optie kunnen aangepaste paletten worden gedefinieerd in het
kaartmenu en toegepast op de Genesis laag.
•
Navigatie - gebruikt het navigatiepalet.
•
Dieptearcering - gebruikt het dieptearceringspalet.
•
Papieren kaart - gebruikt het papieren kaart-palet.
•
Veiligheidsarcering - gebruikt de veiligheidsdiepte-instelling om
de kleur te arceren van gebieden die ondieper zijn dan de
ingestelde veiligheidsdiepte. Schakelt ook de optie
Veiligheidsdiepte op het Genesis live menu in.
Veiligheidsdiepte
Stelt de veiligheidsdiepte in. Gebieden die ondieper zijn dan de
veilige minimale diepte worden gearceerd. Deze optie is alleen
beschikbaar als het palet voor veiligheidsarcering is geselecteerd.
Radar overlay
Een overlay van het radarbeeld kan worden geprojecteerd op de
kaart. Dit kan u helpen het radarbeeld eenvoudig te interpreteren
door de radardoelen op één lijn te brengen met de objecten op de
kaart.
Ú Notitie:
Voor radaroverlay moet het systeem zijn uitgerust met
een koerssensor.
Wanneer u kiest voor radar-overlay, zijn de basisradarfuncties
beschikbaar in het kaartpaneelmenu. Voor meer informatie over de
menuopties van StructureMap raadpleegt u "Radar" op pagina 187.
Bron radar-overlay selecteren op kaartpanelen
Voor het selecteren van de radarbron of de radaroverlay die wordt
weergegeven op het kaartpaneel gebruikt u de menuoptie Bron.
Deze optie is beschikbaar onder Radaropties als radar is
geselecteerd als overlay.
Voor kaartpagina's met meer dan een kaart met radar-overlay kunt u
verschillende radarbronnen instellen voor elk kaartpaneel. Activeer
een van de kaartpanelen en selecteer vervolgens een van de
beschikbare radars in de menuoptie Radar bron. Herhaal het proces
voor het tweede kaartpaneel met radar-overlay en selecteer een
andere radar voor dit paneel.
Kaarten
| HDS Pro Gebruikershandleiding
61