Vierkante buizen
Platte buizen waarvan de binnendoorsnede met de dia-
meter van de ronde buizen overeenkomt:
¡ diameter 150 mm komt overeen met ca. 177 cm².
¡ diameter 120 mm komt overeen met ca. 113 cm².
¡ Gebruik bij een afwijkende buisdiameter een afdicht-
strip.
¡ Geen platte buizen met scherpe bochten gebruiken.
Ronde buizen
Ronde buizen met een binnendiameter van 150 mm
(aanbevolen) of minstens 120 mm gebruiken.
12.10 Aanwijzing voor de luchtafvoerfunctie
Voor de luchtafvoerfunctie moet een terugslagklep wor-
den ingebouwd.
Opmerkingen
¡ Wanneer bij het apparaat geen terugslagklep is
meegeleverd, dan kan men een terugslagklep in de
vakhandel verkrijgen.
¡ Wanneer de afvoerlucht door de buitenwand wordt
geleid, dan moet een telescopische muurcassette
worden gebruikt.
12.11 Aanwijzingen bij de circulatiefunctie
Als het apparaat met circulatiefunctie wordt gebruikt,
dan moet de uitblaasopening door een ventilatierooster
worden beveiligd. Het ventilatierooster vermijdt mecha-
nisch en elektrisch gevaar.
12.12 Installatie
Ombouw controleren
Controleren of de ombouw horizontaal is en vol-
1.
doende draagvermogen heeft.
Het maximale gewicht van het apparaat bedraagt
15 kg.
Controleren of de ombouw het volledige kookvlak
2.
bedekt.
Controleren of alle wanden van de ombouw een
3.
wanddikte van minstens 15 mm hebben.
Controleren of de ombouw ook na de uitsnijwerk-
4.
zaamheden nog stabiel is.
Luchtafvoeraansluitstuk monteren
Vereiste: Het apparaat beschikt over een rechthoekige
luchtuitlaat.
Het luchtafvoeraansluitstuk boven de rechthoekige
▶
luchtuitlaat vastschroeven.
Het luchtafvoeraansluitstuk is meegeleverd.
Apparaat monteren
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
▶
Vereiste: De vetfilters zijn gedemonteerd.
→ "Vetfilter verwijderen", Pagina 53
1.
De stroom aansluiten.
Het apparaat in de ombouw omhoogdrukken tot de
2.
montageveer vooraan en achteraan vastklikt.
Het apparaat vastschroeven.
3.
Ervoor zorgen dat het apparaat aan de onderste
4.
rand vlak met de ombouw afsluit.
Als het apparaat een afstandsrail heeft, dan dient u
5.
deze te plaatsen.
De vetfilters inbouwen.
6.
→ "Vetfilter inbouwen", Pagina 54
Buizen
Opmerking: Wanneer u een aluminiumbuis gebruikt,
maak dan het aansluitgedeelte eerst glad.
Wij adviseren het gebruik van buizen met een afvoer-
buis van Ø 150 mm.
Luchtafvoerverbinding maken (afvoerbuis Ø 150 mm)
De luchtafvoerbuis op het afvoeraansluitstuk beves-
1.
tigen.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
2.
De verbindingspunten afdichten.
3.
Luchtafvoerverbinding maken (afvoerbuis Ø 120 mm)
Bevestig het verloopstuk op het aansluitstuk van de
1.
luchtafvoer.
De luchtafvoerbuis bevestigen aan het verloopstuk.
2.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
3.
De verbindingspunten afdichten.
4.
Apparaat demonteren
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
▶
Vereiste: De vetfilters zijn gedemonteerd.
→ "Vetfilter verwijderen", Pagina 53
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcon-
1.
tact.
De schroeven losdraaien.
2.
De buizen losmaken.
3.
Montagehandleiding nl
61