INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?........................... 7 Inleiding................................7 Wettelijk verbod............................. 7 Disclaimer................................7 Verschillen in functie tussen verschillende modellen..................8 Opmerking voor de beheerder........................8 Het IP-adres..............................9 Lijst met opties..............................9 Modelspecifieke informatie..........................10 Belangrijke veiligheidsvoorschriften .....................11 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten............11 Advies met betrekking tot het milieu ......................
Pagina 4
Gebruikersbeperkingen instellen en activeren..................39 Als apparaatfuncties zijn beperkt........................43 2. Papier plaatsen Ondersteund papier............................45 Specificaties van papiertypes........................48 Niet aanbevolen papiertypen.........................55 Afdrukgebied..............................56 Papier plaatsen..............................58 Papier plaatsen in lade 1 en 2........................58 Papier in de handinvoer plaatsen.......................62 Enveloppen plaatsen........................... 63 Het papierformaat en -type opgeven via het bedieningspaneel.............66 3.
Pagina 5
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerkingen............................85 Menuoverzicht..............................86 MenuPapierinvoer............................87 Menu Lijst/Proefafdruk............................ 90 De configuratiepagina afdrukken.......................90 Soorten lijsten/rapporten..........................90 MenuOnderhoud............................. 92 Het menu Systeem............................93 Menu Host-interface............................96 PCL Menu............................... 100 PS Menu................................. 102 Het menu Taal..............................103 Het taalmenu wijzigen..........................103 5.
Pagina 7
Printerproblemen............................174 Als het afdrukken niet goed gaat......................174 Als u niet duidelijk kunt afdrukken......................178 Als papier niet juist wordt ingevoerd....................... 182 Overige afdrukproblemen........................183 Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel..................184 De indicatielampjes op het bedieningspaneel.................... 189 8. Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving............191 Beschikbare functies..........................191 Verzending met IPsec............................
Pagina 8
Handelsmerken.............................. 212 INDEX ................................215...
Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Wettelijk verbod Kopieer of druk geen documenten af waarvan de reproductie verboden is door de wet.
Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding verschillen mogelijk van uw product wegens verbetering of verandering van het product. Verschillen in functie tussen verschillende modellen De verschillen in functie van de verschillende modellen zijn als volgt: SP C250DN SP C252DN Type Type 1...
Gebruikersbeperking U kunt het gebruik van bepaalde functies van dit apparaat beperken tot gebruikers met de juiste bevoegdheid. Met behulp van Web Image Monitor kunt u de functies selecteren die u wilt beperken en de gebruikers registreren die de functie na verificatie kunnen gebruiken. •...
Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/ Energiezuinig De hoeveelheid elektriciteit die een apparaat verbruikt is zowel afhankelijk van zijn specificaties als van de manier waarop u er gebruik van maakt. Het apparaat is speciaal ontworpen om uw elektriciteitskosten te verminderen door over te schakelen naar de modus 'Gereed' nadat de laatste pagina is afgedrukt.
Pagina 15
Dit symbool geeft aan dat in de Europese Unie gebruikte batterijen en accu's gescheiden van uw huishoudelijke afval afgevoerd moeten worden. In de EU bestaan aparte inzamelingssystemen voor elektrische en elektronische apparaten, maar ook voor batterijen en accu's. Zorg ervoor dat u deze op de juiste wijze inlevert bij uw lokale afvalinzamelings-/recyclingcentrum.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerkingen voor gebruikers van de staat Californië Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: www.dtsc.ca.gov/ hazardouswaste/perchlorate...
ENERGY STAR-programma ® ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal ® De ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal moedigen milieubehoud aan via het promoten van energiebesparende computers en andere kantooruitrustingen. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verdeling van producten met energiebesparende functies. Het is een open programma waaraan fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Beoogde producten zijn computers, beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten, scanners, en multifunctionele apparaten.
Specificaties Energiespaarstand 1 Energieverbruik 80 W of minder Standaardtijd 30 seconden Hersteltijd 10 seconden of minder Energiespaarstand 2 Energieverbruik (voornamelijk in Europa en Azië) 3,8 W of minder (voornamelijk in Noord-Amerika) 2,7 W of minder Standaardtijd 1 minuut Hersteltijd 30 seconden Duplexfunctie Standaard * De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het...
1. Snel aan de slag Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie. Buitenkant: vooraanzicht DAC023 1. Bovenklep Open deze klep wanneer u de inktcartridge wilt vervangen. 2.
Pagina 20
1. Snel aan de slag 5. Standaardlade Bedrukte vellen worden hier gestapeld met de bedrukte zijde naar beneden. 6. Standaard ladeverlengstuk Gebruik dit om vellen te ondersteunen die gekruld uit de printer komen. Klap het verlengstuk open door het uiteinde naar beneden te duwen dat zich tegen de achterkant van het apparaat bevindt.
Overzicht van alle apparaatonderdelen Buitenkant: achteraanzicht DAC024 1. Openingshendel voorpaneel Om het voorpaneel te openen, trekt u aan deze hendel aan de rechterkant van het apparaat. 2. Klep voor kabels Verwijder dit paneel als u kabels op het apparaat aansluit. 3.
1. Snel aan de slag Binnenkant DAC027 1. Printcartridges Plaats de printcartridges via de achterkant van de printer in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als printcartridges vervangen dienen te worden of als nieuwe dienen te worden voorbereid.
Overzicht van alle apparaatonderdelen • Voor meer informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als verbruiksartikelen dienen te worden vervangen, zie Pag. 184 "Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel". Bedieningspaneel DAC527 1. [Stop/Start]-knop Druk op deze knop om de ontvangst van inkomende gegevens van de computer te stoppen. 2.
Pagina 24
1. Snel aan de slag 9. Waarschuwingsindicatielampje Gaat rood branden als er foutmeldingen zijn. Controleer de weergegeven foutmelding. Knippert geel als de toner bijna op is. 10. Indicatielampje apparaat aan/uit Dit indicatielampje brandt wanneer het apparaat is ingeschakeld. Het brandt niet als het apparaat uit staat. •...
Het apparaat installeren Het apparaat installeren Waar moet ik het apparaat plaatsen? Let op waar u het apparaat plaatst, want de omgevingsomstandigheden kunnen de prestaties van het apparaat heel erg beïnvloeden. • Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van dit apparaat. Plaats deze items ook niet in de buurt van dit apparaat.
1. Snel aan de slag • Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken. Benodigde ruimte De aanbevolen (minimaal vereiste) ruimte is: 33 cm...
Het apparaat installeren Ruimten waarin de printer niet geplaatst moet worden • Ruimten die worden blootgesteld aan direct zonlicht of sterk licht • Stoffige ruimten • Ruimten met agressieve gassen • Zeer koude, warme of vochtige ruimten • Ruimten die blootgesteld zijn aan luchtstromen (warm, koud of kamertemperatuur) afkomstig uit airconditioners •...
1. Snel aan de slag Opties installeren Dit hoofdstuk bevat meer informatie over het installeren van opties. De papierinvoereenheid bevestigen • Het aanraken van de punten van de stekker met een metalen voorwerp kan resulteren in brand en/of elektrische schokken. •...
Pagina 29
Opties installeren Controleer of het pakket de papierinvoereenheid bevat. DAC047 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder het plakband van de optionele papierinvoereenheid. DAC048 Til het apparaat op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat. DAC020...
Pagina 30
1. Snel aan de slag Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Plaats deze in de openingen aan de onderzijde van het apparaat en laat het apparaat voorzichtig zakken. DAC049 Druk na het installeren van de optionele papierinvoereenheid de configuratiepagina af om de configuratie van het apparaat te controleren.
De bedieningstoepassingen De bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. Met behulp van het bedieningspaneel kunt u de verschillende instellingen van het apparaat configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag.
1. Snel aan de slag Netwerkinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe de vereiste instellingen dienen te worden geconfigureerd als u het apparaat op een netwerk wilt gebruiken. De IP-adresinstellingen configureren De procedure om de netwerkinstellingen te configureren varieert afhankelijk van of het IP-adres automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt.
Netwerkinstellingen configureren Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPv4-config. ] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
1. Snel aan de slag Voer het IP-adres van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ]. • Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. • Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. Druk op de [OK]-knop.
Netwerkinstellingen configureren Druk op de [Menu]-knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-config.
Pagina 36
1. Snel aan de slag Druk op de [Menu]-knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop.
Netwerkinstellingen configureren Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. De IPv6-adresinstelling wordt weergegeven onder "IPv6-configuratie" op de configuratiepagina. De printer op een netwerk delen In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u dit apparaat configureert als Windows-netwerkprinter. De netwerkprinterinstelling kan geconfigureerd worden, zodat netwerkclients het apparaat kunnen gebruiken.
1. Snel aan de slag Draadloze LAN-installatie In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van draadloos LAN via het bedieningspaneel handmatig configureert. Zie de handleiding voor WiFi-instellingen voor het eenvoudig instellen met behulp van WPS (Wi-Fi Protected Setup). •...
Pagina 39
Netwerkinstellingen configureren Druk op [ ] of [ ] om de verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Selecteer dezelfde methode als die door de router of het toegangspunt wordt gebruikt. Als u [WPA2-PSK] of [Gemengde modus] geselecteerd hebt, gaat u verder met stap 11. Druk op [ ] of [ ] om de coderingsmethode te selecteren.
Pagina 40
1. Snel aan de slag Druk op [ ] of [ ] om [Install.wizard] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Om deze instelling in te schakelen, dient u eerst het apparaat te configureren via Web Image Monitor. •...
Pagina 42
1. Snel aan de slag Selecteer onder "Beschikbare functies" [Beperken] voor de functies die u wilt beperken. Klik vervolgens op [Toepassen]. Selecteer [Niet beperken] voor de functies die u niet wilt beperken. De instelling gebruikersbeperking wordt ingeschakeld voor de geselecteerde functie. Ga verder met de volgende stappen om gebruikers te registreren.
Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Selecteer de functies die u beschikbaar wilt maken voor de gebruiker als hij/zij zich verifieert. Niet geselecteerde functies worden niet beschikbaar voor gebruikers die onder deze gebruikerscode worden geverifieerd. Klik op [Toepassen]. Sluit de internetbrowser. • U moet zowel een gebruikersnaam als een gebruikerscode invoeren om een gebruiker te registreren.
Pagina 44
1. Snel aan de slag Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen. Klik op [Toepassen].
Als apparaatfuncties zijn beperkt Als apparaatfuncties zijn beperkt Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden. Afhankelijk van de beperkte functie worden gebruikers geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of via het printerstuurprogramma. • Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model. •...
Pagina 46
1. Snel aan de slag Voer de afdrukopdracht uit. Als er een onjuiste gebruikerscode is ingevoerd, zal de taak onmiddellijk worden geannuleerd (zonder foutmelding).
2. Papier plaatsen Ondersteund papier Lade 1 Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 160 g/m Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Middeldik papier Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier Gekleurd papier Legal (8 ×...
Pagina 48
2. Papier plaatsen Lade 2 (optie) Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 105 g/m Normaal papier Letter (8 × 11 inch) (16 tot 28 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Middeldik papier Dik papier 1 Gerecycled papier Gekleurd papier Voorbedrukt papier Geperforeerd papier Briefpapier...
Pagina 49
Ondersteund papier Handinvoer Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 160 g/m Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) Middeldik papier Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier Gekleurd papier Legal (8 × 14 inch) Geperforeerd papier Letter (8 ×...
2. Papier plaatsen Specificaties van papiertypes De volgende tabellen beschrijven de soorten papier die voor dit apparaat gebruikt kunnen worden. • Afhankelijk van de papiersoort kan het even duren voordat de toner droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de toner uitlopen. •...
Pagina 51
Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Dun papier Item Beschrijving Papierdikte 60 tot 65g/m2 (16 tot 17 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierlades.
Pagina 52
2. Papier plaatsen Item Beschrijving Formaat A4, B5 JIS, Legal (8 × 14 inch), Letter (8 × 11 inch), Executive dubbelzijdig × 10 inches), 8 × 13, 8 × 13, Folio (8 × 13 inch), 16K ondersteunt (195 × 267 mm) Opmerkingen Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2].
Pagina 53
Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierlades. papierlade Formaat A4, B5 JIS, Legal (8 × 14 inch), Letter (8 × 11 inch), Executive dubbelzijdig × 10 inches), 8 × 13, 8 × 13, Folio (8 × 13 inch), 16K ondersteunt (195 ×...
Pagina 54
2. Papier plaatsen Karton Item Beschrijving Papierdikte 106 tot 160 g/m (28 tot 43 lb.) Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen • Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden binnen één minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. •...
Pagina 55
Ondersteund papier Opmerkingen • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. • Het aantal enveloppen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. • Het papier kan alleen geplaatst worden tot aan de onderste limietmarkering van de twee limietmarkeringen in de lade.
Pagina 56
2. Papier plaatsen • Zorg er bij het loswaaieren van enveloppen voor dat ze niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. • Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los.
Niet aanbevolen papiertypen Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: • Papier voor inkjetprinters • Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier • Opgekruld of verdraaid papier • Gescheurd papier • Gekreukt papier • Vochtig papier • Vuil of beschadigd papier •...
2. Papier plaatsen Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Papier DAC571 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Envelop DAC577 1. Afdrukgebied 2.
Pagina 59
Afdrukgebied • Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen.
2. Papier plaatsen Papier plaatsen Papier plaatsen in lade 1 en 2 In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u papier in de standaard papierlade (lade 1) plaatst. Dezelfde procedure geldt voor het plaatsen van papier in lade 2. • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken.
Pagina 61
Papier plaatsen Knijp in de klem van de zijgeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. DAC051 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot deze overeenkomt met het papierformaat.
Pagina 62
2. Papier plaatsen Schuif de geleiders naar binnen totdat ze vlak tegen de zijkant van het papier staan. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijgeleiders. Als u lade 2 gebruikt, zorg er dan voor dat u het papier niet hoger stapelt dan de hoogste markering aan de binnenkant van de lade.
Pagina 63
Papier plaatsen Verwijder de achterklep met een munt. DAC032 Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit. Plaats de lade op een vlak oppervlak. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Knijp het verlengstuk in de richting 'PUSH' in en trek het verlengstuk er dan uit tot hij klikt. DAC055 Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen.
2. Papier plaatsen DAC056 Volg stap 3 t/m 7 in 'Papier in lade 1 en 2 plaatsen'. • Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen. Papier in de handinvoer plaatsen • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken.
Papier plaatsen Stel de zijgeleiders af op het papierformaat. DAC066 Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt. DAC065 Enveloppen plaatsen • Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen.
Pagina 66
2. Papier plaatsen • In een warme en vochtige omgeving kunnen enveloppen verkreukeld of onjuist bedrukt uit de printer komen. De hendels van de fuseereenheid laten zakken Trek de hendel van het voorpaneel naar voren en laat het voorpaneel dan voorzichtig zakken.
Pagina 67
Papier plaatsen Zie voor meer informatie over het plaatsen van een envelop Pag. 58 "Papier plaatsen in lade 1 en 2" en Pag. 62 "Papier in de handinvoer plaatsen". Let erop dat u geen enveloppen kunt plaatsen in lade 2. •...
2. Papier plaatsen Het papierformaat en -type opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. • De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma.
Papier plaatsen Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. De standaardpapiergrootte opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. Druk op de [Menu]-knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om [Papierinvoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren.
Pagina 70
2. Papier plaatsen Druk op de [Menu]-knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om [Papierinvoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
3. Documenten afdrukken Basisbewerking In deze paragraaf wordt de algemene afdrukprocedure uitgelegd. Open het dialoogvenster [Printereigenschappen] in de toepassing van uw document. Voor meer informatie over de instellingsitems klikt u op [Help]. U kunt op de informatiepictogrammen klikken voor informatie over de configuratie. Configureer de benodigde instellingen en klik op [OK].
3. Documenten afdrukken Een afdruktaak annuleren voordat het afdrukken is gestart Windows Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. Mac OS X Selecteer in het Apple-menu [System Preferences...].
Als papier niet overeenkomt Als papier niet overeenkomt Er wordt een fout gerapporteerd als: • Het papierformaat of -type komt niet overeen met de instellingen van de taak als [Invoerlade:] is ingesteld op [Autom. ladekeuze]. Er zijn twee manieren om deze foutmeldingen op te lossen: Doorgaan met afdrukken met gebruik van papier dat niet overeenkomt Gebruik de functie paginadoorvoer om de fout te negeren en ga verder met afdrukken met papier dat niet overeenkomt.
3. Documenten afdrukken De afdruktaak resetten Terwijl de foutmelding op het bedieningspaneel wordt weergegeven, drukt u op de [Job Reset]-knop. DAC582...
Vertrouwelijke documenten afdrukken Vertrouwelijke documenten afdrukken Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord. Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het apparaat liggen.
3. Documenten afdrukken • Het apparaat kan maximaal 5 taken of 5 MB aan data voor beveiligde afdrukbestanden opslaan. • Zelfs als de printer niet meer beveiligde afdrukbestanden kan opslaan, bewaart de printer een beveiligd afdrukbestand voor de periode die is opgegeven in [Time-out:BevAfdr] onder [Host- interface] voordat de taak wordt geannuleerd.
Vertrouwelijke documenten afdrukken Een Beveiligd afdrukken-bestand verwijderen Als er een beveiligd afdrukbestand op de printer is opgeslagen, wordt het bericht "Beveil. afdr.tk. Druk op OK" op het scherm van de printer weergegeven. Beveil. afdr.tk Druk op OK Gebruik de volgende stappen om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen. U hoeft geen wachtwoord in te voeren om een beveiligd afdrukbestand te verwijderen.
Pagina 78
3. Documenten afdrukken Beveil. afdr.tk ! HH : MM User ID "HH:MM" is het tijdstip waarop het beveiligde afdrukbestand werd opgeslagen en "User ID" is het user ID dat is ingevoerd met behulp van het printerstuurprogramma. Voer de volgende stappen uit om de logboekinvoer te verwijderen. Druk op de [OK]-knop.
Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) Wat is PictBridge? U kunt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge met een USB-kabel aansluiten op dit apparaat. Hiermee kunt u rechtstreeks digitale foto's afdrukken via de digitale camera. •...
3. Documenten afdrukken Sluit de USB-kabel aan op de USB-hostinterfacekaart van het apparaat en op uw digitale camera. DAC033 Als het apparaat de digitale camera herkent als een PictBridge-apparaat, ziet u eerst "Verbinden met PictBridge... " en vervolgens "Gereed" op het bedieningspaneel van het apparaat. Selecteer op uw digitale camera de afbeeldingen die u wilt afdrukken en geef de afdrukinstellingen op.
Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) • De parameters van de instellingen en hun namen kunnen verschillen, afhankelijk van de digitale camera. Raadpleeg de handleiding van uw digitale camera voor meer informatie. PictBridge afsluiten Volg de onderstaande procedure om de PictBridge-modus af te sluiten. •...
Pagina 82
3. Documenten afdrukken Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer twee of meer digitale U hebt meerdere digitale Verbind slechts één digitale camera's worden aangesloten, camera's aangesloten. camera. worden de tweede en volgende Sluit niet meerdere camera's camera's niet herkend. aan. Kan niet afdrukken. Het opgegeven aantal De maximale aantal dat u in afdrukken overschrijdt het...
De verschillende afdrukfuncties gebruiken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
3. Documenten afdrukken Afbeeldingen in grijze kleuren afdrukken met zwart of CMYK U kunt zwarte of grijze delen van een afbeelding afdrukken met alleen zwarte toner in plaats van alle CMYK-toners. Vergeleken met het afdrukken van zwart met CMYK-toner, zal dit leiden tot een zwarte kleur die voller en puurder is.
Pagina 85
De verschillende afdrukfuncties gebruiken Op beide zijden van papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) U kunt het papier aan beide zijden afdrukken. Het document verkleinen of vergroten U kunt documenten met een bepaalde verhouding verkleinen of vergroten, van 25% tot 400% in stappen van 1%.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerkingen Als u de systeeminstellingen van het apparaat wilt configureren, druk dan op de [Menu]- knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om de instellingen die u wilt gebruiken te selecteren. Om de weergegeven instellingen en waarden te bevestigen, drukt u op de [OK]-knop.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag. 105 "Het apparaat configureren met Web Image Monitor". •...
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Papiertype: Handinvoer Bepaalt de papiersoort voor de handinvoer Standaardinstelling: [Normaal Papier] • Dun papier, Normaal papier, Medium dik, Dik papier 1, Gerecycled pap., Gekleurd papier, Briefpapier, Geperforeerd, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Envelop, Dik papier 2 Ladeprioriteit Hiermee selecteert u de lade die de printer eerst gebruikt voor afdruktaken vanuit lade 1 of lade 2.
Pagina 91
MenuPapierinvoer Voor afdruktaken met een aangepast formaat, gaat het afdrukken verder zelfs als de instellingen van de printer en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen. Echter, als het papier te klein is voor de afdruktaak, wordt de afgedrukte afbeelding bijgesneden zodat het past. Bij taken met een standaardformaat treedt er een fout op als de instellingen voor papierformaat/-soort van de printer en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menu Lijst/Proefafdruk De configuratiepagina afdrukken Druk op de [Menu]-knop. CER408 Het menuvenster wordt weergegeven. Druk op [ ] of [ ] om [Lijst/proefafdr] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Cofig.pagina] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. De configuratiepagina wordt afgedrukt.
Pagina 93
Menu Lijst/Proefafdruk PS-lettertypelijst Drukt de geïnstalleerde PostScript-lettertypelijst af. Onderhoudspag. Hiermee wordt de onderhoudspagina afgedrukt.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel MenuOnderhoud In dit gedeelte worden de parameters besproken die u kunt instellen via het menu Onderhoud. Kleurbel./reg. Past de kleurbelichting en -registratie automatisch aan. Toner bijna op Geeft de periode op waarna een bericht wordt gegeven dat de toner bijna op is. Standaardinstelling: [Normaal] •...
Het menu Systeem Het menu Systeem Automatisch doorgaan Hiermee stelt u in dat de printer fouten met het papierformaat of de papiersoort negeert en verder gaat met afdrukken. Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het bedieningspaneel.
Pagina 96
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Standaardinstelling: [Uit] • Uit • Binden Korte zijde • Binden Lange zijde Blanco pag afdr Hiermee wordt ingesteld dat de printer blanco pagina's afdrukt. Let op: deze instelling heeft een lagere prioriteit dan de instelling voor lege pagina's van het printerstuurprogramma.
Pagina 97
Het menu Systeem Standrd herst. Hiermee worden de instellingen van de printer teruggezet op de fabrieksinstellingen. Foutenrapp afdr Hiermee wordt ingesteld dat de printer een foutpagina afdrukt als de printer een afdruk- of geheugenfout detecteert. Standaardinstelling: [Uit] • Aan • Uit ZW-afdr.prior Hiermee stelt u in dat de printer het verbruik van de kleurentoner onderdrukt wanneer u zwart- witpagina's afdrukt.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menu Host-interface Time-out:BevAfd Geeft aan hoeveel seconden de printer een beveiligd afdrukbestand vasthoudt als de printer geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan. In deze periode kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op de printer kan worden opgeslagen.
Pagina 99
Menu Host-interface • 100Mbps Voll D. • IPsec Hiermee selecteert u of IPsec moet worden in- of uitgeschakeld. Standaardinstelling: [Inactief] • Inactief • Actief • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Wi-Fi config. • Wi-Fi Selecteer of u draadloze LAN wilt in- of uitschakelen. Standaardinstelling: [Inactief] •...
Pagina 100
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Actief • Inactief • IP-adres Hiermee geeft u het IPv4-adres van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt gebruikt. Gebruik dit menu om het huidige IP-adres te controleren bij gebruik van DHCP. Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX De cijfers die voor "X"...
Pagina 101
Menu Host-interface Standaardinstelling: [Inactief] • Inactief • Actief • IP-adres (DHCP) Hiermee wordt het IPv6-adres weergegeven dat wordt verkregen van een DHCP-server. • Handmatig adres • Handmatig adres Hiermee geeft u het IPv6-adres van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt gebruikt.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel PCL Menu Richting Selecteert de invoerrichting van het papier. Standaardinstelling: [Portrait] • Staand • Liggend Regels per pagina Stelt het aantal regels per pagina in tussen 5 en 128. Standaardinstelling: (voornamelijk Europa en Azië) [64], (voornamelijk Noord-Amerika) [60] Lettertypenummer...
Pagina 103
PCL Menu • Donker A4 brd uitbr. Stelt de printer in zodat de breedte van het afdrukgebied op A4-papier groter wordt en de marge aan de zijkant kleiner. Standaardinstelling: [Uit] • Uit • Aan Van CR naar LF Stelt de printer in zodat er een CR-code aan elke LF-code wordt aangehecht zodat tekstgegevens duidelijk worden afgedrukt.
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel PS Menu Resolutie Stelt de resolutie van de afdruk in dots per inch in. Standaardinstelling: [600 x 600 1bit] • 600 x 600 1bit • 600 x 600 2bit • 600 x 600 4bit Kleurprofiel Specificeert het kleurprofiel.
Het menu Taal Het menu Taal U kunt de taal instellen waarin het menu wordt weergegeven. Het taalmenu wijzigen Gebruik de volgende procedure om de taal te wijzigen. Druk op de [Menu]-knop. CER408 Druk op [ ] of [ ] om [Taal] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om de taal te selecteren en druk daarna op de [OK]-knop.
Pagina 106
4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel...
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Web Image Monitor gebruiken • Om het apparaat te bedienen via Web Image Monitor, moet u eerst de TCP/IP- of draadloze LAN-instellingen van het apparaat instellen. Zie voor meer informatie Pag. 96 "Menu Host- interface"...
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer in de adresbalk van de browser "http://(IP-adres van apparaat)/" in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
Bovenste pagina weergeven 4. Algemeen gebied Hier wordt de inhoud weergegeven van het item dat in het menugedeelte is geselecteerd. De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Het tabblad Status Item Beschrijving...
De systeeminformatie controleren Item Beschrijving Fuseereenheid Toont de resterende levensduur van de fuseereenheid als "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist" of "Vervanging vereist". Neem voor vervanging contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Transferroller Toont de resterende levensduur van de transferriem als "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist"...
Pagina 112
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Zwart Toont het volgende voor afgedrukte pagina's inclusief lijsten/rapporten: • Cumulatieve waarde van dekking van zwarte toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van zwarte toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Cyaan Toont het volgende voor afgedrukte pagina's inclusief lijsten/rapporten:...
De systeeminformatie controleren Item Beschrijving Cyaan Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color met de printerfunctie: • Cumulatieve waarde van dekking van cyaan toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van cyaan toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Magenta Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color...
Pagina 114
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Firmwareversie van Toont het versienummer voor de firmware van de elektromotor van het apparaat apparaat. PCL-versie Toont de versie van de PCL-vertaler. PS-versie Toont de versie van de PS-vertaler. Apparaat-ID Toont het identificatieummer van het apparaat.
De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Papierlade-instellingen], [Zwart-witafdruk prioriteit] en [I/O time-out]. Tabblad Papierlade-instellingen Lade 1 Item Beschrijving Papierformaat Selecteer het papierformaat voor lade 1: A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 ×...
Pagina 116
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Handinvoer Item Beschrijving Papierformaat Selecteer het papierformaat voor de handinvoer: A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 8 × 13, 8 1/2 × 13, 8 1/4 × 13, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 ×...
Pagina 117
De systeeminstellingen configureren Lade 1 prioriteit Item Beschrijving Lade 1 prioriteit Selecteer hoe afdruktaken via lade 1 worden verwerkt. • System Settings De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
Pagina 118
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Prioriteit instelling handinvoer Item Beschrijving Prioriteit instelling Selecteer hoe afdruktaken via de handinvoer worden verwerkt. handinvoer • System Settings De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
De systeeminstellingen configureren Tabblad I/O Time-out I/O-timeout Item Beschrijving Vaste USB-poort Bepaalt of dezelfde printer kan worden gebruikt voor meerdere apparaten via een USB-verbinding. Als deze instelling is ingeschakeld, kan het printerstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, worden gebruikt met elke andere printer die van hetzelfde model is als de printer die oorspronkelijk voor installatie was gebruikt.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt het apparaat zo instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor gebruikersbeperkingen, raadpleegt u Pag. 39 "Apparaatfuncties beperken voor gebruikers".
De netwerkinstellingen configureren De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstell.] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische E-mailmelding], [SNMP], [SMTP], [POP3] en [Draadloos]. • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. •...
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6- omgeving.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Selecteer deze optie om afdrukken via het netwerk met behulp van een ingesloten FTP-server in het apparaat (via TCP-poort 20/21) in te schakelen. Selecteer deze optie om RAW-afdrukken via het netwerk in te schakelen. Poortnummer Voer het TCP-poortnummer in voor RAW-afdrukken.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving IPv6 DNS-methode Selecteer of u de domeinserver handmatig wilt opgeven of dat het apparaat zijn DNS-informatie automatisch verkrijgt. Indien ingesteld op [Automatisch verkrijgen (DHCP)] zijn de opties [Primaire IPv6 DNS-server], [Secundaire IPv6 DNS-server] en [IPv6-domeinnaam] niet beschikbaar.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Service bellen Selecteer deze optie als u wilt dat er een waarschuwingsmail wordt verzonden naar het opgegeven adres wanneer een onderhoudsbeurt vereist is. Toner is op Selecteer deze optie als u wilt dat er een waarschuwingsmail wordt verzonden naar het opgegeven adres wanneer de toner op is.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Systeem Item Beschrijving Locatie Voer de locatie van het apparaat in. De locatie die u hier invoert, wordt weergegeven op de hoofdpagina. Kan tot 64 tekens bevatten. Contact Voer de contactgegevens voor het apparaat in. De contactgegevens die u hier invoert, worden weergegeven op de hoofdpagina.
De netwerkinstellingen configureren Tabblad POP3 POP3-instell. Item Beschrijving POP3-server Voer het IP-adres of de hostnaam van de POP3-server voor e- mailontvangst in. De POP3-server die hier is opgegeven, wordt gebruikt voor [POP voor SMTP]. Kan tot 64 tekens bevatten. Gebruikersaccount Voer de gebruikersnaam in voor aanmelding bij de POP3-server.
Pagina 128
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Draadloos Hiermee kunt u opgeven of u draadloos LAN wel of niet wilt gebruiken. Draadloos LAN-instellingen Item Beschrijving SSID Voer de SSID van het toegangspunt in. De SSID mag maximaal 32 tekens bevatten. Als u op [Scanlijst] klikt, wordt een lijst met beschikbare toegangspunten weergegeven.
Pagina 129
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving WEP-sleutel Voer de WEP-sleutel in. Het aantal en het type tekens dat u kunt invoeren hangt af van de lengte en indeling die u voor de sleutel hebt geselecteerd. Zie voor meer informatie: • Lengte WEP-sleutel: [64-bit], Indeling: [Hexadecimaal] Maximumlengte WEP-sleutel: 10 tekens (0-9, A-F, a-f) •...
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Item Beschrijving...
Pagina 131
De IPsec-instellingen configureren Item Beschrijving Status Toont de status van het IPsec-beleid als "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen" weer te geven. Op de pagina "IPsec- beleidsinstellingen"...
Pagina 132
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor IPsec-instellingen Item Beschrijving Encapsulation-type Geef het encapsulation-type op: • [Transport]: selecteer deze modus om alleen de nettolading van elk IP- pakket te beveiligen wanneer er wordt gecommuniceerd met apparaten die met IPsec compatibel zijn. •...
Pagina 133
De IPsec-instellingen configureren Item Beschrijving Levensduur Geef de levensduur van de IPsec SA (beveiligingskoppeling) op als tijdsperiode of gegevensvolume. De SA verloopt wanneer de opgegeven tijdsperiode verloopt of als het opgegeven gegevensvolume wordt bereikt. Als u zowel een periode als een gegevensvolume opgeeft, verloopt de SA zodra een van de twee is bereikt en wordt er door middel van onderhandeling een nieuwe SA verkregen.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Rapport/ lijst afdrukken] om de pagina voor afdrukrapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Rapport/ lijst afdrukken Item Beschrijving Configuratiepagina...
De beheerderinstellingen configureren De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Energiespaarstand] en [PCL6-modus]. Tabblad Beheerder Beheerderinstellingen Item Beschrijving Nieuw wachtwoord Voer het nieuwe beheerderswachtwoord in.
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad Instellingen back-uppen • Wanneer u het apparaat wegbrengt voor reparatie, is het belangrijk om van tevoren back- upbestanden te maken. De instellingen van het apparaat worden na de reparatie teruggezet op hun standaardwaarden.
De beheerderinstellingen configureren Tabblad Instellingen herstellen • Wanneer het apparaat terugkomt van reparatie, is het belangrijk om de apparaatinstellingen te herstellen vanuit back-upbestanden. De instellingen van het apparaat worden na de reparatie teruggezet op hun standaardwaarden. Instellingen herstellen Item Beschrijving Bestand om te Voer het pad in naar het bestand dat hersteld moet worden of klik op herstellen...
5. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Energiespaarstand 2 Selecteer [Actief] als u wilt dat het apparaat overschakelt op Energiespaarstand 2 nadat de periode is verstreken die is opgegegeven voor [Wachttijd (1 - 240 min.)] (1 tot 240 minuten). Het apparaat verbruikt in Energiespaarstandmodus 2 minder stroom dan in Energiespaarstandmodus 1, maar het duurt langer om terug te keren uit Energiespaarstandmodus 2.
6. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
Pagina 140
6. Het apparaat onderhouden DAC045 • Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge niet aan, zoals hieronder te zien is. DAC046 • Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). DAC044 •...
Pagina 141
De printcartridge vervangen Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. DAC477 Til de printercartridge er voorzichtig verticaal uit, terwijl u hem in het midden vasthoudt. Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd.
Pagina 142
6. Het apparaat onderhouden Houd de printcartridge vast en schud deze vijf of zes keer heen en weer. DAC039 Een gelijkmatige verspreiding van de toner in de cartridge verbetert de afdrukkwaliteit. Verwijder het beschermvel van de printcartridge. DAC037 Controleer of de tonerkleur en plaats overeenkomen en plaats vervolgens de inktcartrigde voorzichtig in verticale richting.
Pagina 143
De printcartridge vervangen Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. DAC064 Plaats het beschermvel dat u in stap 5 verwijderde op de oude printcartridge. Plaats de oude printcartridge vervolgens in de zak en in de verpakking.
6. Het apparaat onderhouden De tonerafvalfles vervangen Meldingen op het scherm • Vervang de tonerafvalfles als de volgende melding op het display verschijnt: "Vervang de tonerafvalfles" • Maak een tonerafvalfles klaar als de volgende melding op het display verschijnt: "Bijna vol Tonerafvalfles" •...
Pagina 145
De tonerafvalfles vervangen Schuif beide hendels op de voorklep naar voren. DAC089 Houd de tabs aan weerszijden van de transfereenheid vast en beweeg de transfereenheid iets naar achteren voordat u deze optilt. DAC088 Houd de hendel in het midden van de afvaltonerfles vast en trek hem gedeeltelijk naar buiten zonder hem te kantelen.
Pagina 146
6. Het apparaat onderhouden Trek de tonerafvalfles er half uit, houd de fles stevig vast en trek deze er dan recht uit. DAC077 DAC078 Til de tonerafvalfles niet op als u deze eruit trekt, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven).
Pagina 147
De tonerafvalfles vervangen Doe de dop op de fles. DAC083 DAC082 Houd de nieuwe tonerafvalfles in het midden vast en plaats deze voorzichtig halverwege in het apparaat. Laat de dop van de fles open. DAC079 Til de tonerafvalfles niet op tijdens het plaatsen, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met een pijl in de afbeelding hieronder wordt aangegeven).
Pagina 148
6. Het apparaat onderhouden DAC080 Duw de tonerafvalfles naar beneden totdat deze klikt. Druk de hendel in het midden in en duw de fles helemaal naar binnen. DAC075 Plaats de transfereenheid op het voorpaneel. Schuif de transfereenheid over de geleiderrails in het apparaat. DAC086...
Pagina 149
De tonerafvalfles vervangen Als het stopt, drukt u op de markering PUSH totdat u een klik hoort. DAC087 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan.
6. Het apparaat onderhouden Een onderdeel vervangen Tussenliggende transfereenheid vervangen • Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model. Als het waarschuwingsindicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden en het bericht "Vervang tussenl. transf.riem" verschijnt op het display, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. De fuseereenheid en transferrol vervangen •...
Aandachtspunten bij het schoonmaken Aandachtspunten bij het schoonmaken Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
6. Het apparaat onderhouden De tonerdichtheidsensor schoonmaken Reinig de tonerdichtheidssensor wanneer de volgende boodschap op het bedieningspaneel verschijnt. "Reinig. dichth- sensor vereist" Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. DAC477 Verwijder de achterste printcartridge. DAC040 Schuif de hendel van de tonerdichtheid-sensor een keer naar links.
Pagina 153
De tonerdichtheidsensor schoonmaken Voer de printercartridge, die bij stap 2 verwijderd werd, voorzichtig verticaal in. DAC043 Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. DAC064...
6. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Als de wrijvingsstrip of de papierinvoerrol vuil zijn, kunnen er verschillende vellen tegelijk of juist geen vellen worden gepakt. In dit geval moeten de wrijvingsstrip en de papierinvoerrol als volgt worden gereinigd: •...
Pagina 155
De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. DAC068 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
Pagina 156
6. Het apparaat onderhouden • Als er verschillende vellen tegelijk worden ingevoerd of er ontstaat een storing, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. • Als de optionele lade 2 is geïnstalleerd, maak dan de wrijvingsstrip en papierinvoerrol hiervan op dezelfde manier schoon als u deed bij lade 1.
De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade kunnen vuil worden door papierstof als u op papier afdrukt dat niet standaard is. Maak de registratierol schoon als er witte puntjes op de afdrukken verschijnen. •...
Pagina 158
6. Het apparaat onderhouden Veeg de binnenkant van de papierlade schoon met een doek. DAC060 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
Pagina 159
De registratierol en papierlade schoonmaken Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Zorg dat u de registratierol op de plaats zet die in de illustratie hieronder met een pijltje getoond wordt.
Pagina 160
6. Het apparaat onderhouden Zet de printer aan. • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan.
7. Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Als er een papierstoring optreedt, wordt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel weergegeven: Meldingen Referentietitel Interne storing Zie Pag. 160 "Als papier in de fuseereenheid vastloopt ". Storng:Stnd.lade Storing:Pap.lade Zie Pag. 162 "Als papier in een lade vastloopt". Storing: Lade 1 Storing: Lade 2 Storng:Dupl.eenh...
Pagina 162
7. Problemen oplossen • Verwijder het vastgelopen papier niet met te veel kracht. Verscheurde delen die in het apparaat achterblijven, zullen het papier opnieuw doen vastlopen en dit kan het apparaat beschadigen. • Papierstoringen kunnen ervoor zorgen dat pagina's verloren gaan. Controleer uw afdruktaak op ontbrekende pagina's en druk de pagina's af die nog niet zijn afgedrukt.
Pagina 163
Vastgelopen papier verwijderen DAC605 Trek het papier naar beneden om te verwijderen. Trek het niet omhoog. DAC074 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, trek dan de hendel omlaag en controleer nogmaals. DAC073...
Pagina 164
7. Problemen oplossen Trek de fuseereenheidhendels omhoog. DAC071 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u de klep hebt gesloten. Als papier in een lade vastloopt Als papier in lade 1 of lade 2 vastloopt, volg dan de onderstaande stappen om het papier te verwijderen.
Pagina 165
Vastgelopen papier verwijderen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Trek vastgelopen papier er voorzichtig uit. DAC084 Raak de fuseereenheid niet aan. DAC605 Als het papier in de transfereenheid is vastgelopen, houdt u het papier met beide handen vast en trekt u het voorzichtig naar voren eruit.
Pagina 166
7. Problemen oplossen DAC092 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Trek de papierlade niet uit de printer (lade 1). • Als het papier in lade 2 is vastgelopen, maar het is moeilijk dit te traceren, trekt u lade 2 eruit. Nadat het papier is verwijderd, plaatst u lade 2 voorzichtig terug in het apparaat.
Pagina 167
Vastgelopen papier verwijderen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Verwijder voorzichtig het papier dat is vastgelopen onder de transfereenheid. DAC090 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, kijkt u in het apparaat. Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit.
7. Problemen oplossen Algemene problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de •...
Pagina 169
Algemene problemen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat maakt een • De verbruiksartikelen of Controleer of de vreemd geluid. opties zijn niet goed verbruiksartikelen of opties op geïnstalleerd. de juiste manier geïnstalleerd zijn. • Het apparaat reinigt regelmatig de binnenkant Het geluid duidt niet op slecht van het apparaat als functioneren.
7. Problemen oplossen Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt ingevoerd of het loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing Het papier wordt niet soepel • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag. 45 doorgevoerd.
Pagina 171
Problemen met papierinvoer Probleem Oplossing Er worden meerdere vellen papier • Waaier het papier los voordat u het plaatst. Zorg er ook tegelijkertijd doorgevoerd. voor dat de randen gelijk uitgelijnd zijn, door de stapel op een vlakke ondergrond zoals een bureau te tikken. •...
Pagina 172
7. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het afgedrukte papier is omgekruld. • Plaats het papier omgekeerd in de papierlade. • Als het papier een grote krul heeft, haal dan wat vaker de afdrukken van de uitvoerlade af. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.
Er wordt een printcartridge gebruikt Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken die niet authentiek is. verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor storingen zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Zie Pag. 202 "Verbruiksartikelen". Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
7. Problemen oplossen De instellingen van het printerstuurprogramma controleren Probleem Oplossing De afgedrukte afbeelding is bevlekt. PCL 5c/6 Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma [Handinvoerlade] in de lijst "Invoerlade:". Selecteer in de lijst "Papiertype:" het juiste papiertype. PostScript 3 Selecteer op het tabblad [Papier/Kwaliteit] van het printerstuurprogramma [Handinvoer] in de lijst "Papierbron".
Pagina 175
Problemen met afdrukkwaliteit Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. Gebruik de instellingen van de toepassing of van het printerstuurprogramma om een hogere resolutie op te geven. Raadpleeg de helpfunctie voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma. Een ononderbroken lijn wordt Wijzig de ditherinstellingen in het printerstuurprogramma.
7. Problemen oplossen Printerproblemen In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Als het afdrukken niet goed gaat Probleem Oplossing Er treedt een fout op. Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma. •...
Pagina 177
Printerproblemen Probleem Oplossing Er wordt een beveiligd • Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan gegevens afdrukbestand geannuleerd. van beveiligde afdruktaken. Druk een bestaand beveiligd afdrukbestand af of verwijder dit. Voor meer informatie, zie Pag. 73 "Vertrouwelijke documenten afdrukken". •...
Pagina 178
7. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het duurt te lang voordat het • Foto's en pagina's die veel gegevens bevatten, nemen afdrukken is voltooid. veel verwerkingstijd van de printer in beslag. Wacht daarom gewoon even af wanneer u dergelijke gegevens afdrukt. •...
Pagina 179
Printerproblemen Probleem Oplossing Afbeeldingen worden afgebroken, Mogelijk gebruikt u papier dat kleiner is dan het formaat dat of er worden overtollige pagina's in de toepassing is geselecteerd. Gebruik hetzelfde afgedrukt. papierformaat als dat u in de toepassing heeft geselecteerd. Als u geen papier van het juiste formaat kunt plaatsen, gebruikt u de verkleiningsfunctie om de afbeelding te verkleinen en drukt u deze vervolgens af.
7. Problemen oplossen Probleem Oplossing Kleurendocumenten worden • Het printerstuurprogramma is niet geconfigureerd voor afgedrukt in zwart-wit. kleurenafdrukken. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor meer informatie. • Bij sommige toepassingen worden kleurenbestanden in zwart-wit afgedrukt. Als u niet duidelijk kunt afdrukken Probleem Oplossing De gehele afdruk is vaag.
Pagina 181
Printerproblemen Probleem Oplossing Er bevinden zich vegen toner op de • Mogelijk is de papierinstelling niet juist. Misschien drukt u afdrukzijde van de pagina. bijvoorbeeld af op dik papier, maar heeft u niet de instelling voor dik papier ingesteld. Controleer de papierinstellingen van het printerstuurprogramma.
Pagina 182
7. Problemen oplossen Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. In sommige toepassingen moet de resolutie worden verlaagd bij afdrukken. Er ontbreekt een kleur of een • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik afgedrukte afbeelding is gedeeltelijk papier dat op de juiste wijze is bewaard. vervaagd.
Pagina 183
Printerproblemen Probleem Oplossing De achterzijde van afdrukken is • Wanneer u een vel verwijdert dat is vastgelopen, kan de bevlekt. binnenkant van de printer vuil zijn geraakt. Druk verschillende vellen af totdat ze schoon worden afgedrukt. • Als het documentformaat het papierformaat overschrijdt, bijvoorbeeld in het geval van A4-afdrukken op B5- papier, kan de achterzijde van het daaropvolgende afgedrukte vel vlekken hebben.
7. Problemen oplossen Probleem Oplossing Effen vlakken, lijnen of tekst glimmen Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt of glanzen als ze afgedrukt worden Selecteer [K (zwart)] voor [Grijsreproductie] in het met een mengsel van cyaan, dialoogvenster van het printerstuurprogramma. magenta en geel. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Printerproblemen Probleem Oplossing Afdrukken worden niet correct • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik gestapeld. papier dat op de juiste wijze is bewaard. Zie Pag. 45 "Ondersteund papier". • Selecteer [Niveau 2] of [Niveau 3] in [Anti-vocht.niv.] onder [Onderhoud].
7. Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel In dit gedeelte wordt uitgelegd wat de berichten betekenen die op het bedieningspaneel worden weergegeven en wat u moet doen wanneer een bepaald bericht wordt weergegeven. Statusmeldingen Meldingen Verklaring Aanbevolen handeling Offline Het apparaat staat offline.
Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel Meldingen Meldingen Verklaring Aanbevolen handeling Form.mism:Lade1@Strt/ De instellingen voor het Plaats papier van het JobReset papierformaat in lade # (1, 2, geselecteerde formaat in de handinvoer) wijken af van het lade en druk vervolgens op de werkelijke papierformaat in de [Stop/Start]-knop om door te lade.
Pagina 188
7. Problemen oplossen Meldingen Verklaring Aanbevolen handeling Incorr. toner: # Er is een afwijkende toner # Vervang de toner voor de juiste. (zwart, magenta, cyaan of Zie Pag. 137 "De printcartridge geel) ingesteld. vervangen". Als de foutmelding wordt weergegeven zelfs wanneer de tonercartridge correct is geplaatst, gebruik dan een droge doek om dat deel van de...
Pagina 189
Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel Meldingen Verklaring Aanbevolen handeling Verwijder papier uit handinvoer Het apparaat kon niet Verwijder het papier uit de verdergaan met de afdruktaak, handinvoer. omdat lade 1 of 2 als de invoerlade is opgegeven, terwijl het papier in de handinvoer is geplaatst.
Pagina 190
7. Problemen oplossen Meldingen Verklaring Aanbevolen handeling Plaatsingsfout tonerafvalfles De tonerafvalfles is niet of niet Plaats de tonerafvalfles juist. juist geïnstalleerd. Als de foutmelding wordt weergegeven zelfs wanneer de tonerafvalfles correct geplaatst is, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Service-oproep SCXXX Is er een probleem met de Zet het apparaat uit en...
De indicatielampjes op het bedieningspaneel De indicatielampjes op het bedieningspaneel In de volgende tabel wordt de betekenis uitgelegd van de verschillende patronen van de indicatielampjes die door de printer worden gebruikt om een bepaalde toestand aan te geven. Patronen van indicatielampjes Oorzaak Het waarschuwingslampje brandt.
8. Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving De functies en netwerkinstellingen van dit apparaat die beschikbaar zijn in een IPv6-omgeving verschillen van de functies in een IPv4-omgeving. Zorg dat de functies die u gebruikt, ondersteund worden in een IPv6-omgeving en configureer de benodigde netwerkinstellingen. Voor meer informatie over het opgeven van de IPv6-instellingen, zie Pag.
8. Bijlage Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
Verzending met IPsec • Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel worden automatisch opgegeven. AH-protocol Het AH-protocol biedt uitsluitend een veilige verzending via de verificatie van pakketjes, met inbegrip van headers.
8. Bijlage Instellingen 1-10 U kunt 10 aparte sets met SA-details configureren (zoals verschillende gedeelde sleutels en IPsec- algoritmen). IPsec-beleidsregels worden een voor een doorzocht, te beginnen bij [No.1]. Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel In dit onderdeel wordt de procedure uitgelegd voor het bepalen van handmatige instellingen voor de coderingssleutel.
Verzending met IPsec Selecteer het nummer van de instelling die u wilt bewerken in de lijst en klik op [Wijzigen]. Wijzig de IPsec-gerelateerde instellingen naar wens. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Toepassen]. Klik op het tabblad [Algemene IPsec-instellingen] en selecteer [Actief] in [IPsec-functie]. Specifieer zo nodig [Standaard beleid], [Broadcast en multibroadcast] en [Alle ICMP overslaan].
Pagina 198
8. Bijlage Klik op [Toevoegen...] bij het tabblad "Regels". De Wizard Beveiligingsregels wordt weergegeven. Klik op [Volgende]. Selecteer "Deze regel specificeert geen tunnel" en klik vervolgens op [Volgende]. Selecteer het netwerktype voor IPsec en klik vervolgens op [Volgende]. Klik op [Toevoegen...] in de IP-filterlijst. Voer in [Naam] een IP-filternaam in en klik vervolgens op [Toevoegen...].
Verzending met IPsec Wanneer [AH] is geselecteerd voor het apparaat in [Beveiligingsprotocol] onder [IPsec- instellingen], selecteert u [Gegevens- en adresintegriteit zonder versleuteling (AH)], configureert u de volgende instellingen: Stel de waarde van [Integriteitsalgoritme] in op dezelfde waarde als [Verificatiealgoritme voor AH] zoals opgegeven op het apparaat.
Pagina 200
8. Bijlage Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPsec] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] of [Inactief] te selecteren.
Opmerkingen over de toner Opmerkingen over de toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven.
8. Bijlage Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
Het apparaat verplaatsen en vervoeren Het apparaat weggooien Vraag uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger hoe u dit apparaat het best kunt afvoeren. Waar kan ik meer informatie krijgen? Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor meer informatie over de onderwerpen die in deze handleiding worden behandeld of om informatie te verkrijgen over onderwerpen die niet in de met het apparaat meegeleverde handleiding worden behandeld.
8. Bijlage Verbruiksartikelen • Onze producten worden ontworpen om te voldoen aan de hoogste eisen van kwaliteit en functionaliteit en wij raden u aan om de verbruiksartikelen uitsluitend te kopen van een officiële dealer. Inktcartridge Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Zwart Type 1: (voornamelijk in Europa en Azië)
Pagina 205
Verbruiksartikelen Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Magenta Type 1: (voornamelijk in Europa en Azië) • 1600 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) • 2.300 pagina's Type 2: (voornamelijk in Europa en Azië) • 4000 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) •...
8. Bijlage • Printcartridges (verbruiksartikelen) vallen niet onder de garantie. Neem in geval van problemen toch contact op met de winkel waar u hem heeft gekocht. • Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, gebruik dan de vier printcartridges die met het apparaat zijn meegeleverd.
Specificaties van het apparaat Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. Algemene functie Specificaties Configuratie Bureaumodel Afdrukmethode Laser electrostatische beeldoverdracht Maximaal papierformaat om af te drukken Legal (8 × 14 inch) Opwarmtijd 30 seconden of minder (23 °C, 71,6 °F) Papierformaten •...
Specificaties van het apparaat Het stroomniveau wanneer de hoofdstroomschakelaar uitgeschakeld staat en de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit: 1 W of minder. * De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het apparaat.
8. Bijlage Specificaties van opties In dit onderdeel worden de specificaties van de verschillende opties genoemd. Papierinvoereenheid TK1010 Papiercapaciteit 500 vellen Papierformaat A4, Letter (8 × 11 inch) Afmetingen (Breedte × Diepte × Hoogte) 400 × 450 × 127 mm (15,8 × 17,8 × 5 inch) Papiergewicht 60 tot 105 g/m (16 tot 28 lb.)
Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen expat Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Centre, Ltd. and Clark Cooper. Copyright (c) 2001, 2002 Expat maintainers. Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the...
8. Bijlage University of Illinois at Urbana-Champaign http://www. ncsa. uiuc. edu Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software (Iperf) and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:...
Pagina 213
Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
8. Bijlage Handelsmerken Bonjour, Mac OS en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere landen. Firefox is een gedeponeerd handelsmerk van Mozilla Foundation. Java is een gedeponeerd handelsmerk van Oracle en/of haar dochterondernemingen. LINUX is het gedeponeerde handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en in andere landen.
Pagina 215
Handelsmerken ® ® Microsoft Windows 7 Enterprise • De productnamen van Windows 8 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows ® ® Microsoft Windows 8 Pro ® ® Microsoft Windows 8 Enterprise • De productnamen van Windows Server 2003 zijn als volgt: ®...
Pagina 216
8. Bijlage ® ® Microsoft Windows Server 2012 Standard ® ® Microsoft Windows Server 2012 Datacenter...
Pagina 217
INDEX Draadloze LAN-installatie........Dun papier............. Afdrukfuncties............Duplex..............Afdrukgebied............Afdrukinstelling van het netwerk......Afdrukkwaliteitfuncties.......... E-mailmelding 1..........Afdrukteller............E-mailmelding 2..........Afdrukuitvoerfuncties..........Economy Color Prints.......... Algemene IPsec-instellingen....... Energiespaarstand........15, 135 Algemene status..........Envelop............48, 63 Apparaatinformatie..........Etiketpapier............expat..............Basisbewerking............Bedieningspaneel..........Foutmeldingen............. Bedieningstoepassingen........Fuseereenheid............. Beheerderinstellingen.........
Pagina 219
Uitwisseling van coderingssleutel...... Verbruiksartikelen..........Verificatie............. Verplaatsing............Verschillen functie tussen verschillende modellen..............Vertrouwelijk document........Voorgedrukt papier..........Voorgeperforeerd papier........Waar moet ik het apparaat plaatsen?....Web Image Monitor........... Wettelijk verbod............WPA Supplicant..........Z/W-afdruk prioriteit.......... Zuurvrij karton............