Fotografeertips en -informatie
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
• Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
• De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm hem op
door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt
ingedrukt
De camera is automatisch uitgeschakeld
• De camera gaat automatisch in de slaapstand om de batterijduur te sparen als er geen
handelingen worden verricht gedurende een bepaalde periode. g [Slaapstand]
(Blz. 119)
Druk de ontspanknop half in om de slaapstand te sluiten.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 4 extra uren geen handelingen
uitgevoerd worden.
8
De flitser wordt opgeladen
• Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het
knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
• De camera kan niet scherpstellen op objecten die zich te dicht bij de camera bevinden of
die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-bevestigingsteken knippert
op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel scherp op een object met
veel contrast op dezelfde afstand van de camera als uw hoofdonderwerp, bereid de foto
voor en maak de foto.
Objecten waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert.
Deze objecten
worden niet
scherpgesteld.
AF-teken gaat
branden maar
het object is niet
scherpgesteld.
150 NL
Object met weinig
contrast
Objecten op
verschillende
afstanden
Extreem fel licht in het
midden van het beeld
Snel bewegend
onderwerp
Object zonder
verticale lijnen
Het onderwerp valt
niet binnen het
AF-gebied