Verwerkingsopties (Fotomodus)
U kunt een beeldeffect selecteren en individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast,
scherpte en andere parameters (Blz. 82-86). Wijzigingen aan elke fotomodus
worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Druk op de knop Q en gebruik FG om
Fotomodus te markeren.
2
2
Markeer een optie met HI en druk op de
knop Q.
Opties voor fotomodus
A i-Enhance
B Vivid
C Natural
D Laag contrast
E Portrait
Monochroom
J
K
Aangepast
v e-Portret
Kleurenmaker*
c
e Pop-art
f Soft-focus
g Bleke/lichte kleur
h Lichte toon
i Korrelige film
j Pinhole
k Diorama
l Cross-process
m Zacht sepia
n Dramatische toon
o Sleutellijn
p Aquarel
q Vintage
r Gedeeltelijke kleur*
v Bleach Bypass
9 Direct-klaar-film
*1 Nadat u kleurenmaker hebt geselecteerd met de HI-knoppen, drukt u op de knop INFO
en gebruikt u de voorste regelaar om de kleurschakering en de achterste regelaar om de
verzadiging aan te passen.
*2 Nadat u met HI Gedeeltelijke kleur hebt gekozen, drukt u op de knop INFO om de
kleurenring weer te geven (Blz. 44).
72 NL
De camera past kleuren en contrast aan voor optimale
resultaten in overeenstemming met het soort onderwerp.
Kies deze optie voor levendige kleuren.
Kies deze optie voor natuurlijke kleuren.
Kies deze optie voor foto's die later worden bijgewerkt.
Kies deze optie om huidtonen te verbeteren.
Foto's opslaan in monotoon. U kunt kleurfiltereffecten
toepassen en een tint kiezen.
Pas fotomodusparameters aan om aangepaste versies van
een geselecteerde fotomodus te maken.
Egale gelaatskleuren.
Pas kleurtoon en kleuren aan in overeenstemming met uw
1
artistieke ideeën.
Maakt gebruik van de instellingen in Kunstfilter. Er kunnen ook
kunsteffecten worden gebruikt.
2
WB Auto
WB Auto
Fotomodus