voordat NAV-modus wordt geactiveerd. Zie "Aankomstmodus" op
pagina 166.
Opties NAV-modus
In de NAV-modus zijn de volgende knoppen beschikbaar in de
stuurautomaat-controller:
Opnieuw starten
Start de navigatie opnieuw vanaf de huidige locatie van het
vaartuig.
Overslaan
Het actieve waypoint wordt overgeslagen en er wordt koers gezet
naar het volgende waypoint. Deze optie is alleen beschikbaar
tijdens het navigeren van een route met meer dan één waypoint
tussen de positie van het vaartuig en het einde van de route.
Diepteroutingmodus
In deze modus kunt u uw trollingmotor gebruiken om een
ingestelde diepte te volgen op basis van uw C-MAP kaart.
Het bereik van de diepterouting wijzigen
Selecteer de modus Diepterouting op de autopilootbediening van
uw trollingmotor.
Selecteer Min. diepte of Max. diepte om het bereik van de
diepterouting te definiëren.
163
Stuurautomaat trollingmotor
| HDS Pro Gebruikershandleiding