Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

HOOK-serie
Bedieningshandleiding
NEDERLANDS
HOOK-4
HOOK-5
HOOK-7
HOOK-9
lowrance.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Lowrance HOOK Series

  • Pagina 1 HOOK-serie Bedieningshandleiding NEDERLANDS HOOK-4 HOOK-5 HOOK-7 HOOK-9 lowrance.com...
  • Pagina 2: Complianceverklaringen

    2 apparatuur van de Radiocommunicatienorm 2008 (elektromagnetische compatibiliteit) Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website: www.lowrance.com. OPMERKING: deze handleiding is bestemd voor HOOK-4, HOOK-5, HOOK-7 en HOOK-9 units. Daarom komen screenshots van menu's en dialoogvensters mogelijk niet overeen met uw unit.
  • Pagina 3 Waarschuwing De gebruiker wordt gewaarschuwd dat wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor naleving ertoe kunnen leiden dat de bevoegdheid van de gebruiker om de appa- ratuur te gebruiken komt te vervallen. Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal toestel van Klasse B, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regelgeving.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding ..........6 Geavanceerde modus ......13 Knoppen ..........6 Stand-bymodus ........13 microSD-kaarten plaatsen ....... 7 Standaardinstellingen herstellen ... 13 Basisbediening ........ 8 Pagina's .......... 14 Configuratiewizard ........8 Stuurpagina ........... 14 Pagina's ........... 8 Sonarpagina .......... 14 Selecteren van pagina's ......
  • Pagina 5 Sonaropties ........... 23 Kaartinstellingen ........42 Downscan-opties ........24 Navigatie-instellingen ......43 Sonarinstellingen ........25 AIS........... 45 Installatie ..........27 AIS-setup ..........45 DownScan-bediening ....28 Doelsymbolen ........46 Trackback ..........28 AIS-doelinformatie weergeven ....47 DownScan-menu ........28 Instellingen ........48 Pingsnelheid ..........
  • Pagina 6: Inleiding

    Inleiding Knoppen Aan de slag AAN/UIT: regelt de schermverlichting en Zo schakelt u het apparaat in/uit: Unit in-/uit- schakelt het apparaat in/uit houd de AAN/UIT-knop gedurende schakelen drie seconden ingedrukt. TOETSENPANEEL: regelt de cursor en selecteert items in menu's Druk tegelijkertijd op de knop INZOO- MEN en UITZOOMEN om een Man PAGES (PAGINA'S): hiermee kunt u een overboord- waypoint in te stellen.
  • Pagina 7: Microsd-Kaarten Plaatsen

    microSD-kaarten plaatsen Schuif de microSD-kaart voorzichtig in de sleuf totdat hij vastklikt. Als u de kaart wilt verwijderen, drukt u voorzichtig op de kaart totdat deze losklikt. HOOK-4 HOOK-5, HOOK-7 en HOOK-9 Inleiding | HOOK-serie...
  • Pagina 8: Basisbediening

    Basisbediening OPMERKING: de beschikbare pagina's Configuratiewizard variëren afhankelijk van het apparaat en de aangesloten transducer. De Configuratiewizard verschijnt als de unit voor de eerste keer wordt ingeschakeld. Als u uw eigen Selecteren van pagina's instellingen wilt maken, voert u de Configuratie- wizard niet uit.
  • Pagina 9 Combinatiepagina's Downscan-pagina Pagina met twee Pagina met drie panelen panelen Downscan-menu Druk twee maal op de PAGES-toets om te schakelen tussen actieve panelen. Het paginamenu voor de actieve pagina wordt getoond wanneer de MENU-toets wordt ingedrukt. Het actieve paneel wordt aangeduid met een oranje rand.
  • Pagina 10: Werken Met Menu's

    Toegang tot menu-items Aan/uit-functies Het toetsenpaneel en de ENTER-toets worden Selecteer een aan/uit-menu-item en druk op ENTER om deze optie gebruikt om menu-items te selecteren en submenu's te openen. Gebruik het toetsenpaneel in of uit te schakelen. om het gewenste onderdeel te selecteren en druk op ENTER.
  • Pagina 11: Invoeren Van Tekst

    Vismodi Afhankelijk van het type invoer worden andere methoden gebruikt voor het bevestigen, annule- (Alleen conventionele sonar) ren en sluiten van het dialoogvenster. Een vismodus verbetert de prestaties van uw unit Invoeren van tekst door het aanbieden van vooraf ingestelde sets sonarinstellingen die gericht zijn op specifieke Bij sommige functies, zoals het benoemen van een waypoint, route of spoor, moet u tekst invoeren.
  • Pagina 12: Cursor

    Cursor Opties vismodi Algemeen Het toetsenpaneel beweegt de cursor op het 1000 ft of minder Kustgebieden gebruik scherm, zodat u door de kaart kunt bladeren, Ondiep Ondiepe bodems met kaartitems kunt selecteren en de sonargeschiede- 60 ft of minder water veel wier nis kunt bekijken.
  • Pagina 13: Geavanceerde Modus

    Geavanceerde modus Druk op de AAN/UIT-toets om toegang te krijgen tot het dialoogvenster voor de schermverlichting. Schakelt geavanceerde functies en instellingen in. De volgende functies worden ingeschakeld wan- OPMERKING: als u uw toestel in de neer de geavanceerde modus wordt ingeschakeld: stand-bymodus laat staan wanneer uw vaartuig niet in gebruik is, loopt de accu •...
  • Pagina 14: Pagina's

    Pagina's Oppervlaktestoring De richting van de cursor Visbogen Kompas Huidige spoor Bodem Bereikschaal Navigatie- Uw locatie informatie Stuurpagina Sonarpagina Toont de waterkolom die van rechts naar links De Stuurpagina heeft een kompas dat uw huidige over het scherm op uw unit beweegt. koers aangeeft, de richting naar uw bestemming en een navigatiepaneel met digitale gegevens.
  • Pagina 15: Downscan-Pagina

    Huidige locatie Diepte- contour Cursor Oppervlakstoring Structuur Zoom- Huidige cursorpositie; Bereikschaal Waypoint bereik afstand tot cursor Downscan-pagina De Downscan-pagina toont de waterkolom Kaartpagina die van rechts naar links beweegt. U kunt Bestaat uit een kaart die in real time met u een overlay maken van de downscan- meebeweegt.
  • Pagina 16: Combinatiepagina's Aanpassen

    Combinatiepagina's Dit apparaat heeft vier vooraf geconfigureerde combinatiepagina's. Combinatiepagina's aanpassen U kunt de paneelgrootte aanpassen van combinatiepagina's aanpassen en bepalen hoe de pagina's worden gerangschikt op het scherm: verticaal Kaart/Sonar Kaart/Downscan (zijkant) of horizontaal (boven). Als u aanpassingen wilt maken aan panelen op een combinatiepagina, selecteert u een combinatiepagina uit de paginacarrousel en drukt u op MENU.
  • Pagina 17: Overlaygegevens

    Overlaygegevens Wordt gebruikt voor het selecteren van gegevens die worden getoond op de Sonar-, Structuur- en Kaartpagina's. Overlaygegevens toevoegen: 1. Druk op de Sonar-, Kaart- of DownScan-pagina op MENU. 2. Selecteer Overlay data en druk op ENTER. 3. Selecteer Configureren en druk op Overlaygegevens ENTER.
  • Pagina 18: Sonarbediening

    Dit apparaat ondersteunt hoogfrequente CHIRP, middenfrequente CHIRP en laagfrequente CHIRP, afhankelijk van de transducer. CHIRP kan worden gebruikt in combinatie met conventionele sonartransducers van Lowrance. • 50/200 kHz (laagfrequente/hoogfrequente In dit deel worden de functies van de CHIRP) conventionele sonar beschreven. Raadpleeg het deel Downscan voor informatie over Downscan- •...
  • Pagina 19: Trackback

    (Geavanceerde is ingeschakeld) vastleggen van modus) ten of druk op MENU en selecteer Cursormodus sonarlogs afsluiten. Sonarmenu Druk vanuit een sonarpagina op MENU om het Sonarmenu te openen. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 20: Gevoeligheid

    Houdt de gevoeligheid op een niveau dat onder de meeste omstandigheden het beste werkt, Wordt gebruikt om aanpassingen te zodat dit niet snel aangepast hoeft te worden. maken aan Gevoeligheid en Kleurlijn. Auto-gevoeligheid is standaard ingeschakeld. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 21: Aangepast Bereik - Boven- En Ondergrenzen

    Dit apparaat onder- Wordt gebruikt voor het selecteren van de steunt conventionele sonarfrequenties en CHIRP- bovengrens en ondergrens van een deel van de en DownScan-sonarfrequenties. waterkolom. Hiermee kunt u een deel van de Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 22: Pingsnelheid

    Bij gebruik van de vismodi worden Betere dieptewerking dan pinginstellingen geoptimaliseerd voor de Middenfrequen- hoogfrequente CHIRP geselecteerde visomstandigheden, dus in de te CHIRP met minimaal verlies van meeste gevallen is aanpassing niet nodig. onderscheidend vermogen Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 23: Sonaropties

    (scheepspompen, watercon- Kleur dities, ontstekingssystemen van motoren enz.) op Hiermee kunt u het uiterlijk van de display uw display te bewaken en filtert de ongewenste wijzigen met paletten met diverse kleur- en signalen eruit. helderheidsinstellingen. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 24: Downscan-Opties

    Downscan-opties sonarapparaten gelijktijdig aanstaan. U kunt de Downscan-overlayinstellingen aanpas- OPMERKING: er wordt geen sen via de sonarpagina. Downscan-opties worden sonargeschiedenis vastgelegd als de beschreven in het deel over DSI. sonar is gestopt. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 25: Sonargegevens Vastleggen

    Hiermee kunt u gegevens Alleen aanpassingen van de conventionele selecteren die boven aan de sonarinstellingen zijn zichtbaar op de sonarpagina moeten worden sonarpagina. weergegeven. Het instellen van overlaygegevens wordt uitgelegd in het gedeelte Overlay data Pagina's. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 26: Handmatige Modus

    Reset geselecteerde vismodus naar tebereik zendt. Hierdoor zal het display soepel standaardwaarde. Dat is handig wanneer u blijven scrollen als de bodemdiepte buiten het aanspassingen wilt wissen tijdens het gebruiken transducerbereik valt. van een vismodus. Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 27: Installatie

    Waterafstand terugzetten Stelt de waterafstand in op nul. Transducertype Selecteert het type transducermodel dat is Transducer gekoppeld aan uw unit. A: kielafstand (bijv. -0,3 m) Sonarbediening | HOOK series...
  • Pagina 28: Downscan-Bediening

    DownScan-bediening DownScan-menu Druk op MENU op de DownScan-pagina om het In dit deel worden functies voor de DownScan- DownScan-menu te openen. sonar beschreven. Raadpleeg het deel over sonarbediening voor informatie over conventio- nele en CHIRP-sonar. Trackback U kunt uw sonargeschiedenis bekijken door op de linkerknop van het toetsenpaneel te drukken tot- dat het scherm in tegengestelde richting begint te bewegen en de sonargeschiedenisbalk onder aan...
  • Pagina 29 Nieuw waypoint Contrast Plaatst een waypoint op uw huidige positie of op Stelt de helderheidsverhouding in tussen lichte en de cursorpositie. Vanuit het menu voor het nieuwe donkere gebieden op het scherm, waardoor zwe- waypoint kunt u een waypointnaam invoeren, een vende objecten makkelijker van de achtergrond te pictogram selecteren en de gewenste breedte- onderscheiden zijn.
  • Pagina 30: Pingsnelheid

    Aangepast bereik — Boven- en ondergrenzen Frequentie Wordt gebruikt voor het selecteren van de boven- Regelt de transducerfrequentie die grens en ondergrens van een deel van de water- wordt gebruikt door het apparaat. kolom. Hiermee kunt u een deel van de waterko- 800 kHz geeft de beste resolutie, lom zien zonder wateroppervlak.
  • Pagina 31: Storingsonderdrukking

    Storingsonderdrukking Gesplitst zoom Gebruikt geavanceerde signaalverwerking om de Verandert het display in een gesplitste zoom- effecten van lawaai (scheepspompen, watercon- schermweergave. dities, ontstekingssystemen van motoren enz.) op uw display te bewaken en filtert de ongewenste Kleur signalen eruit. Hiermee selecteert u een kleurenpalet dat Oppervlaktehelderheid het beste past bij uw...
  • Pagina 32: Sonar Stoppen

    Sonar stoppen Overlaygegevens Voorkomt dat de transducer zendt en reduceert/ Hiermee kunt u gegevens se- stopt daarmee interferentie wanneer er twee lecteren die moeten worden sonarapparaten gelijktijdig aanstaan. weergegeven boven aan de DownScan-pagina. OPMERKING: er wordt geen sonarge- Het instellen van overlayge- Overlay data schiedenis (Trackback) vastgelegd als de gevens wordt uitgelegd in...
  • Pagina 33: Kaartbediening

    Kaartbediening Kaartmenu Kaart-menu Druk op MENU op een kaartpagina om het Kaart- Nieuw waypoint menu te openen. Maakt een waypoint aan op uw huidige locatie of op de cursorpositie. Wanneer de cursor op het scherm wordt weergegeven, worden waypoints opgeslagen op de cursorpositie; als de cursor daarentegen niet wordt weergegeven op het scherm, worden waypoints opgeslagen op uw huidige positie.
  • Pagina 34: Waypoints, Routes, Sporen

    Waypoints, routes, sporen Wordt gebruikt voor het maken, bewerken, navi- geren en verwijderen van waypoints, routes en sporen. Druk op de toetsen links/rechts om te schakelen tussen de tabbladen voor waypoints, routes en sporen. Waypoint- menu Waypointscherm Waypoint- menu Bewerken Hiermee kunt u de naam, het pictogram en de breedtegraad/lengtegraad...
  • Pagina 35: Routescherm

    Nieuw Sorteren Bepaalt hoe de lijst met waypoints Maakt een nieuw waypoint wordt gesorteerd - op naam of op aan op de positie van de dichtstbijzijnde waypoint. cursor of het vaartuig. U kunt ook een naam, pictogram en breedtegraad/ lengtegraad selecteren vanuit het menu voor het Routescherm nieuwe waypoint.
  • Pagina 36 Veld Etappe Naam Voegt een waypoint in tussen bestaande routewaypoints Voegt een waypoint toe aan het einde van de route Start navigatie naar 5. Selecteer Waypoint in lijst en druk op Routeway- het geselecteerde ENTER. point-menu routewaypoint 6. Selecteer het gewenste waypoint en druk tweemaal op de ENTER-toets.
  • Pagina 37 Een route maken met punten op een kaart: 1. Selecteer de gewenste route op het Routescherm en druk op MENU. 1. Herhaal stap 1-4 van de instructies voor het maken van een route vanuit 2. Selecteer Start en druk op ENTER. een lijst met waypoints.
  • Pagina 38: Navigatie Annuleren

    Navigatie annuleren: Als u het menu Bewerken of Nieuwe route wilt openen, selecteert u Bewerken of Nieuw in het 1. Druk op MENU op het kaartscherm. Routemenu en drukt u op ENTER. 2. Selecteer Navigatie en druk op ENTER. Als u wijzigingen in de menu's Bewerken of 3.
  • Pagina 39: Spoorscherm

    Spoorscherm Wordt gebruikt voor het maken, bewerken, na- vigeren en verwijderen van sporen. Gebruik het toetsenpaneel om het Spoortabblad te selecteren en zo toegang te krijgen tot het Spoorscherm. Spoormenu Scherm Trails Spoormenu Sporen maken Bij het maken van een spoor kunt u de naam en Een nieuw spoor maken: de kleur van het nieuwe spoor aanpassen.
  • Pagina 40: Menu's Bewerken En Nieuw Spoor

    Menu's Bewerken en Nieuw spoor Een spoor navigeren Hiermee kunt u sporen bewerken/maken, de Een spoor moet worden opgeslagen als route namen, kleuren en weergaven voor sporen selec- voordat er kan worden genavigeerd. teren en instellen welk spoor wordt vastgelegd. U Een spoor opslaan als route: kunt ook een spoor converteren naar een route in het menu Spoor bewerken.
  • Pagina 41: Oriëntatie

    Overlaygegevens Met de opdracht Opnemen kunt u een spoor opnemen en de opname stoppen of hervatten. Hiermee kunt u gegevens selecteren (koers over de grond, enz.) die boven aan de kaart moeten worden weergegeven. Verwijderen en Alles verwijderen Verwijderen wordt gebruikt voor het verwijderen van afzonderlijke sporen.
  • Pagina 42: Kaartinstellingen

    Kaartgegevens Selecteert de kaartgegevens die worden gebruikt op de kaartweergave (regionale Lowrance- of Navionics-kaart). Ga naar Navionics.com voor een volledige selectie van beschikbare kaarten. Kaartbediening | HOOK-serie...
  • Pagina 43: Navigatie-Instellingen

    Navigatie-instellingen Weergaven van waypoints, routes en sporen Vanuit het Kaartinstellingenmenu kunt u de (Alleen in geavanceerde modus) weergave-eigenschappen van waypoints, routes Regelt de instellingen voor aankomstradius en en sporen in en uitschakelen. Als u weergave- koersafwijking en wordt gebruikt voor het in- en eigenschappen uitschakelt, krijgt u een beter uitschakelen van WAAS/MSAS/EGNOS.
  • Pagina 44: Aankomstradius

    Aankomstradius Magnetische variatie Stelt de aankomstradiusdrempel in voor het aan- Bepaalt of magnetische variatie wordt berekend komstalarm. Het aankomstalarm klinkt wanneer met behulp van automatische of handmatige in- uw vaartuig binnen een geselecteerde afstand stellingen. Magnetische variatie is de hoek tussen (aankomstradius) van het bestemmingswaypoint het magnetische noorden en het ware noorden.
  • Pagina 45: Ais

    AIS-setup Voordat u AIS kunt gebruiken, moet uw toestel Het maritieme Automatic Identification System zijn ingesteld op dezelfde baudsnelheid als uw (AIS) is een systeem voor het melden van locatie- AIS-apparaat. en vaartuiginformatie. Hiermee kunnen met AIS uitgeruste vaartuigen automatisch positie, OPMERKING: uw toestel moet worden snelheid, koers en identiteitsgegevens ontvangen ingesteld op de modus Geavanceerd...
  • Pagina 46: Doelsymbolen

    Doelsymbolen 5. Selecteer Opslaan. De unit gebruikt onderstaande AIS-doelsymbolen: Sym- Beschrijving bool Stilliggend AIS-doel Bewegend AIS-doel met (COG) koersverlengingslijn De verlengingslijn vertegenwoordigt altijd de koers over de grond van het doel en is standaard ingesteld op 10 minuten. Als er binnen een tijdslimiet geen signalen zijn ontvangen, wordt een doel als verloren...
  • Pagina 47: Filteren Van Doelen

    AIS-doelinformatie weergeven OPMERKING: als u gegevens over de koersrichting van een AIS-vaartuig Wanneer u de cursor op een AIS-pictogram ontvangt, geeft de richting van het plaatst, wordt het MMSI-nummer of de naam van vaartuigpictogram de koersrichting aan. het vaartuig (indien beschikbaar) weergegeven. Als u geen gegevens over de koersrichting U kunt gedetailleerde ontvangt, geeft de richting van het...
  • Pagina 48: Instellingen

    Instellingen Systeem Past instellingen aan zoals taal, geluid dempen en geavanceerde modus. Instellingenmenu Opent de installatie- en configuratie-instellingen voor uw unit. Zie “Ge- avanceerde modus” op pagina Systeemmenu Instellingen Geeft informatie (Alleen in -menu over software geavanceerde weer modus) (Alleen in geavan- ceerde modus) Instellingen | HOOK-serie...
  • Pagina 49: Reis Calculator

    Taal instellen Reis calculator Houdt de reistijd, snelheid en Selecteert de taal die in menu's en afstand bij wanneer u sneller dialoogvensters gebruikt wordt. gaat dan de geselecteerde waarde. Audio Past het volume aan en schakelt het geluid van Geavanceerde modus het unit in of uit, zoals piepjes, alarmsignalen, enz.
  • Pagina 50: Screenshots Opslaan

    Er klinkt een alarm uw toestel gebruikt door naar het scherm Over te wanneer de vis-ID gaan. op het display verschijnt Lowrance werkt de software van tijd tot tijd bij om Instellingen | HOOK-serie...
  • Pagina 51: Basismodus

    Eenheden Alarmen Hiermee kunt u de maateenheid selecteren die er klinkt een alarm wanneer u zich binnen Aan- een bepaalde afstand van uw bestemming wordt gebruikt door het unit. Opties voor een- komst bevindt (alleen in geavanceerde modus) heden zijn verschillend in de basismodus en er klinkt een alarm wanneer de koers geavanceerde modus.
  • Pagina 52 NMEA 0183-uitvoer Simulator (Optionele netvoeding/NMEA-kabel 000-0127-49 Simuleert GPS- en/of sonaractiviteit. Simulaties vereist) kunnen worden aangepast in het menu Simulatoropties. U kunt selecteren welke NMEA 0183-zinnen de eenheid zal gebruiken wanneer deze is aangeslo- ten op een marifoon of ander NMEA 0183-toestel. U kunt ook de baudsnelheid instellen, maar de standaardinstelling werkt het beste onder de meeste omstandigheden.
  • Pagina 53: Specificaties

    Hot Spots® PRO, & Insight Genesis. Stroomvereisten 12 V tibiliteit Ga voor meer informatie over de Ingangsspanning 10 tot 17 V nieuwste kaartcompatibiliteit naar www.lowrance.com Stroomopname Standaard: 1,1 A Maximaal 3000 waypoints, 100 Zekeringtype 3 ampère Automotive routes/100 waypoints per route, 100 Waypoints, routes...
  • Pagina 54 Hot Spots® PRO, & Insight Genesis. tibiliteit Stroomvereisten Ga voor meer informatie over de 12 V nieuwste kaartcompatibiliteit naar Ingangsspanning 10 tot 17 V www.lowrance.com Standaard: 1,1 A Stroomopname Maximaal 3000 waypoints, 100 Waypoints, routes routes/100 waypoints per route, 100 Zekeringtype 3 ampère Automotive...
  • Pagina 55 Hot Spots® PRO, & Insight Genesis. tibiliteit Stroomvereisten Ga voor meer informatie over de 12 V nieuwste kaartcompatibiliteit naar Ingangsspanning 10 tot 17 V www.lowrance.com Standaard: 1,1 A Stroomopname Maximaal 3000 waypoints, 100 Waypoints, routes routes/100 waypoints per route, 100 Zekeringtype 3 ampère Automotive...
  • Pagina 56 Hot Spots® PRO, & Insight Genesis. tibiliteit Stroomvereisten Ga voor meer informatie over de 12 V nieuwste kaartcompatibiliteit naar Ingangsspanning 10 tot 17 V www.lowrance.com Standaard: 1,1 A Stroomopname Maximaal 3000 waypoints, 100 Waypoints, routes routes/100 waypoints per route, 100 Zekeringtype 3 ampère Automotive...
  • Pagina 57: Navico Databases Licentieovereenkomst

    Navico Databases Licentieovereenkomst Databases beperkte garantie DIT IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST TUSSEN DE EINDGEBRUIKER DIE DIT Wij", "onze" of "ons" heeft betrekking op Navico, de fabrikant van dit product. "U" of "uw" PRODUCT ALS EERSTE HEEFT AANGESCHAFT ALS EEN CONSUMPTIEARTIKEL heeft betrekking op de eerste persoon die het product heeft aangeschaft als een consumptiearti- VOOR PERSOONLIJK OF HUISHOUDELIJK GEBRUIK OF GEBRUIK IN kel voor persoonlijk of huishoudelijk gebruik of gebruik in familiekring.
  • Pagina 59: Contactgegevens

    Contactgegevens Klantenservice: AMER: 800-628-4487 EMEA: +44 1794 51 0010 APAC: 1300 628426 Accessoires bestellen VS: http://store.navico.com Overige landen: ga naar uw lokale dealer of distributeur. Bezoek onze website Voor aanvullende regionale ondersteuningsinformatie: www.lowrance.com/technicalsupport...
  • Pagina 60 www.lowrance.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hook-4Hook-5Hook-7Hook-9

Inhoudsopgave