1. Snel aan de slag
9.
Voer het IP-adres van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ].
• Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld.
• Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld.
10.
Druk op de [OK]-knop.
11.
Druk op [ ] of [ ] om [Subnetmasker] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
Het huidige subnetmasker wordt weergegeven.
12.
Voer het subnetmasker van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ].
• Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld.
• Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld.
13.
Druk op de [OK]-knop.
14.
Druk op [ ] of [ ] om [Gateway-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
Het huidige gateway-adres wordt weergegeven.
15.
Voer het gateway-adres in met behulp van [ ] of [ ].
• Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld.
• Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld.
16.
Druk op de [OK]-knop.
17.
Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren.
18.
Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna
weer aan.
19.
Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren.
De IPv4-adresinstelling wordt weergegeven onder "TCP/IP" op de configuratiepagina.
• Als [DHCP] geactiveerd is, worden handmatig ingestelde instellingen voor het IPv4-adres niet
gebruikt.
Automatisch een IPv6-adres ophalen
• Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IPv6-adres krijgen.
1.
Zet het apparaat aan.
32