Diverse instellingen gebruiken
De belichting regelen (Belichting F)
U kunt de door de camera automatisch geselecteerde belichting wijzigen, zodat deze
past bij uw artistieke ideeën. Kies positieve waarden om beelden helderder te maken
en negatieve waarden om beelden donkerder te maken. De belichtingscompensatie
kan worden aangepast met maximaal ±5,0 EV.
Negatief (–)
• Pas de belichtingscompensatie aan met behulp van de voorste regelaar.
• Belichtingscompensatie is niet beschikbaar in de modi B, M, of SCN of als Live Time of
panorama geselecteerd is in de modus Z.
• Enkel waarden tot ±3 EV worden weergegeven in de live view-weergave op de monitor
of in de zoeker. Overschrijdt de belichting deze grens, dan zal de belichtingsbalk gaan
knipperen.
• Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ±3.0 EV.
$
• De rol van de voorste/achterste regelaar kan worden gewijzigd in de aangepaste menu's
G. g [Functieregelaar] (Blz. 114)
De belichting vergrendelen (AE-vergrendeling)
U kunt de belichting vergrendelen door op de knop AEL/AFL te drukken. Gebruik
dit wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende
foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
• Als u eenmaal op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vergrendeld en wordt u
weergegeven. g "AEL/AFL" (Blz. 120)
• Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling op te heffen.
• De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de knop
Q gebruikt.
Als er een andere rol is toegewezen aan de knop Fn1 kiest u [t] (Blz. 89).
•
Geen compensatie (0)
Positief (+)
2
61
NL