6. Het apparaat onderhouden
• Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge niet aan, zoals hieronder te zien is.
• Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de
bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven).
• Als de toner voor cyaan, magenta of geel op is, kunt u met de zwarte toner zwart-wit afdrukken
blijven maken. Wijzig de kleurmodusinstelling in Zwart-wit met het stuurprogramma van het
apparaat.
• Als de zwarte toner op is, kunt u noch in zwart-wit, noch in kleur afdrukken tot de zwarte toner is
vervangen.
138
DAC045
DAC046
DAC044