alarm dat het laatst geactiveerd is. De andere alarmen worden
weergegeven in het dialoogvenster Alarmen.
Een melding bevestigen
De opties in het alarmdialoogvenster voor het bevestigen van een
melding variëren afhankelijk van het alarm:
Sluiten. Hiermee stelt u de alarmstatus in op bevestigd. De
•
sirene/zoemer stopt en het dialoogvenster Alarmen wordt
verwijderd. Het alarm blijft echter actief in het alarmoverzicht
totdat de reden voor het alarm is verdwenen.
Uitschakelen. Deactiveert de huidige alarminstelling. Het alarm
•
wordt niet meer getoond tenzij u dit weer inschakelt in het
dialoogvenster Alarminstellingen.
Er geldt geen time-out voor een bericht of de sirene. Deze blijven
actief tot u ze bevestigt of tot de reden voor het bericht is
verwijderd.
Alarminstellingen
U kunt de alarmsirene in- of uitschakelen in het dialoogvenster
Alarminstellingen.
Via dit dialoogvenster kunt u ook naar het dialoogvenster
Instellingen, waar u alle systeemalarmen kunt in- of uitschakelen.
Dialoogvensters Alarmen
De dialoogvensters Alarmen worden geactiveerd vanuit het
dialoogvenster Alarminstellingen of door de knop Alarm op de
werkbalk te selecteren.
Menu Alarms (Alarmen)
| HDS Pro Gebruikershandleiding
263