Opmerking:
De afstand aan de voorzijde
moet 0 tot 3 mm groter zijn dan de afmeting
achteraan.
Figuur 118
1. Buitenafstand
2.
Draai de klemmen aan beide uiteinden van de
spoorstangen los om het toespoor af te stellen
(Figuur
118).
3.
Draai de spoorstang om de voorzijde van het
wiel naar binnen of naar buiten te draaien.
4.
Wanneer u het juiste toespoor verkregen hebt,
zet u de klemmen van de spoorstang vast.
g034932
2. Klemmen van de trekstang
Onderhoud koelsysteem
Veiligheid van het
koelsysteem
VOORZICHTIG
Als u hete, onder druk staande koelvloeistof
over u heen krijgt of in aanraking komt met
een hete radiateur of omliggende delen, kunt
u ernstige brandwonden oplopen.
• Verwijder de radiateurdop nooit als de
motor heet is. Laat de motor minstens
15 minuten afkoelen of wacht totdat de
radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze
kunt aanraken zonder uw hand te branden.
• Raak nooit de radiateur en omliggende
delen aan als deze heet zijn.
GEVAAR
Voorkom inslikken van motorkoelvloeistof; dit
kan vergiftiging veroorzaken.
• Slik geen motorkoelvloeistof in.
• Buiten bereik van kinderen en huisdieren
houden.
Het motorkoelsysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer het peil
van de motorkoelvloeistof in het
overloopreservoir.
Om de 100 bedrijfsuren—De slangen van het
koelsysteem controleren.
De capaciteit van het systeem op een machine zonder
cabine is 10,4 l en met cabine 17 l.
Aanbevolen Koelvloeistof
Opmerking:
Koelvloeistof moet minstens voldoen
aan ASTM standaard 3306
Glycolgebaseerde voorverdunde koelvloeistof (mengsel 50/50)
Glycolgebaseerde koelvloeistof gemengd met gedistilleerd
water (50/50 mengsel)
Glycolgebaseerde koelvloeistof gemengd met water van goede
kwaliteit (50/50 mengsel) zoals vermeld in Cummins handleiding
CaCO
82
of
of
+ MgCO
<170 ppm
3
3