameter kan worden gebruikt om het volume aan te passen
Gain
van de voice die is toegewezen aan de huidige part.
Instellingen: 0 tot 127
Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoeveel van
ChoSend
het uitgangssignaal van de huidige part naar het Chorus-effect wordt
(Naar Chorus zenden)
gezonden. Hogere waarden zorgen voor een intenser chorusgeluid.
Instellingen: 0 tot 127
OPMERKING
Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoeveel van
RevSend
het uitgangssignaal van de huidige part naar het Reverb-effect wordt
(Naar Reverb zenden)
gezonden. Hogere waarden zorgen voor een duidelijker reverbgeluid.
Instellingen: 0 tot 127
OPMERKING
Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen of er invoegeffecten
EffA/BSw
moeten worden toegepast op de huidige part.
(Partschakelaar
voor effect A/B)
Instellingen: off en on
OPMERKING
Deze parameter kan worden gebruikt om een speelmodus voor de huidige
PartMode
part in te stellen. Monofone parts (mono) kunnen maar één noot tegelijk afspelen,
terwijl polyfone parts (poly) meerdere noten tegelijkertijd kunnen afspelen.
Instellingen: mono en poly
OPMERKING
17
CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
E
)
29).
U kunt volume-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige
partschuifregelaar als de functie Volume is geactiveerd.
U kunt ChoSend-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige
partschuifregelaar als de functie Chorus is geactiveerd.
U kunt RevSend-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige
partschuifregelaar als de functie Reverb is geactiveerd.
Op de CP4 STAGE kan deze parameter voor maximaal twee parts
worden ingesteld op 'on'.
Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met
een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling
weergegeven als '---'.
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
Referentie
Performances
Performances bewerken
Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
02: Reverb Effect
03: General
04: Name
Part Edit-gebied
01: Play Mode
02: Filter/EG
03: Effect-A
04: Effect-B
05: Controller
06: Receive Switch
Master Keyboard-gebied
Job-gebied
01: Recall
02: Copy
03: Bulk
Functie Store Performance
Functie Compare Performance
File-gebied
01: Save
02: Load
03: Rename
04: Delete
05: Format
06: Memory Info
Utility-gebied
01: General
02: MIDI
03: Controller
04: MasterComp
05: Master EQ
06: Panel Lock
Utility Job-gebied
01: Factory Set
02: Version
Appendix