Foutcodes
Aanduiding op
monitor
U hebt geen kaartje in de
camera geplaatst of het kaartje
wordt niet herkend.
Geen Kaart
Er is een probleem met de kaart.
Kaartfout
Opslaan van gegevens op dit
kaartje is niet toegestaan.
Schrijfbeveil.
• Het kaartje is vol. Er
kunnen geen foto's meer
worden genomen of er
kan geen informatie, zoals
afdrukreservering, meer
worden opgeslagen.
Kaart vol
• Er is geen plaats op de kaart
en afdrukreservering of nieuwe
afbeeldingen kunnen niet
opgeslagen worden.
Kaart instellen
Het kaartje kan niet worden
Maak de contactpunten van de
kaart schoon met een droge
doek.
gelezen. Het kaartje is eventueel
niet geformatteerd.
Kaart reinigen
Formatteren
Instellen
Er zijn geen foto's op het kaartje
opgeslagen.
Geen foto
Er heeft zich een probleem
met de geselecteerde foto
voorgedaan, waardoor deze
niet met de camera kan worden
weergegeven. Of de afbeelding
Fotofout
is niet geschikt om te worden
weergegeven met deze camera.
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Steek een kaartje in de camera of
vervang de huidige kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de
camera. Als het probleem zich
daarna nog steeds voordoet, dan
moet u het kaartje formatteren.
Als het kaartje niet geformatteerd
kan worden, kan het niet gebruikt
worden.
De schrijfbeveiliging van het
kaartje staat op "LOCK". Verschuif
de schakelaar. (Blz. 138)
Vervang het kaartje door
een ander of wis overbodige
afbeeldingen.
Breng belangrijke afbeeldingen
over naar een computer voordat u
afbeeldingen wist.
• S electeer [Kaart reinigen], druk
op de knop Q en schakel de
camera uit. Verwijder de kaart
en veeg het metalen contactvlak
met een zachte, droge doek
schoon.
• S electeer [Formatteren] [Ja] en
druk dan op Q om de kaart te
formatteren. Bij het formatteren
worden alle gegevens op de
kaart gewist.
Het kaartje bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Gebruik de
beeldbewerkingssoftware om de
afbeelding op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
8
153
NL