4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
• Actief
• Inactief
• IP-adres
Hiermee geeft u het IPv4-adres van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt gebruikt.
Gebruik dit menu om het huidige IP-adres te controleren bij gebruik van DHCP.
Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX
De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving.
• Subnet Mask
Hiermee geeft u het subnetmasker van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt
gebruikt.
Gebruik dit menu om het huidige subnetmasker te controleren bij gebruik van DHCP.
Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX
De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving.
• Gateway adres
Hiermee geeft u het standaard gateway-adres van het apparaat op wanneer DHCP niet
wordt gebruikt.
Gebruik dit menu om het standaard gateway-adres te controleren bij gebruik van DHCP.
Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX
De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving.
• IP-adresmethode
Geeft de acquisitiemethode van het IP-adres weer.
• DHCP
• Automatisch IP
• Handmatige configuratie
• Standaard IP
• IPv6-config.
• IPv6
Hiermee selecteert u of u IPv6 wilt in- of uitschakelen.
Standaardinstelling: [Actief]
• Actief
• Inactief
• DHCP
Hiermee stelt u in dat de printer het IPv6-adres ontvangt van een DHCP-server.
Wanneer DHCP wordt gebruikt, kunt u het IPv6-adres niet handmatig opgeven.
98