•
Houd het vulpistool in contact met de rand van de
benzinetank of het vat tot het tanken voltooid is.
Gebruik geen vergrendeling voor het vulpistool.
•
Als u brandstof morst op uw kleding dient u zich
onmiddellijk om te kleden.
•
Vul de brandstoftank tot de brandstof tot 25 mm
vanaf de onderkant van de vulbuis reikt. Giet de
brandstoftank niet te vol. Plaats de brandstofdop
terug en maak hem stevig vast.
Het motoroliepeil
controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik
neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor
controleren; zie
Het motoroliepeil controleren (bladz.
73).
De koelsystemen
controleren
Voordat u de motor start en de machine gaat
gebruiken, moet u de koelsystemen controleren; zie
Het motorkoelsysteem controleren (bladz. 82)
koelsystemen reinigen (bladz.
Hydraulische vloeistof
controleren
Voordat u de motor start en de machine gaat
gebruiken, moet u het hydraulische systeem
controleren; zie
Hydraulische vloeistof controleren
(bladz.
88).
Brandstoftank vullen
Inhoud brandstoftank
132 l
Brandstof
Belangrijk:
Gebruik uitsluitend diesel met
een extreem laag zwavelgehalte. Brandstof
met een hoger gehalte zwavel beschadigt de
dieseloxidatiekatalysator (DOC). Dit zal leiden tot
operationele problemen en verkort de levensduur
van de motoronderdelen.
Als de onderstaande waarschuwingen niet worden
opgevolgd kan dit leiden tot schade aan de motor.
•
Gebruik geen kerosine of benzine in plaats van
dieselbrandstof.
en
De
83).
•
Meng nooit kerosine of motorolie met de
dieselbrandstof.
•
Bewaar de brandstof nooit in vaten die van binnen
verzinkt zijn.
•
Voeg geen additieven toe aan de brandstof.
Diesel
Cetaangetal: 45 of hoger
Zwavelgehalte: ultralaag (< 15 ppm)
Brandstof
Diesel specificatie
ASTM D975
No. 1-D S15
No. 2-D S15
EN 590
ISO 8217 DMX
JIS K2204 Grade No. 2
KSM-2610
•
Gebruik uitsluitend schone, verse diesel of
biodiesel.
•
Koop brandstof in hoeveelheden die binnen
180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd
verse brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C.
Opmerking:
Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een
lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats
van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp
langer te laten meegaan en meer vermogen te
ontwikkelen.
Biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
diesel).
Zwavelgehalte: ultralaag (< 15 ppm)
Biodiesel specificatie: ASTM D6751 of EN 14214
Gemengde brandstof specificatie: ASTM D975,
EN 590, of JIS K2204
Belangrijk:
Het aandeel diesel moet een ultralaag
zwavelgehalte hebben.
39
Locatie
VS
EU
Internationaal
Japan
Korea