4.4
A
FDRUKTAKEN
7
Als u tevreden bent met uw instellingen, klikt u op OK
totdat het venster Afdrukken weer wordt getoond.
8
Klik op OK om het afdrukken te starten.
Opmerkingen:
• De meeste Windows toepassingen geven voorrang aan de
instellingen van de toepassing zelf. Daarom raden wij u aan
eerst de afdrukinstellingen in de toepassing zelf te wijzigen en
de overige instellingen via het stuurprogramma van de printer
aan te passen.
• De gewijzigde instellingen gelden zolang u het huidige
programma gebruikt. Om instellingen permanent te
wijzigen moet u deze via de map Printers aanbrengen. Dit doet
u als volgt.
1
Klik in het Windows scherm op Start.
2
Werkt u met Windows 9x/Me/2000/NT, selecteer dan eerst
Instellingen en daarna Printers.
Werkt u met Windows XP, select eer dan Printers en
faxapparaten.
3
Selecteer de printer Xerox Phaser 3130 PCL 6.
4
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de printer
en selecteer daarna:
• bij Windows 9x/Me Eigenschappen.
• bij Windows 2000/XP Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
• bij Windows NT Standaardwaarden document.
5
Wijzig op de diverse tabbladen de gewenste instellingen en klik
op OK.
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak kunt u op twee manieren annuleren.
Een afdruktaak afbreken via het
bedieningspaneel
Druk op het bedieningspaneel op de toets
.