Figuur 73
Tips voor bediening en
gebruik
Selecteer de juiste maaihoogte-
instelling
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer
dan een derde van de grassprieten. Bij zeer lang, mals
en dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling
een stap omhoogzetten
Figuur 74
Maaien als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om te vermijden dat het gras
door dauw op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in
de middag om te voorkomen dat het directe zonlicht
het gevoelige, pas gemaaide gras beschadigt.
Maai met correcte tussenpozen
In de meeste normale omstandigheden moet u
ongeveer om de 4 tot 5 dagen uw gazon maaien. Gras
groeit echter niet het hele jaar door even snel. Om
dezelfde maaihoogte aan te houden, iets wat wij sterk
(Figuur
74).
aanbevelen, moet u daarom in het vroege voorjaar
vaker maaien; als het gras midden in de zomer minder
snel gaat groeien, moet u slechts om de 8 tot 10 dagen
maaien. Als u gedurende een langere periode niet
kunt maaien door de weersomstandigheden of om
andere redenen, moet u de eerstvolgende keer niet te
kort maaien. Maai vervolgens 2 tot 3 dagen later met
een lagere maaihoogte-instelling.
Schuinstand van het maaidek
afstellen
De schuinstand van het maaidek is het verschil in
de maaihoogte tussen de voorkant van het mesvlak
en de achterkant van het mesvlak. Gebruik een
g010392
messchuinstand van ongeveer 7,6 mm. Als de
schuinstand meer dan 7,6 mm is, zal dit leiden tot
minder benodigd vermogen, grover maaisel en een
slechtere maaikwaliteit. Een schuinstand die kleiner is
dan 7,6 mm zal leiden tot meer benodigd vermogen,
fijner maaisel en een betere maaikwaliteit.
De prestaties van de airconditioner
optimaliseren
•
Om opwarming door de zon te beperken parkeert
u de machine in de schaduw en laat u de deuren
open als er direct zonlicht op de machine valt.
•
Zorg dat het scherm van de airconditioner schoon
is.
•
Zorg dat de condenserribben van de airconditioner
schoon zijn.
•
Stel de blazer van de airconditioning in op de
middelste stand.
•
Zorg dat het dak gelijkmatig aansluit op de
headliner en maak indien nodig aanpassingen.
•
Meet de luchttemperatuur aan de middelste
ventilatieopening vooraan in de headliner. Deze is
doorgaans stabiel en niet meer dan 10 °C.
g031395
•
Raadpleeg de onderhoudshandleiding voor meer
informatie.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Verwijder gras en vuil van de maaidekken, de
aandrijvingen, de geluiddempers en de motor
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
als u de machine stalt of transporteert.
60