Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De aanduiding Edit (

uitgevoerd.
 De aanduiding Edit kan verschijnen wanneer parameterinstellingen worden gewijzigd door aan
knoppen te draaien of doordat de interne toongenerator van de stagepiano wordt bespeeld door
een extern MIDI-apparaat.
De achtergrondtrack begint niet met afspelen als de knop [
wordt ingedrukt.
 Als u een gebruikerssong hebt gekozen voor de achtergrondtrack, controleer dan of hij data bevat.
 Zorg dat de knop [TRACK] is ingeschakeld (d.w.z. het lampje brandt).
 Zorg dat de interne klok van de stagepiano wordt gebruikt voor MIDI-synchronisatie.
Druk op de knop [UTILITY]
'int' of 'auto'.
Er kunnen geen gebruikerssongs of wavefiles worden opgenomen.
 Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is om een gebruikerssong intern op te slaan of een
wavefile op het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat.
Gebruikerssongs:
Druk op de knop [SONG SETTING]  Ga naar pagina 4 door op de knop [4] te drukken  MemInfo.
Wavefiles:
Druk op de knop [FILE]  Ga naar pagina 2 door op de knop [2] te drukken  Draai knop 3 (MemInfo) om geheugeninformatie weer
te geven.
 Zorg dat er een lege gebruikerssong beschikbaar is voor opname (pagina 41).
Als er een vooraf ingesteld drumpatroon of een wavefile is ingesteld als de achtergrondtrack van de huidige performance,
is het niet mogelijk om over een eerder opgenomen gebruikerssong op te nemen. In plaats daarvan wordt automatisch
een lege gebruikerssong geselecteerd. Als er echter geen lege gebruikerssongs beschikbaar zijn, moet u wat geheugen
vrijmaken door onnodige gebruikerssongs te verwijderen, of door een onnodige gebruikerssong in te stellen als de
achtergrondtrack voor de huidige performance, zodat hij kan worden overschreven.
Geluid van een aangesloten microfoon kan niet goed worden gehoord.
 Zorg dat de knop [GAIN] niet volledig naar beneden is gedraaid.
 Zorg dat de knop [MIC INPUT] is ingeschakeld (d.w.z. het lampje linksboven brandt).
Data-uitwisseling met een computer werkt niet.
 Zorg ervoor dat de poortinstellingen van de computer juist zijn.
 Zorg ervoor dat de interface voor de uitwisseling van MIDI-berichten (d.w.z. USB of MIDI)
overeenkomt met de uitgevoerde fysieke aansluitingen (pagina 45).
Druk op de knop [UTILITY]
knop [STORE] om deze instelling op te slaan.
E
) verschijnt zelfs wanneer er geen bewerking is
Ga naar pagina 6 door op de knop [6] te drukken
Ga naar pagina 6 door op de knop [6] te drukken
] (Play / Pause)
R/K
Draai knop 3 om de MIDISyn-parameter in te stellen op
Draai knop 2 om In/Out correct in te stellen
Gebruikershandleiding CP5/CP50
Problemen oplossen
Druk op de
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cp50

Inhoudsopgave