3
Voordat u de etiketten afdrukt, moet u in uw programma
de juiste Invoer (Handmatig), materiaaltype/
papiersoort en formaat instellen. Voor meer informatie,
zie pagina 4.6.
NB: Wees voorzichtig bij het openen van de achteruitvoer. De
binnenkant van de printer kan nog warm zijn.
4
Om de invoer van de etiketten te starten, drukt u op de
toets
. Het afdrukken wordt gestart. Sluit de
achterinvoer.
NB: Om te voorkomen dat de vellen aan elkaar vastkleven,
moet u ieder vel direct na het afdrukken uit de uitvoer halen.
Op transparanten afdrukken
Richtlijnen
• Gebruik alleen transparanten die voor laserprinters zijn
bedoeld.
• Gebruik alleen vlakke, onbeschadigde en ongekreukte
transparanten.
• Houd transparanten bij de rand vast en raak de te
bedrukken kant niet aan. Vingerafdrukken geven
problemen met de afdrukkwaliteit.
• Kijk uit dat u de transparant niet beschadigt met uw
nagels.
1
Open de achteruitvoer. Leg de transparanten met de te
bedrukken kant naar boven en de bovenrand (met
zelfklevende strook) als eerste in de handinvoer.
A
FDRUKMATERIAAL KIEZEN
3
3.13