8
Informatie
Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
• Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Camerahuis:
• Wrijf voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de
doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
• Wrijf voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
8
• Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens
met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
• Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
• Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
• Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze
bevestigt.
• Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes
vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt.
• Maak de camera na gebruik schoon.
• Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
• Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
• Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
• Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren of de camera naar behoren werkt, voordat
u belangrijke foto's maakt.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als
de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel-mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
148 NL