Het menu [JPEG bewrk] bevat de volgende opties:
Schaduw aanpassen:
Maakt schaduwpartijen lichter.
Rode ogencorr.:
Vermindert het rode-ogen-effect als gevolg van flitsopnamen.
P:
Foto's uitsnijden. Stel de grootte van het uitsnijkader in met de voorste
of achterste regelaar en bepaal de positie van het kader met de
pendelknop.
Verhouding:
Wijzig de breedte-hoogteverhouding van de standaardverhouding van 4:3
naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u een breedte-hoogteverhouding
hebt gekozen, positioneert u het uitsnijkader met de pendelknop.
JPEG
Zwart-wit:
bewerken
Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
Sepia:
Voor beelden in sepia-tinten.
Verzadiging:
Met dez optie wordt de levendigheid van beelden verhoogd. Pas de
kleurverzadiging aan terwijl u het beeld op het scherm controleert.
Q:
Converteert de beeldgrootte naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de dichtstbijzijnde beeldgrootte.
e-Portret:
Met deze optie wordt de uitstraling van de huid egaler gemaakt. Deze
compensatie kan niet worden toegepast wanneer er geen gezicht kan
worden gedetecteerd.
5
Wanneer u de instellingen hebt voltooid, drukt u op de knop Q.
• De instellingen worden toegepast op het beeld.
6
Selecteer [Ja] en druk op de knop Q.
• Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart.
• Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
• In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende ruimte is op de
geheugenkaart of wanneer een afbeelding met een andere camera is opgenomen
• De grootte van het beeld kan niet worden aangepast (Q) naar een groter formaat dan
de oorspronkelijke grootte.
• [ P] (bijsnijden) en [Verhouding] kunnen alleen worden gebruikt om beelden te bewerken
met een hoogte-breedteverhouding van 4:3 (standaard).
4
109
NL