De voetsteun instellen
De voetsteun kan maar voren of naar achteren
worden gezet overeenkomstig de wensen van de
bestuurder.
Til de voetsteun omhoog en plaats de stangen in
de gaten met dezelfde positie (Figuur 23).
Figuur 23
1. Voetsteun
2. Stang
Tips voor bediening en
gebruik
Snel-stand gashendel
Voor een optimaal maairesultaat en een maximale
luchtcirculatie moet u de gashendel op Snel zetten.
Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet
de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor
dat het maaidek niet helemaal door ongemaaid
gras is omgeven. Probeer altijd één zijkant van de
machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat
lucht kan worden aangezogen.
Wanneer u een gazon voor de eerste
keer maait
Laat het gras iets langer dan normaal, om te
voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig
worden weggemaaid. In het algemeen kan het
best de voorheen gebruikte maaihoogte worden
gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat
maaien, kunt u het best in twee keer maaien om
een goed maairesultaat te verkrijgen.
1/3 van de lengte van het gras
afmaaien
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van
de lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien
3. Gaten
wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de
late herfst, wanneer het gras langzamer groeit.
Maairichting
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor
een betere verspreiding van het maaisel, wat de
vertering en bemesting ten goede komt.
Maai met de juiste regelmaat
Normaal gesproken moet u om de vier dagen
maaien. Houd er echter rekening mee dat gras niet
het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde
maaihoogte te behouden, wat een goede gewoonte
is, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien.
Als de groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u
minder vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen
maaien, maait u eerst op een hoge maaihoogte.
Maai twee dagen later op een lagere maaihoogte.
Maaisnelheid
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u
maaien bij een lagere rijsnelheid.
Gras niet te kort afmaaien
Als de maaibreedte van het maaidek groter is dan
die van het maaidek dat u voorheen gebruikte,
zet u de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor
voorkomt u dat oneffenheden te kort worden
afgemaaid.
Lang gras
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten
groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft,
moet u de maaihoogte hoger dan normaal instellen
en het gras op deze hoogte maaien. Daarna het
gras op de lagere, normale hoogte maaien.
Stoppen tijdens het maaien
Als u de machine tijden het maaien moet stoppen,
kan er een kluit maaisel op het gazon achterblijven.
Om dit te voorkomen, moet u de messen
inschakelen en de maaimachine rijden naar een
gedeelte van het gazon dat al is gemaaid.
Onderkant van het maaidek
schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil
25