Download Print deze pagina

Advertenties

Hook2 Series
Gebruikershandleiding
5 HDI, 5 TS, 7X GPS TS, 7 HDI, 7 TS, 9 TS, 9 HDI,
and 12 TS
NEDERLANDS
www.lowrance.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Lowrance Hook2 Series

  • Pagina 1 Hook2 Series Gebruikershandleiding 5 HDI, 5 TS, 7X GPS TS, 7 HDI, 7 TS, 9 TS, 9 HDI, and 12 TS NEDERLANDS www.lowrance.com...
  • Pagina 3 Navico Holding AS en zijn dochtermaatschappijen, filialen en gelieerde bedrijven behouden zich het recht voor wijzigingen in de specificaties aan te brengen zonder mededeling vooraf. Handelsmerken ® ® Lowrance en Navico zijn gedeponeerde handelsmerken van Navico Holding AS. ® C-MAP is een gedeponeerd handelsmerk van C-MAP.
  • Pagina 4 Aanvullende kaartgegevens: Copyright© 2012 NSI, Inc.: Copyright© 2012 Richardson's Maptech. Voorwoord | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 5 De eisen voor niveau 2-apparatuur van de Radiocommunicatienorm 2008 (elektromagnetische compatibiliteit) De relevante Conformiteitsverklaring is beschikbaar in de productsectie op de volgende website: www.lowrance.com. Over deze handleiding Deze handleiding is een naslaghandleiding voor de bediening van de volgende Hook modellen: 5 HDI, 5 TS, 7X GPS TS, 7 HDI, 7 TS, 9 TS, 9 HDI en 12 TS.
  • Pagina 6 Deze handleiding is geschreven voor softwareversie 1.0. De handleiding wordt telkens bij het verschijnen van een nieuwe softwareversie bijgewerkt. De meest recente versie van de handleiding kan gedownload worden van www.lowrance.com. De softwareversie De huidige softwareversie op deze unit is te vinden in het dialoogvenster Info.
  • Pagina 7 Voorwoord | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 8 Voorwoord | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 9 Inhoud 13 Inleiding Bediening voorpaneel De Home pagina Applicatiepagina's 18 Bediening, basis Dialoogvenster Systeem regelingen De unit in- en uitschakelen Displayverlichting Sonar stoppen Menu's en dialoogvensters gebruiken Gebruik van de cursor op het paneel Een Man Overboord-waypoint aanmaken Schermafdruk 23 Het systeem aanpassen Wallpaper van de Home pagina aanpassen Data overlay Nieuwe aangepaste pagina's toevoegen...
  • Pagina 10 39 GPS-plotter GPS-plotterpagina Vaartuigsymbool GPS-plotterpagina schaal Het GPS-plotterbeeld verschuiven GPS-weergaveopties Waypoints, routes en trails Navigeren GPS-plotterinstellingen 43 Waypoints, routes en trails Dialoogvensters Waypoints, Routes, en Trails Waypoints Routes Trails 52 Navigeren Navigeren naar cursorpositie Navigeren naar een waypoint Een route navigeren Navigatie-instellingen 55 Sonar Het Sonar-beeld...
  • Pagina 11 StructureScan historie weergeven StructureScan gegevens opnemen Het StructureScan beeld instellen 71 DownScan Het DownScan-beeld In- of uitzoomen op het DownScan-beeld Gebruik van de cursor op het DownScan paneel DownScan-historie weergeven De beeldinstellingen aanpassen 75 StructureMap Het StructureMap beeld Structuur overlay activeren StructureMap tips StructureScan gegevens opnemen StructureMaps gebruiken met topografische kaarten...
  • Pagina 12 92 Simulator Demomodus Simulator bronbestanden Geavanceerde simulatorinstellingen Inhoud | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 13 Inleiding Bediening voorpaneel Pagina’s - indrukken om de Home pagina te activeren. In-/uitzoomen - indrukken om in of uit te zoomen op het beeld. Tegelijkertijd beide toetsen indrukken om een MOB- waypoint (man overboord) op de positie van het vaartuig aan te maken.
  • Pagina 14 Cursor/Waypoint - indrukken om de cursor te activeren/ deactiveren. Ingedrukt houden om een waypoint op te slaan. Aan/uit - indrukken om het dialoogvenster Systeem regelingen weer te geven. Ingedrukt houden om de unit aan of uit te zetten. Micro SD kaart De kaartlezer zit aan de zijkant of voorop de unit, afhankelijk van het model.
  • Pagina 15 De Home pagina De Home pagina is op elk moment toegankelijk door kort op de toets Pagina’s te drukken. Ú Notitie: De paginapictogrammen op de Home pagina variëren afhankelijk van het model. Paneel Tools - Selecteer een knop voor toegang tot dialoogvensters waar u een taak kunt uitvoeren of waar u naar opgeslagen informatie kunt bladeren.
  • Pagina 16 Applicatiepagina's Applicatiepaneel Menu - Specifiek paneelmenu. Dialoogvenster Systeem regelingen - Snel toegang tot basisinstellingen van het systeem. Dialoogvenster - Informatie voor of invoer van de gebruiker. Alarmmelding - Wordt weergegeven als zich gevaarlijke situaties of systeemfouten voordoen. Alle applicaties die met het systeem zijn verbonden worden weergegeven op panelen.
  • Pagina 17 Aangepaste pagina's met meerdere panelen Een aangepaste pagina kan maximaal 4 panelen bevatten. Zie "Nieuwe aangepaste pagina's toevoegen" op pagina 24. Pagina met 2 panelen Pagina met 3 panelen Pagina met 4 panelen Paneelformaten in een pagina met meerdere panelen kunnen worden aangepast in het dialoogvenster Systeem regelingen.
  • Pagina 18 Bediening, basis Dialoogvenster Systeem regelingen Het dialoogvenster Systeem regelingen biedt snelle toegang tot basisinstellingen van het systeem. U kunt het dialoogvenster openen door kort op de toets Aan/uit te drukken. De getoonde pictogrammen op het dialoogvenster kunnen variëren. De optie Spitsing aanpassen is bijvoorbeeld alleen beschikbaar als u een pagina met meerdere panelen bekijkt wanneer u het dialoogvenster Systeem regelingen opent.
  • Pagina 19 De modus Standby In de standby-modus worden de sonar en het achtergrondlicht voor het touchscreen en de toetsen uitgeschakeld om energie te besparen. Het systeem blijft op de achtergrond actief. U kunt de standby-modus selecteren in het dialoogvenster Systeem regelingen. Schakel vanuit de standby-modus naar normale werking door de toets Aan/uit kort in te drukken.
  • Pagina 20 Markeer een menuoptie met de pijltoetsen en druk vervolgens op de Menu/Enter toets om de selectie te bevestigen. Schuifbalken - activeer de schuifbalk in het menu en pas deze aan met de pijltoetsen. Druk op de Menu/Enter toets om uw aanpassing op te slaan.
  • Pagina 21 Als u de MOB-functie activeert, wordt automatisch één van de volgende acties uitgevoerd: • Op de positie van het vaartuig wordt een MOB-waypoint geplaatst • Het display schakelt over naar een ingezoomd paneel, gecentreerd op de positie van het vaartuig •...
  • Pagina 22 Schermafdruk Druk tegelijk op de toetsen Pagina's en Aan/uit om een schermafdruk te maken. Schermafdrukken worden in het interne geheugen opgeslagen. Om bestanden weer te geven, raadpleegt u "Bestanden" op pagina Bediening, basis | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 23 Het systeem aanpassen Wallpaper van de Home pagina aanpassen U kunt de wallpaper van de Home pagina aanpassen. U kunt een foto uit het systeem selecteren of uw eigen foto in .jpg- of .png- indeling gebruiken. De beelden kunnen zich op elke gewenste locatie bevinden die zichtbaar is in de bestandsbrowser.
  • Pagina 24 Overlaygegevens wijzigen Gebruik de optie Overlay wijzigen in het dialoogvenster Systeem regelingen om de opties van het menu wijzigen te openen om: • Een nieuwe data overlay toe te voegen aan het actieve paneel. • Een geselecteerde data overlay te verwijderen. •...
  • Pagina 25 paneel wordt uit het deelvenster rechts van het dialoogvenster verwijderd. - Een paneel verplaatsen: gebruik de pijltoetsen om het deelvenster rechts van het dialoogvenster te selecteren en het pijlpictogram in de linkerbovenhoek van het te verplaatsen paneel te markeren. Druk op de Menu/Enter toets. Een groter pijlpictogram wordt weergegeven.
  • Pagina 26 Sla uw wijzigingen op of negeer ze om de modus Bewerken te verlaten. De splitsing aanpassen op pagina’s met meerdere panelen Open de pagina met meerdere panelen Druk kort op de aan/uit-knop om het dialoogvenster Systeem regelingen te openen Selecteer de optie Splitsing aanpassen. Het cursorpijlpictogram wordt weergegeven op de pagina met meerdere panelen Gebruik de pijltoetsen om de splitsing naar de gewenste positie te verplaatsen...
  • Pagina 27 Kaarten Ú Notitie: Kaarten zijn niet beschikbaar op 7x TS modellen. In plaats daarvan is de GPS-functie beschikbaar. Raadpleeg "GPS- plotter" op pagina 39. De kaartfunctie toont de positie van uw vaartuig relatief ten opzichte van land en andere kaartobjecten. Op het kaartpaneel kunt u routes plannen en navigeren en waypoints plaatsen.
  • Pagina 28 Trail* Kaartschaal Interval bereikringen (wordt alleen getoond als Bereikringen is ingeschakeld) * Optionele kaartitems. U kunt de optionele kaartitems individueel in-/uitschakelen in het dialoogvenster Kaartinstellingen. Kaarttype selecteren U kunt het kaarttype dat op het kaartpaneel wordt weergegeven, opgeven door een van de beschikbare kaarttypen te selecteren in het dialoogvenster Kaartinstellingen.
  • Pagina 29 Navigeren U kunt de pagina gebruiken om naar de cursor of een waypoint te navigeren of langs een route te navigeren. Zie "Navigeren" op pagina Informatie over kaartitems weergeven Als u de cursor op een kaartitem, waypoint, trail of route plaatst, wordt basisinformatie over het geselecteerde item weergegeven in een pop-upvenster.
  • Pagina 30 Kaart-overlay Structuurinformatie (StructureMap) kan als overlay op uw kaartpaneel worden getoond. Ú Notitie: Structuuroverlay (StructureMap) is alleen beschikbaar op modellen met TripleShot/SideScan-functionaliteit. Als u een overlay selecteert, wordt het kaartmenu uitgebreid met basismenufuncties voor de geselecteerde overlay. Zie "StructureMap" op pagina 75. Het vaartuig op het kaart paneel positioneren Kaartoriëntatie...
  • Pagina 31 Koers boven De kaartrichting hangt af van of u al dan niet navigeert: • als u navigeert, is de gewenste koerslijn naar boven gericht • als u niet navigeert, is de richting waarin het vaartuig vaart (COG) naar boven gericht Vooruit kijken Verplaatst het vaartuigpictogram op het paneel om uw zicht vóór het vaartuig te maximaliseren.
  • Pagina 32 bepaalt de limiet waarbij diepten niet meer blauw worden weergegeven. Kaartcategorieën Er bestaan diverse categorieën en subcategorieën. U kunt de categorieën afzonderlijk in-/uitschakelen, afhankelijk van het soort informatie dat u wilt weergeven. Navionics-kaarten Voor sommige Navionics-functies zijn de recentste gegevens van Navionics vereist.
  • Pagina 33 Speciale kaartopties Navionics Zowel C-MAP als Navionics kaarten beschikken over de opties Kaart- overlay, Oriëntatie en Vooruit kijken (eerder in dit deel beschreven). Hieronder worden speciale kaartopties voor Navionics beschreven. Community wijzigingen Hiermee schakelt u de kaartlaag met de Navionics-wijzigingen in. Dit zijn gebruikerswijzigingen of -informatie die door gebruikers zijn geüpload naar Navionics Community en die op Navionics-kaarten beschikbaar gemaakt worden.
  • Pagina 34 Navionics dynamische pictogrammen voor getijden en stromingen Getijden en stromingen worden met een meter en een pijl weergegeven in plaats van met de ruitvormige pictogrammen die worden gebruikt voor statische informatie over getijden en stromingen. De gegevens over getijden en stromingen die beschikbaar zijn voor Navionics-kaarten zijn gerelateerd aan een bepaalde datum en tijd.
  • Pagina 35 Eenvoudige weergave Met deze functie vergroot u de weergave van kaartitems en tekst. Ú Notitie: Op de kaart kunt u niet zien of deze functie geactiveerd SonarChart Het systeem biedt ondersteuning voor de functie Navionics SonarChart. SonarChart toont een bathymetrische kaart met contourdetails op hoge resolutie en standaardnavigatiegegevens.
  • Pagina 36 Geen ondiep water gemarkeerd Markering van ondiep water: 0 m - 3 m Presentatietype Verschaft maritieme kaartinformatie zoals symbolen, kleuren van de navigatiekaart en benamingen voor internationale of USA- presentatietypen. Veiligheidsdiepte De Navionics-kaarten gebruiken verschillende schakeringen blauw om onderscheid te maken tussen ondiep en diep water. Veiligheidsdiepte, op basis van een geselecteerde limiet, wordt zonder blauwe schakeringen getekend.
  • Pagina 37 Kaartbron Wijzig de kaartbron als er een mediakaart is geplaatst Pop-upinformatie Hiermee wordt bepaald of basisinformatie voor paneelitems wordt getoond als u dat item selecteert. Bereikringen De bereikringen kunnen worden gebruikt om de afstand weer te geven tussen uw vaartuig en andere paneelobjecten. De bereikschaal wordt automatisch door het systeem ingesteld zodat deze overeenkomt met de paneelschaal.
  • Pagina 38 Lengte extensielijn Als de optie Koersextensie is ingeschakeld, kunt u de lengte van de weer te geven lijn opgeven. SonarChart Live getijde correctie Wanneer deze functie geselecteerd is, gebruikt de getijdecorrectie informatie van getijdestations in de buurt (indien beschikbaar) om de diepte aan te passen die SonarChart Live gebruikt wanneer de sonar wordt vastgelegd.
  • Pagina 39 GPS-plotter Ú Notitie: De GPS-plotterpagina is alleen beschikbaar op 7x TS modellen. Op de GPS-plotterpagina wordt de positie van uw vaartuig weergegeven. Op de GPS-plotterpagina kunt u routes plannen en navigeren, het trail van uw vaartuig zien en waypoints plaatsen. GPS-plotterpagina Data overlay (kan worden gewijzigd, verplaats of verwijderd.
  • Pagina 40 Vaartuigsymbool Als het systeem over een geldige GPS-positievergrendeling beschikt, geeft het vaartuigsymbool de vaartuigpositie aan. Als er geen GPS-positie beschikbaar is, staat er een vraagteken in het vaartuigsymbool. GPS-plotterpagina schaal U kunt op de GPS-plotterpagina in- en uitzoomen met de zoomtoetsen.
  • Pagina 41 Noord boven Koers boven Noord boven Geeft het GPS-plotterbeeld weer met het noorden naar boven. Koers boven De richting van het GPS-plotterbeeld hangt af van of u al dan niet navigeert: • als u navigeert, is de gewenste koers naar boven gericht •...
  • Pagina 42 GPS-plotterinstellingen Pop-upinformatie Hiermee wordt bepaald of basisinformatie voor paneelitems wordt getoond als u dat item selecteert. Bereikringen De bereikringen kunnen worden gebruikt om de afstand weer te geven tussen uw vaartuig en andere paneelobjecten. De bereikschaal wordt automatisch door het systeem ingesteld zodat deze overeenkomt met de paneelschaal.
  • Pagina 43 Waypoints, routes en trails Dialoogvensters Waypoints, Routes, en Trails De dialoogvensters TrailsWaypoints, Routes, en bieden toegang tot geavanceerde bewerkingsfuncties en instellingen voor deze items. De dialoogvensters zijn toegankelijk via het paneel Tools op de Home pagina. Selecteer het menupictogram in het dialoogvenster om meer opties te weer te geven.
  • Pagina 44 Waypoints Een waypoint is een door de gebruiker gemaakte markering die op de kaart of het GPS-plotterpaneel is geplaatst. Elk waypoint heeft een exacte positie met lengte- en breedtecoördinaten. Waypoints worden gebruikt om posities te markeren waarnaar u later mogelijk wilt terugkeren.
  • Pagina 45 Waypoints wijzigen U kunt alle informatie over een waypoint wijzigen in het dialoogvenster Waypoints wijzigen . Het dialoogvenster wordt geactiveerd door de cursor te plaatsen op het waypoint, het waypoint in het menu te selecteren en vervolgens de menuoptie Wijzigen te selecteren. Het dialoogvenster kan ook worden geopend door het dialoogvenster Waypoints, routes en trails te activeren in het paneel Tools op de Home pagina.
  • Pagina 46 Routes Een route bestaat uit een serie routepunten die worden ingevoerd in de volgorde waarin u wilt navigeren. Als u ee n route selecteert op het paneel, wordt de route groen en wordt de naam van de route getoond. Een nieuwe route op de pagina maken Selecteer de optie Nieuwe route in het menu Druk op de toets Cursor/Waypoint om de cursor op het paneel te activeren...
  • Pagina 47 Plaats de cursor op de route in het paneel. Het pop-upvenster Route wordt weergegeven. Druk op de Menu/Enter toets en selecteer de route in het menu met de pijltoetsen. Het menu wordt uitgevouwen met meer opties. - Met de optie Bewerken kunt u routepunten op het paneel verplaatsen en verwijderen.
  • Pagina 48 In het dialoogvenster Route wijzigen kunt u ook bestaande waypoints invoegen in een bestaande route. Selecteer in het dialoogvenster Route wijzigen het routepunt in de lijst waar u het waypoint wilt invoegen en druk op de Menu/Enter toets. Trails omzetten in routes U kunt een trail omzetten in een route in het dialoogvenster Trail wijzigen.
  • Pagina 49 Selecteer de optie Route maken om de trail om te zetten in een route. Het dialoogvensterRoute wijzigen U kunt routepunten toevoegen en verwijderen en route- eigenschappen wijzigen in het dialoogvenster Route wijzigen. Dit dialoogvenster wordt geactiveerd door de cursor op de route te plaatsen en de route in het menu te selecteren.
  • Pagina 50 Trails Trails vormen een grafische weergave van het historische pad van een vaartuig, zodat u kunt achterhalen welke route u hebt afgelegd. Trails kunnen omgezet worden in routes in het dialoogvenster Wijzigen. Zie "Trails omzetten in routes" op pagina 48. Het systeem is in de fabriek zo ingesteld dat de beweging van het vaartuig automatisch wordt gevolgd en getoond op het kaartpaneel.
  • Pagina 51 Als u wilt opgeven hoe trailpunten op een trail moeten worden gepositioneerd, selecteert u het menupictogram in het dialoogvenster Trails en vervolgens de optie Instellingen. Ú Notitie: Ook moet de optie Trails zijn ingeschakeld in het dialoogvenster Paneelinstellingen om zichtbaar te zijn. U kunt trails kleuren door in het dialoogvenster Trails de trail te selecteren en in het dialoogvenster Trail wijzigen de kleur in te stellen.
  • Pagina 52 Navigeren Met behulp van de navigatiefunctie van het systeem kunt u naar de cursorpositie, een waypoint of langs een eerder opgegeven route navigeren. Ga naar "Waypoints, routes en trails" op pagina 43 voor meer informatie over het plaatsen van waypoints en het uitzetten van routes. Als navigeren naar de cursorpositie, een waypoint of een vooraf gedefinieerde route selecteert, wordt de optie Navigatie in het menu weergegeven.
  • Pagina 53 Navigatie-instellingen Aankomst radius Stelt een onzichtbare cirkel rond het bestemming waypoint in. Het vaartuig wordt beschouwd als aangekomen bij het waypoint wanneer het zich binnen deze radius bevindt. XTE limiet Met deze instelling bepaalt u hoe ver de boot mag afwijken van de geselecteerde route;...
  • Pagina 54 Type loggen U hebt de keuze om trail punten te plaatsen op basis van tijd, afstand, of door het apparaat automatisch een punt te laten plaatsen als er een koerswijziging is geregistreerd. Selecteer een van de volgende typen loggen in het dialoogvenster Navigatie instellingen: Auto - het apparaat plaatst automatisch een punt wanneer er •...
  • Pagina 55 Sonar De Sonar-functie geeft een beeld van het water en de bodem onder uw vaartuig, zodat u vis kunt opsporen en de structuur van de bodem kunt zien. Het Sonar-beeld Visbogen Snelheid over de grond* Diepte* Watertemperatuur* Frequentie Bodem Bereikschaal * Optionele sonardata overlay die u kunt aanpassen.
  • Pagina 56 Het beeld zoomen U kunt in- en uitzoomen op het beeld met de zoomtoetsen. Het zoomniveau wordt linksonder op het beeld getoond. Als u zoomt terwijl de cursor niet actief is, wordt de zeebodem onder aan het scherm gehouden. Als de cursor actief is, zoomt de unit op de cursorpositie.
  • Pagina 57 Ú Notitie: De onderstaande opties zijn alleen zichtbaar in Aangepaste modus of Ice Fishing modus. Bereik De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm. Frequentie De unit ondersteunt meerdere transducerfrequenties. Beschikbare frequenties hangen af van het model van de aangesloten transducer.
  • Pagina 58 Geavanceerde opties Pingsnelheid De pingsnelheid bepaalt de snelheid waarmee de transducer het signaal in het water verzendt. De pingsnelheid is standaard ingesteld op max. Mogelijk moet de pingsnelheid worden gewijzigd om storing te beperken of om deze aan te passen aan specifieke viscondities.
  • Pagina 59 Standaardinstellingen herstellen Deze menuoptie is beschikbaar als u een of meer instellingen aanpast. Als deze optie is geselecteerd, worden de aangepaste instellingen weer teruggezet naar de standaardinstellingen. Meer opties Opties voor gesplitst scherm Opties voor gesplitste schermen zijn beschikbaar in het submenu voor gesplitste schermen.
  • Pagina 60 Bodemvergrendeling De bodemvergrendelingsmodus is handig als u echo's dicht bij de bodem wilt weergeven. In deze modus toont de linkerkant van het paneel een beeld waar de bodem vlakker wordt. De bereikschaal wordt veranderd zodat deze vanaf de zeebodem (0) naar boven meet.
  • Pagina 61 Fish ID beeps Als deze optie is geselecteerd, piept het systeem als een vis wordt geïdentificeerd. Overlay DownScan Wanneer een DownScan-bron is aangesloten op uw systeem, kunt u DownScan-beelden weergeven als overlay op het normale Sonar- beeld. Wanneer Sonar-menu is geactiveerd, wordt het aangevuld met een aantal basisopties voor DownScan.
  • Pagina 62 Wanneer de gegevens worden opgenomen, knippert er in de linkerbovenhoek een rood symbool en verschijnt er regelmatig een bericht onder in het scherm. Bestandsnaam Geef de opname (log) een naam. Bestandsformaat Selecteer een bestandsindeling in de vervolgkeuzelijst: slg (alleen Sonar), xtf (alleen Structure*) of sl2 (Sonar en Structure). Ú...
  • Pagina 63 Resterende tijd Toont de resterende toegewezen tijd die beschikbaar is voor opnamen. Opname van sonarloggegevens stoppen Selecteer Stoppen loggen in het dialoogvenster Systeem regelingen en selecteer vervolgens Stoppen in het dialoogvenster Sonarloggegevens registreren om de opname van alle sonarloggegevens te stoppen. Ú...
  • Pagina 64 Sonar-instellingen Log sonar Selecteer deze optie om het vastleggen van Sonar-gegevens te starten of te stoppen. Raadpleeg voor meer informatie "Opname van sonarloggegevens starten" op pagina 61. Sonar log bekijken Wordt gebruikt om sonaropnamen weer te geven. Het logbestand wordt weergegeven als een gepauzeerd beeld. U kunt het scrollen en weergeven bedienen via de menuoptie Bediening.
  • Pagina 65 Meet voorafgaand aan het instellen van de offset de afstand van de transducer naar het laagste punt van de boot in het water, of van de transducer naar het wateroppervlak. Laagste punt van de offset van het vaartuig: stel de afstand in van de transducer tot het laagste punt van de boot in het water.
  • Pagina 66 StructureScan StructureScan gebruikt hoge frequenties om een fotoachtig beeld met hoge resolutie van de zeebodem te maken. Om StructureScan-functies te kunnen gebruiken hebt u een voor TripleShot geschikte unit nodig. Het StructureScan beeld De weergave Het StructureScan-beeld kan worden ingesteld om scannen links, rechts of zowel links als rechts weer te geven.
  • Pagina 67 Gebruik van de cursor op het paneel StructureScan De cursor wordt standaard niet getoond op het StructureScan- beeld. Druk op de toets Cursor/Waypoint om de cursor op het beeld te plaatsen. Gebruik de pijltjestoetsen om de cursor te positioneren Als u de cursor op een SideScan-beeld plaatst, pauzeert het scherm en wordt het cursorinformatievenster geactiveerd.
  • Pagina 68 • Als u normaal scrollen wilt hervatten, drukt u op de toets Cursor/ Waypoint om de cursor van het beeld te verwijderen. StructureScan gegevens opnemen U kunt StructureScan-gegevens opnemen en het bestand intern opslaan in de unit of op een geheugenkaart, zoals beschreven in "Opname van sonargegevens starten"...
  • Pagina 69 Contrast Bepaalt de helderheidsverhouding tussen lichte en donkere gebieden op het scherm. Ú Notitie: We raden u aan om Auto contrast te gebruiken. Om de instelling voor contrast aan te passen: Selecteer de optie Contrast in het menu Selecteer Auto contrast en druk op de Menu/Enter toets om Auto contrast uit te schakelen Markeer de aanpassingsbalk met de pijltoetsen en druk op de Menu/Enter toets om deze te activeren...
  • Pagina 70 Meer opties Het StructureScan-beeld naar links/rechts omkeren Indien nodig kunnen de links/rechts-beelden van StructureScan worden omgekeerd zodat ze overeenkomen met richting van de transducerinstallatie. Bereiklijnen Aan het beeld kunnen bereiklijnen worden toegevoegd om afstand gemakkelijker te kunnen schatten. Paletten U kunt kiezen uit verschillende displaypaletten die zijn geoptimaliseerd voor een verscheidenheid aan viscondities.
  • Pagina 71 DownScan DownScan produceert gedetailleerde beelden van structuren en vissen direct onder uw boot, tot 91 meter diep bij 455 kHz en tot 46 meter diep bij 800 kHz. Het DownScan-beeld Snelheid over de grond Diepte Temperatuur Frequentie Diepte Bereikschaal In- of uitzoomen op het DownScan-beeld U kunt in- of uitzoomen op een DownScan-beeld met de zoomtoetsen.
  • Pagina 72 Gebruik de pijltjestoetsen om de cursor te positioneren Als u de cursor op een DownScan-beeld plaatst, pauzeert het scherm en wordt het cursorinformatievenster geactiveerd. De afstand van het vaartuig tot de cursor wordt weergegeven in de onderste rij van het cursorinformatievenster.
  • Pagina 73 Cursor/Waypoint om de cursor van het beeld en cursormenuopties te verwijderen. Opties voor Aangepaste modus Bereik De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het beeld. Auto-bereik Standaard is het bereik ingesteld op Auto. In de stand Auto geeft het systeem automatisch het volledige bereik van het wateroppervlak tot de bodem weer.
  • Pagina 74 Geavanceerde opties Oppervlaktehelderheid Golfactiviteit, kielwater en temperatuurinversies kunnen dicht aan de oppervlakte echo's op het scherm veroorzaken. Deze optie reduceert oppervlakte-echo's door de gevoeligheid van de ontvanger in de buurt van de oppervlakte te verminderen. Ú Notitie: Oppervlaktehelderheid is standaard ingesteld op Laag, voor optimale beeldontvangst en helderheid.
  • Pagina 75 StructureMap Ú Notitie: StructureScan-overlay (StructureMap) is alleen beschikbaar op modellen met TripleShot transducers. Met de functie StructureMap kunnen SideScan-beelden uit een StructureScan bron op de kaart worden geprojecteerd. Dit maakt het gemakkelijker om de onderwateromgeving ten opzichte van uw positie te visualiseren en SideScan-beelden te duiden. Het StructureMap beeld In het onderstaande voorbeeld ziet u een kaartpaneel met een structuuroverlay, gecombineerd met een traditioneel SideScan...
  • Pagina 76 Ú Notitie: Structuur overlay kan ook worden geactiveerd door een opgeslagen StructureMap bestand via de bestanden browser te selecteren. StructureMap tips • Als u langere structuren (zoals een wrak e.d.) in kaart wilt brengen, vaar er dan niet overheen, maar stuur de boot zo dat de structuur aan de linker- of rechterkant van uw vaartuig ligt.
  • Pagina 77 StructureMaps gebruiken met topografische kaarten Met StructureMap kunt u de volledige kaartcapaciteit behouden. Het kan zowel gebruikt worden met vooraf geladen cartografie als met elektronische kaarten van Navionics, Insight en mediakaarten van andere merken die compatibel zijn met het systeem. Wanneer u StructureMap gebruikt met mediakaarten, kopieert u de StructureMap (.smf )-bestanden naar het interne geheugen van de unit.
  • Pagina 78 Live historie wissen Hiermee worden de bestaande live historiegegevens van het scherm gewist en worden alleen de meest recent gegevens getoond. StructureMap | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 79 Alarmen Alarmsysteem Als het systeem is ingeschakeld, wordt er voortdurend gecontroleerd op gevaarlijke situaties en systeemfouten. Als er een alarmsituatie ontstaat, verschijnt er een alarmmelding op het scherm. Als u de sirene hebt geactiveerd, wordt de alarmmelding gevolgd door een geluidsalarm. Het alarm wordt opgenomen in het alarmoverzicht zodat u de details kunt zien en de juiste corrigerende actie kunt ondernemen.
  • Pagina 80 Zet de alarmstatus op bevestigd, wat betekent dat u weet dat er een alarmtoestand is. De sirene/zoemer stopt en het dialoogvenster Alarmen wordt verwijderd. Het alarm blijft echter actief in het alarmoverzicht totdat de reden voor het alarm is verdwenen. Deactiveren •...
  • Pagina 81 Alarmen | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 82 Tools Het paneel Tools bevat standaard pictogrammen voor toegang tot opties en tools die niet specifiek voor een bepaald paneel zijn. Het paneel Tools bevindt zich op de Home pagina. Instellingen Geeft toegang tot applicatie- en systeeminstellingen. Systeeminstellingen De systeeminstellingen bieden toegang tot het volgende: Taal Bepaalt de taal die op het apparaat wordt gebruikt voor panelen, menu's en dialoogvensters.
  • Pagina 83 Tekst grootte Gebruikt voor het instellen van de grootte van tekst in menu's en dialoogvensters. Standaard instelling: Normaal Toetstonen Hiermee bepaalt u het volume van de toon die klinkt wanneer er een toets wordt ingedrukt. Standaard instelling: Luid Tijd Bepaalt de lokale tijdzone verstelling en het formaat van tijd en datum.
  • Pagina 84 Satellieten Statuspagina voor actieve satellieten. Standaardinstellingen herstellen Biedt de mogelijkheid te selecteren welke instellingen op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen moeten worden teruggezet. Waarschuwing: Als waypoints, routes en trails worden geselecteerd, worden die permanent verwijderd. Geavanceerd Toont een paneel met meer geavanceerde instellingen. Gebruikt voor het instellen van hoe uw systeem diverse gebruikersinterface informatie weergeeft.
  • Pagina 85 Fishfinder Biedt opties en dialoogvensters waarin u instellingen voor de fishfinder opgeeft. Zie "Fisfinder instellingen" op pagina 64. Alarmen Biedt de optie om de sirene in te schakelen. Voorziet ook in een dialoogvenster waarin u alarmen kunt inschakelen voor items en dat informatie over actieve alarmen en de alarmhistorie bevat.
  • Pagina 86 U kunt de datum wijzigen door met de pijltoetsen het datumveld te openen en op de Menu/Enter toets te drukken om de kalenderfunctie te openen. Trip Geeft tripinformatie. Te gebruiken om tripinformatie te resetten. Opslagtemperatuur Toegang tot het bestandsbeheersysteem. Bestanden Via het bestandsbeheersysteem kunt u het interne geheugen van de unit en de geplaatste SD-kaart bekijken.
  • Pagina 87 Onderhoud Preventief onderhoud De unit bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. De gebruiker hoeft daarom slechts in zeer beperkte mate preventief onderhoud uit te voeren. Aangeraden wordt om het zonnescherm altijd te plaatsen als de unit niet in gebruik is. Ú...
  • Pagina 88 Software-upgrades De nieuwste software kunt u downloaden van onze website www.lowrance.com. Zorg dat u eerst een back-up maakt van mogelijk waardevolle gebruikersgegevens voordat u een update op de unit uitvoert. Zie "Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 89.
  • Pagina 89 Download de software-update vanaf www.lowrance.com naar een geheugenkaart die is geplaatst in een smart apparaat of een pc die verbonden is met internet. Schakel uw unit uit en plaats vervolgens de geheugenkaart met de software-updates in uw unit. Schakel uw unit in. Een voortgangsbalk wordt weergegeven die aangeeft dat de software wordt bijgewerkt.
  • Pagina 90 Kan gebruikt worden bij de overdracht van gebruikersgegevens van het ene systeem naar een verouderd product (Lowrance LMS, LCX) GPX (GPS Exchange, zonder diepte) • Dit is het meest gebruikte formaat op het web en wordt wereldwijd door de meeste GPS-systemen gebruikt. Gebruik dit formaat als u gegevens overzet naar de unit van een concurrent.
  • Pagina 91 Druk op de toets Afsluiten (X) om aan te geven dat het vak de regio die u wilt exporteren omvat. Het dialoogvenster Regio exporteren wordt geopend. Selecteer de optie Exporteren Selecteer het juiste bestandsformaat Selecteer Exporteren en volg de instructies om de bestemmingsmap en een bestandsnaam op te geven.
  • Pagina 92 Simulator Met de simulatiefunctie kunt u zien hoe de unit stationair werkt, zonder verbinding met andere apparaten. U krijgt toegang tot de simulator via de tool Instellingen. Demomodus In deze modus doorloopt de unit automatisch de hoofdfuncties van het product; de unit zal automatisch pagina's wijzigen, instellingen aanpassen, menu's openen enz.
  • Pagina 93 Geavanceerde simulatorinstellingen Via de instellingen voor de geavanceerde simulator kunt u de simulator handmatig bedienen. GPS-bron Selecteert van waaruit de GPS-gegevens gegenereerd worden. Snelheid, koers en route Wordt gebruikt voor het handmatig invoeren van waarden als de GPS-bron is ingesteld op Simulated course of Simulated route. Anders worden GPS-gegevens, waaronder snelheid en koers, opgehaald uit het geselecteerde bronbestand.
  • Pagina 94 Simulator | Hook² Series Gebruikershandleiding...
  • Pagina 95 Index Cursor 20 Aangepaste pagina's 16 Bewerken 25 Data overlay 23 Meerdere panelen 17 De splitsing aanpassen Toevoegen 24 Pagina's met meerdere Verwijderen 25 panelen 26 Aangepaste pagina's met De unit in- en meerdere panelen 17 uitschakelen 18 Aangepaste pagina's Demomodus 92 toevoegen 24 Dialoogvenster Systeem...
  • Pagina 96 Geavanceerde systeem Objecten zoeken op de instellingen 84 kaart 29 Gesplitst scherm Overlay 30 Opties 59 Verschuiven 28 Sonar 59 Vooruit kijken 31, 41 Gevoeligheid Zoomen 28 Sonar 57 Kalibratie GPS 39 watertemperatuur 65 Koers boven 41 Kleurlijn Noord boven 41 Sonar 58 Koersextensielijn 37, 42 Kopiëren van bestanden naar...
  • Pagina 97 Een nieuwe route op de pagina maken 46 Opnemen Een route aanmaken op Opname van basis van bestaande sonargegevens starten 61 waypoints 47 Opname van Navigeren 52 sonarloggegevens Verwijderen 47 starten 61 Ruisonderdrukking 58 Oppervlak helderheid Fishfinder 58 Over deze unit 84 Satellieten, Overlay DownScan 61 systeeminstellingen 84...
  • Pagina 98 Opname van Standaardinstellingen sonargegevens starten 61 herstellen 84 Sonar stoppen 19 Taal 82 Splits zoom 59 Tekst grootte 83 Zoombalk 56 Tijd 83 Zoomen 56 Toetstonen 83 Standaardinstellingen Systeeminstellingen 82 herstellen 84 Coördinatensysteem 83 StructureMap 62, 75 Over copyright en deze Activeren 75 unit 84 Beeld 75...
  • Pagina 99 Vaartuigsymbool 28, 40 Verlichting 19 Verschuifsnelheid 58 Wallpaper, aanpassen 23 Waypoint Navigeren naar 52 Waypoints opslaan 44 Waypoints, routes en trails Exporteren 90 Wissen 91 Waypoints 44 Bewegen 44 Dialoogvenster 43 Opslaan 44 Verwijderen 45 Wijzigen 45 Wissen 91 XTE alarm Navigatie instellingen 53 XTE limiet 53 XTF-formaat 62...