Radaropties en vervolgens in Bron op het kaartpaneel om de
radarbron te selecteren.
Voor kaartpagina's met meer dan een kaart met radar-overlay kunt u
verschillende radarbronnen instellen voor elk kaartpaneel. Activeer
een van de kaartpanelen en selecteer vervolgens een van de
beschikbare radars in de menuoptie Radar bron. Herhaal het proces
voor het tweede kaartpaneel met radar-overlay en selecteer een
andere radar voor dit paneel.
Operationele modi radar
U bedient de operationele modi van de radar vanuit het menu
Radar. De volgende modi zijn beschikbaar:
Uit
De voeding voor de radarscanner is uitgeschakeld. Uitschakelen is
alleen beschikbaar wanneer de radar in de standby-modus staat.
Standby
De spanning naar de radarscanner is aan, maar de radar zendt niet.
Ú Notitie:
U kunt de radar ook in de standby-modus zetten vanuit
het dialoogvenster Systeem regelingen.
Zenden
De scanner is aan en zendt. Ontdekte doelen worden op de PPI
(Plan Position Indicator) van de radar getekend.
Ú Notitie:
U kunt de radar ook in de verzendmodus zetten vanuit
het dialoogvenster Systeem regelingen.
Het radarbereik aanpassen
Het radarbereik wordt in het gedeelte systeeminformatie op het
radarbeeld weergegeven.
Gebruik de zoomknoppen om het bereik te vergroten of verkleinen.
Dubbel bereik
Ú Notitie:
Halo20 ondersteunt tweevoudig bereik niet.
Radar
| HDS Pro Gebruikershandleiding
189