Vertrouwelijke documenten afdrukken
Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord.
Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het
bedieningspaneel van het apparaat.
Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het
apparaat liggen.
• Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model.
• Deze functie is uitsluitend beschikbaar als het PCL-printerstuurprogramma gebruikt wordt en er
afgedrukt wordt vanaf een computer met een Windows-besturingssysteem.
• De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 7.
Een beveiligd afdrukbestand opslaan
In dit gedeelde wordt beschreven hoe u een beveiligd afdrukbestand kunt opslaan in het apparaat met
behulp van het printerstuurprogramma.
1.
Open het bestand dat u wilt afdrukken op uw computer.
2.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
3.
Selecteer onder [Printer selecteren] de naam van dit apparaat en klik vervolgens op
[Voorkeuren].
4.
Klik op het tabblad [Setup] en selecteer vervolgens [Beveiligde afdruk].
De tekstvakken [Wachtwoord:] en [User ID:] worden beschikbaar.
Het tekstvak [User ID:] bevat de log-in gebruikersnaam van uw computeraccount of het gebruiker-
ID die u heeft gebruikt bij een eerdere beveiligde afdruktaak.
5.
Voer het wachtwoord in (van 4 tot 8 cijfers) en de user ID (van 1 tot 9 letters en/of cijfers)
en klik vervolgens op [OK].
De gebruiker-ID wordt gebruikt om uw beveiligde afdrukbestand te identificeren op het
bedieningspaneel van het apparaat.
6.
Voer de afdrukopdracht uit.
De afdruktaak wordt op het apparaat opgeslagen als een beveiligd afdrukbestand. U kunt het
bestand afdrukken door het wachtwoord in te voeren via het bedieningspaneel.
• Het beveiligde afdrukbestand wordt automatisch uit het geheugen van het apparaat gewist als
deze is afgedrukt of wanneer de printer is uitgeschakeld.
Vertrouwelijke documenten afdrukken
73