196
Drempel
De drempel bepaalt de vereiste signaalsterkte voor de laagste
radarsignalen. Radar beneden deze drempel wordt gefilterd en
wordt niet getoond.
Doel vergroting
Met Doelvergroting wordt de lengte van doelen in het bereik
vergroot, zodat ze beter te zien zijn.
Radarstoring onderdrukken
De optie Radarstoring onderdrukken (RO of Storing ond) wordt
gebruikt om tweedespoor-echo's van doelen op grote afstand te
verwijderen evenals de interferentie van radarunits op dezelfde
frequentieband.
Als de RO aan staat, is pulsspreiding van de transceiver
ingeschakeld. Wanneer dit is ingeschakeld, wordt de PRF van de
transceiver voor elke sweep licht gewijzigd. Hierdoor worden de
spiraalverstoringen en tweedespoor-echo's in het bereik van sweep
tot sweep gesplitst. RO-verwerking wist alle echo's die in hetzelfde
bereik worden gevonden als ze niet in elke sweep aanwezig zijn.
De RO moest worden gekozen afhankelijk van de omgeving rond
het eigen vaartuig:
•
IR uit als het maximale signaal van de receiver nodig is
•
IR aan als de verstoring of tweedespoor-echo's het radarbeeld
verstoren
Om geen zwakke doelen te missen, dient de storingsonderdrukking
uit gezet te worden als er geen storing is.
Doelonderscheiding
Regelt de doelonderscheiding van de radar (de afstand tussen
objecten is opvallender).
Snelle scan
Stelt de rotatiesnelheid van de antenne in. Met deze optie krijgt u
sneller een update van doelen.
Ú Notitie:
Of de maximale snelheid wordt bereikt is afhankelijk
van de instellingen, de modus en het bereik die voor de radar
Radar
| HDS Pro Gebruikershandleiding