Optionele flitsers
Bij het gebruik van de optionele flitsers dient u ervoor te zorgen dat de ingebouwde flitser
goed in zijn behuizing is opgeborgen.
Beschikbare flitsmodi in de diverse fotografeerstanden
Opname-
Monitor
modus
#
0
$
1
P/A
2
M
#
0
S/M
$
M
• Alleen # en $ kunnen worden ingesteld in modus B.
* De sluitersnelheid is 1/200 seconde bij gebruik van een afzonderlijk verkochte externe
flitser. De synchronisatiesnelheid voor de stille modus is 1/20 seconde.
Minimumbereik
De lens kan schaduwen werpen
over objecten die zich dicht bij
de camera bevinden, wat tot
vignettering leidt,of de flitser kan
te helder zijn, zelfs bij minimale
flitssterkte.
• Externe flitsers kunnen worden gebruikt om vignettering te voorkomen. Selecteer de
modus A of M en kies een hoge diafragmawaarde of verminder de ISO-gevoeligheid om
overbelichte foto's te voorkomen.
Flitsmo-
Flitsmodus
ment
Flits
sluiter-
Rode ogen
gordijn
onderdrukken
Flitser uit
Trage
synchronisatie
(flitsen met
onderdrukking
sluiter-
van rode ogen)
gordijn
Trage
synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage
synchronisatie
sluiter-
(2e sluitergordijn)
gordijn
Flits
Flitsen met
sluiter-
onderdrukken van
gordijn
rode ogen
Flitser uit
Trage
synchronisatie
sluiter-
(2e sluitergordijn)
gordijn
14-42mm F3.5-5.6 II R
ED 14-42mm F3.5-5.6 EZ
ED 40-150mm F4.0-5.6 R
ED 14-150mm F4.0-5.6 II
Voorwaarden
om de flitser
te laten flitsen
1e
Ontsteekt altijd
—
—
1e
Ontsteekt altijd
2e
1e
Ontsteekt altijd
—
—
2e
Ontsteekt altijd
Afstand (bij benadering)
Lens
waarop vignettering optreedt
Grens van
sluitertijd
30 sec. – 1/250 sec.*
1/30 sec. –
1/250 sec.*
—
60 sec. – 1/250 sec.*
60 sec. – 1/250 sec.*
—
60 sec. – 1/250 sec.*
1 m
0,5 m
0,9 m
0,5 m
2
67
NL