2.
Stel de zijgeleiders af op het papierformaat.
3.
Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt.
Enveloppen plaatsen
• Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de
achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen. Zet
de hendels ook weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog).
• Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat
veroorzaken.
• Controleer voordat u de enveloppen plaatst of er geen lucht in zit.
• Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.
• Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood
of liniaal glad voordat u de enveloppen laadt.
• Sommige envelopsoorten kunnen vastlopen of rimpelen, en kan de afdruk erop slecht zijn.
• De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen
verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om vooraf de afdrukkwaliteit te
controleren.
DAC066
DAC065
Papier plaatsen
63