Tweedespoor-echo's zijn alleen onder abnormale atmosferische
omstandigheden of in geval van superrefractie.
Deze echo's worden met de juiste peiling maar met een verkeerd
bereik weergegeven.
U herkent tweedespoor-echo's aan de onregelmatige vorm.
Aangezien de tijd tussen twee opeenvolgend uitgezonden pulsen
afhankelijk is van kleine variaties, ziet de tweedespoor-echo er vaag
en wazig uit.
Tweedespoor-echo's worden automatisch door de radar onderdrukt
als de functie storingsonderdrukking ingeschakeld is. Zie "Radarstoring
onderdrukken" op pagina 196.
Nevenbundelecho's
Radarantennes hebben een stralingspatroon dat bestaat uit een
hoofdstraal en verschillende zeer kleine nevenbundels. Het grootste
deel van de door de radar uitgezonden energie wordt
teruggestraald en ontvangen op de hoofdbundel, en een zeer klein
deel op de nevenbundels. Dit heeft geen effect in het geval van een
doel in de verte of een klein doel, maar de terugkeer van een groot
doel op korte afstand (minder dan 3 NM) kan aan beide kanten van
de hoofdecho en op dezelfde afstand, bogen of reeksen kleine
echo's genereren. Als deze effecten een uitbreiding van de
hoofdecho zijn, kunnen kortstondige fouten veroorzaken voor de
tracking en de koers- en snelheidswaarden geleverd door de
tracking kunnen instabiel worden.
Het probleem kan meestal worden verholpen of sterk verminderd
door een nauwkeurige afstelling van de zeeruisfunctie. Zie "Zee-echo"
op pagina 194.
Blinde vlekken
Pijpen, masten of andere obstructies (wanneer deze zich in de
nabijheid van de radarantenne bevinden) kunnen blinde vlekken of
schaduwsectoren veroorzaken, waardoor het zicht op het doel
volledig verloren kan gaan of sterk wordt gehinderd. Doelen die
lange tijd in deze gebieden blijven (meer dan 10
antenneomwentelingen) worden als verloren beschouwd en de
melding Verloren doel wordt geactiveerd.
Gebruik de functie Sector onderdrukking om te zorgen dat de radar
niet meer scant in de richting van maximaal vier sectoren. Zie "Sector
onderdrukking" op pagina 213.
211
Radar
| HDS Pro Gebruikershandleiding