Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
3.5.4 Data-objecten gamma/ L, GALa
Pompgegevens
Startbyte
Lengte
1
1
2
1
3
1
4
1
5
1
32
®
Om de pomp te kunnen opnemen in cyclisch dataver‐
keer, moeten de initiële parameters van de master
worden overgedragen. Hiervoor is alleen de stan‐
daard-parametrering nodig, er zijn geen toepassings‐
specifieke parameters.
Aub rekening houden met het volgende: De gegevens
worden opgeslagen volgens het "Big-Endian"-principe!
D.w.z. dat de byte met de bits met de hoogste
waarden als eerste wordt opgeslagen - deze wordt dus
opgeslagen op het kleinste geheugenadres:
Voorbeeld op basis van "Aantal slagen" - zie "Pompge‐
gevens"
Het aantal slagen van de pomp is als integer32-type opgeslagen
bij de offset-adressen +17 tot en met +20. Het opslaan van gege‐
vens van de bytes gebeurt in deze volgorde:
Naam
Type
Hubanzahl
Integer32
De communicatie gebeurt via cyclisch dataverkeer.
In het cyclische telegram zijn opgenomen:
Gegevenstype
Byte
Byte
Byte
Byte
Byte
Off.
Byte
17
0
18
1
19
2
20
3
Naam
Verklaring
StartStop
1 = in-, 0 = uitscha‐
kelen van de pomp‐
functie
FlowControl
1 = in-, 0 = uitscha‐
kelen van de
doseerbewaking
(optie)
StartCharge
In de bedrijfsmodus
"Charge", wordt bij
de wissel 0 naar 1
een charge gestart
ChargenMemory
1 = in-, 0 = uitscha‐
kelen van de
geheugenfunctie bij
chargedosering en
externe dosering
Reset
Fouten wissen en
basisinstellingen bij
wissel van 0 naar 1
Bits
24 ... 31
16 ... 23
8 ... 15
0 ... 7